Discussie over de Astrotest

[inleiding]

Brief 4 van Rob Nanninga, skepticus

Beste Lea Manders,

Er was voor zover ik weet geen sprake van dat het onderzoek samen met het NGPA of anderen was opgezet. Dan zou het vermoedelijk ook nooit van de grond zijn gekomen. Ik heb zelf een voorstel gedaan en er waren veel astrologen te vinden die de uitdaging aandurfden. Ik heb de deelnemers van tevoren duidelijk verteld wat ik ging doen en ik stond uiteraard open voor concrete voorstellen om iets aan de opzet te verbeteren.

De deelnemers meenden dat ze aan de hand van de informatie die ze hadden gevraagd (beroep, hobbies, datums van belangrijke gebeurtenissen, etc.) vaak de bijbehorende horoscoop zouden kunnen aanwijzen. Maar ze konden niet wat ze dachten te kunnen. Dat was de conclusie.

Ik heb er volgens mij een genuanceerd en correct artikel over geschreven. Het stond u vrij om daar commentaar op te leveren. Dat lijkt me de normale procedure, behalve als we het onderzoek samen hadden uitgevoerd, maar dat was niet het geval. U suggereert volgens mij ten onrechte dat ik een ongeschreven fatsoensregel heb overtreden. In werkelijkheid was ik zo bereidwillig om u na afloop alle ruwe onderzoeksgegevens te verstrekken (die ik nooit weer heb teruggezien).

Er bestaan volgens mij geen psychologen of onderzoeksbureaus die u kunnen vertellen welke persoonlijke informatie astrologen nodig hebben om onderscheid te kunnen maken tussen geboortehoroscopen. Dat kunnen de astrologen alleen zelf vertellen. Daarom heb ik het ze gevraagd. U kunt mij moeilijk verwijten dat ik de vragenlijst niet door een extern onderzoeksbureau heb laten samenstellen, want dan had u mij terecht voor de voeten kunnen werpen dat zo’n bureau helemaal geen verstand heeft van astrologie en niet weet wat astrologen in een horoscoop kunnen zien.

De deelnemende astrologen veronderstelden dat de informatie die zij over de zeven anonieme personen ontvingen voldoende was om de bijbehorende horoscopen te kunnen identificeren. Ook nadat ze hun antwoorden hadden ingevuld, had de overgrote meerderheid van de deelnemers daar vertrouwen in. Zij hadden het idee dat de persoonlijke gegevens vaak beter aansloten bij de ene dan bij de andere horoscoop en geloofden daarom dat ze veel treffers hadden gescoord.

Ik heb er alleen voor gezorgd dat de test goed geblindeerd en gerandomiseerd werd. Op deze manier konden we er zeker van zijn dat een positief resultaat niet te danken kon zijn aan normale factoren (oa verborgen aanwijzingen of toeval).

Astrologen veronderstellen dat men uit een horoscoop dingen kan afleiden die goed van toepassing zijn op de bijbehorende persoon. Als dit niet louter een geloof is, dan mag ik aannemen dat ze op de een of andere manier hebben kunnen vaststellen dat het inderdaad vaak klopt. In dat laatste geval kan er ook een wetenschappelijke test worden uitgevoerd om objectief vast te stellen of ze inderdaad kunnen wat ze menen te kunnen. Zo’n test is er voor bedoeld om andere mogelijke verklaringen uit te sluiten.

Stel dat ik u de geboortehoroscopen geef van Pim Fortuyn en Piet Hein Donner (beide in 1948 geboren). Dan neem ik aan dat u de indruk krijgt dat de horoscoop van Fortuyn inderdaad veel beter bij hem past dan bij Donner. U kunt dan waarschijnlijk in de horoscoop van Fortuyn dingen aanwijzen die kenmerkend voor hem waren en in de horoscoop van Donner kunt u vermoedelijk eveneens factoren aanwijzen die goed bij Donner lijken te passen. Op deze manier kunt u de indruk krijgen dat de horoscopen iets over de personen zeggen.

