Discussie over de Astrotest
[inleiding]Brief 3 van Lea Manders, astrologe
Beste Rob Nanninga,
De volgende zaken waren mij toentertijd reeds bekend:
Het samenstellen van vragenlijsten en de wijze van bevragen dient deskundig te gebeuren, omdat de vraag het antwoord mede stuurt of beinvloedt. Enquêtes bijvoorbeeld worden zeer zorgvuldig samengesteld en uitgevoerd onder strikte instructies.Welke deskundigen kunnen dit beoordelen? Ik zou me erin moeten verdiepen, maar ik vermoed dat je dit bij sociologen en psychologen moet zoeken die zich gespecialiseerd hebben in empirisch onderzoek. Er zijn tegenwoordig overigens onderzoeksbureaus die zich specialiseren in het opzetten van de juiste onderzoeksopzet en -vragen. Het verwondert mij dat u van het bepalende belang van de onderzoeksopzet niet van op de hoogte lijkt te zijn. Dat andere onderzoeken zo zijn opgezet is niet per definitie een voordeel, zeker niet als zij niets opleverden. Dan is het beter om te concluderen dat de opzet aangepast dient te worden. Dat heeft u in zekere mate gedaan, maar niet door deskundigen te raadplegen.
Mensen kennen zichzelf slecht en benoemen hun eigenschappen in algemene bewoordingen. Hierdoor is het ook andersom zo dat veel mensen zich herkennen in vrij algemene beschrijvingen. Hierdoor is deze wijze van onderzoeken waarschijnlijk een doodlopende weg. Het gebruik van psychologische categorieën (Dean) is ook problematisch, omdat astrologen een andere taal spreken en de vaktermen niet beheersen + nog geen eenduidige omschrijvingen van hun eigen vaktaal hebben ontwikkeld.
Ook astrologen kennen zichzelf en de beperkingen van hun vak slecht, mede door het hieraan voorafgaande punt. Zij kunnen hierdoor en door het ontbreken van een eigen wetenschappelijke achtergrond onmogelijk beoordelen welk onderzoeksmodel passend of werkzaam zou kunnen zijn. Eerdere onderzoeken zijn door het ontbreken van deze wetenschappelijke ondergrond voor astrologen onmogelijk te beoordelen en vaak heel lastig te lezen. Het vergt dus veel doorzettingsvermogen en reeds aanwezige wetenschappelijke kennis en interesse en wat levert het vervolgens op. Niets dus, omdat het niet te beoordelen valt voor de meeste astrologen.
Ik begrijp dat u verdere onderzoeksvoorstellen hebt gedaan. Het onderzoeksvoorstel wat u doet zal vast op dezelfde problemen stuiten als eerdere onderzoeken (gebrek zelfkennis cliënt en ook onvoldoende sturing en helderheid mbt de te verwachten uitspraken van de astroloog) Echter, uw attitude in het verleden heeft daarnaast geen vertrouwen gewekt, zoals het gretige publiceren zonder degenen met wie u samenwerkte gelegenheid te geven ook openbaar samen met u commentaar te geven. Dat heb ik u reeds gemeld in mijn vorige mail, maar daar gaat u niet op in. Ook geeft u bijvoorbeeld ergens in een van uw teksten aan dat ondergetekende iets is gaan doen met de amusementsastrologie (heb even uw tekst niet exact bij de hand), hetgeen u niet noemde om te complimenteren, maar om mijn deskundigheid in een bepaald daglicht te zetten.
Uw discussie met Roelofs is de directe aanleiding voor het artikel wat ik aan het schrijven ben.
Met een vriendelijke groet,
Lea Manders
Mailwisseling
00. Inleiding
01. Lea Manders: 4 juni 2007
02. Rob Nanninga: 4 juni 2007
03. Lea Manders: 4 juni 2007
04. Rob Nanninga: 5 juni 2007
05. Lea Manders: 8 juni 2007
06. Lea Manders: 6 juli 2007
07. Rob Nanninga: 6 juli 2007
08. Lea Manders: 6 juli 2007
09. Rob Nanninga: 6 juni 2007
10. Lea Manders: 6 juli 2007
11. Rob Nanninga: 6 juli 2007
12. Lea Manders: 7 juli 2007
13. Rob Nanninga: 7 juni 2007
14. Lea Manders: 7 juli 2007
15. Rob Nanninga: 8 juli 2007
Enkele relevante links
Het dogma van de astrologie
De Astrotest
A tough match for astrologers
Discussie met astroog Karel Roelofs
Astrologie en psychologie
De sterren zwijgen
Bedrijfsastrologie
Waarom astrologen geloven
Astrology and Science website