Maar u begrijpt natuurlijk ook dat het geen betrouwbare methode is zolang u weet welke horoscoop u voor zich heeft. Om te kunnen vaststellen of u werkelijk een onderscheid kunt maken, zouden we er voor moeten zorgen dat u niet van tevoren weet welke horoscoop bij welke persoon hoort. U neemt dan een van de horoscopen en zegt bij uzelf: stel dat dit de horoscoop van Donner is. Hoeveel kan ik hier dan uithalen wat bij Donner lijkt te passen? Vervolgens zegt u: stel nu eens dat het de horoscoop van Fortuyn is. Hoe goed klopt het dan? Als het waar is dat de informatie die u uit een horoscoop kunt halen beter aansluit bij de persoon van wie deze horoscoop is dan bij een andere persoon, dan zou u moeten kunnen vaststellen welke horoscoop van Donner is en welke van Fortuyn. Dit is een objectieve manier om vast te stellen of u inderdaad louter op basis van de horoscoopgegevens een onderscheid kunt maken. Dat is het enige wat er bij een wetenschappelijke test gebeurt.

U schrijft dat een horoscoopinterpretatie niet overeen hoeft te stemmen met wat de cliënt er zelf over denkt, omdat deze vaak over onvoldoende zelfkennis beschikt. Maar wat denkt u als de cliënt zich wel kan vinden in de interpretatie? Dat is evenmin een bewijs voor de juistheid, zoals ook blijkt uit het feit dat cliënten geen voorkeur hebben voor de interpretatie van hun eigen horoscoop. Ze zijn even tevreden met een andere. Ook hun vrienden en familieleden kunnen naar ik aanneem niet vaststellen welke interpretatie het meest passend is.

Maar hoe kunnen astrologen vertrouwen hebben in wat ze in een horoscoop zien als ze niet kunnen controleren of het klopt en als ze bovendien allemaal wat anders uit een horoscoop halen? Wat is de waarde van zo’n horoscoopinterpretatie als het niet eens mogelijk is om de interpretatie van je eigen horoscoop te onderscheiden van de interpretatie van de horoscoop van een gestoorde seriemoordenaar?

Psychologisch onderzoek biedt geen uitkomst wanneer u veronderstelt dat astrologen niet dezelfde begrippen gebruiken als psychologen. Wat een astroloog extravert noemt, zou voor een psycholoog in de helft van de gevallen extreem introvert kunnen zijn. Dat is blijkbaar ook het geval, want voor zover we weten kunnen astrologen in het geheel geen onderscheid maken tussen extreme introverten en extreme extraverten.

Overigens doen astrologen niet louter uitspraken over innerlijke zaken, die wellicht moeilijk te controleren zijn. Als een astroloog bijvoorbeeld meent dat iemand veel vrienden heeft, dan kun je dat gewoon natellen. Bij de astrotest werden ook diverse vragen gesteld over uiterlijke zaken.

Over het wetenschappelijk onderzoek hoeven we niet zo moeilijk te doen. Astrologen nemen volgens mij algemeen aan dat hun uitspraken over horoscoop A doorgaans beter passen bij meneer A dan bij een willekeurige meneer B. Als dit niet zo zou zijn, dan was er geen noodzaak meer correcte geboortegegevens te gebruiken en een computerprogramma om de planeetstanden te berekenen.

U schrijft nu dat niemand kan vaststellen of een horoscoop het beste bij meneer A of bij meneer B past. Astrologen kunnen het onderscheid blijkbaar niet maken, zelfs niet als ze uitvoerig met meneer A en meneer B mogen spreken of veel over hen weten. Meneer A en B kunnen zelf ook geen onderscheid maken tussen de interpretaties van hun horoscopen. Ze kunnen het zelfs niet een klein beetje, ook niet wanneer A en B sterk van elkaar lijken te verschillen, want de resultaten liggen niet boven de kansverwachting.

Maar hoe zijn astrologen dan tot de overtuiging gekomen dat ze passende informatie uit een horoscoop kunnen halen? Waarom gaan astrologen ervan uit dat dit zo is? Als horoscoop A in de helft van de gevallen beter bij meneer B lijkt te passen, wat maakt het dan nog uit?

U mag geloven dat het in de toekomst mogelijk zal worden om aan te tonen dat horoscoop A inderdaad beter bij meneer A past dan bij meneer B. Maar voorlopig is daar geen bewijs voor gevonden en het lijkt ook geen aannemelijke hypothese.

Met vriendelijke groet,

Rob Nanninga

Vond u dit artikel interessant? Overweeg dan eens om Skepsis te steunen door donateur te worden of een abonnement op Skepter te nemen.

Steun Skepsis