Werken aan je gewicht
Vetten, koolhydraten en de ‘methode Montignac’
door Wilma de Rek
Als we de Franse dieetgoeroe Michel Montignac mogen geloven, kunnen we afvallen zonder op de calorieën te letten. Menige Nederlander zwéért inmiddels bij zijn ‘methode’; voedingsdeskundigen kijken knarsetandend toe. ‘Het gaat om het langetermijneffect.’
Het allerleukste aan afvalboeken is de plechtige, haast bijbelse toon waarmee ze hun nieuwe en áltijd revolutionaire methode aankondigen. Nooit blijkt het om een gewoon werk te gaan, nee: een beetje afvalboek presenteert zijn ‘Opwindende Geheim Van Lekker Eten En Toch Afvallen’ alsof het de Steen der Wijzen betreft. Of het nu Een Leven lang Fit is, En Nu Afvallen van Allen Carr of Nutripoints, steeds opnieuw wordt op samenzweerderige toon kond gedaan van een doorbraak, geniaal en toch eenvoudig: een revolutionaire benadering van voeding die gierend van de lach de vloer aanveegt met de gevestigde wetenschap.
De nieuwste hype is geen boek, maar een methode: de methode Montignac. Al maanden horen Montignacs boeken tot de best verkochte van Nederland. Als je stil bent hoor je Michel Montignac op zijn Franse landgoed bulderend lachen. De auteur van Ik ben slank want ik eet, Lijnen voor 50-plussers en Slank worden met zakendiners heeft alle reden om zich op de knieën te slaan van pret. Niet alleen vliegen zijn boeken als kroketjes over de toonbank, ook de speciale Montignac-voedingsmiddelen doen het leuk. Bij een groot aantal natuurvoedingszaken is sinds een paar maanden Montignac-tomatensaus, Montignac-pasta en Montignac-chocolade te koop. De producten zijn niet beter dan de ‘gewone’ biologische voedingsmiddelen, wel stukken duurder. De winkels zitten er niet mee: Montignac trekt mensen over de drempel die nooit eerder een natuurvoedingswinkel van dichtbij hebben gezien, en levert dus nieuwe klanten op.
Voeding en gezondheid houden de gemoederen bezig. Harde cijfers over het aantal mensen dat ‘aan de lijn doet’ zijn er niet, maar het lijken er meer dan ooit, zegt Jaap Seidell van het RIVM in Bilthoven. ‘Maar daar moet je wel bij aantekenen dat het begrip ”lijnen” voor veel interpretaties vatbaar is. De één vindt dat hij lijnt als hij een glaasje bier minder neemt, de ander noemt zich pas een lijner als hij vast. Er zijn zelfs mensen die gaan roken om af te vallen en vervolgens zeggen dat ze aan de lijn doen.’ We lijnen ons te pletter en worden toch steeds vetter. Seidell schat dat één op de tien Nederlanders echt veel te zwaar is (zo’n twintig kilo) en dat dertig tot veertig procent met een gering overgewicht kampt. Tien jaar geleden was dat twintig tot dertig procent. Nederland zit qua gemiddelde gewichtstoename net achter de Scandinavische landen en wordt op de voet gevolgd door Duitsland en Frankrijk. In het Verenigd Koninkrijk is de gewichtstoename het hoogst.
‘We gaan de VS achterna’, stelt ook Gertjan Schaafsma van TNO Voeding in Zeist. ‘Het aantal mensen dat te dik is neemt nog steeds toe. Dat heeft een paar oorzaken: roltrappen, liften, het gemotoriseerde verkeer, de toegenomen vrije tijd en de televisie hebben ervoor gezorgd dat we steeds minder zijn gaan bewegen. Tegelijk zijn we wel meer gaan eten, want voedsel heeft een sociale functie: eten is gezellig. En er is geen gebrek aan koopkracht, dus we kunnen eten wat we willen. We nemen dus, heel simpel, meer energie in dan we verbruiken. En daardoor worden we dik.’
Dat wil niet zeggen dat er minder bewust met voeding wordt omgegaan. Schaafsma: ‘Mensen zijn veel meer dan tien, twintig jaar geleden met voeding en gezondheid bezig. Dat heeft alles met de veroudering te maken: er komen steeds meer kapitaalkrachtige ouderen die nog lang gezond willen blijven en graag geld uitgeven aan goede producten. De overheid, bezorgd over de financiële kant van die veroudering, voert een beleid dat gericht is op preventie van ziekte. Ten slotte is er de voedingsindustrie die steeds beter in staat is goede producten te maken en daarnaast ook uit commercieel oogpunt gretig inhaakt op de belangstelling van de consument. Zo wordt goede voeding op alle mogelijke manieren gestimuleerd.’
Goede voeding betekent voeding die alle noodzakelijke bouwstoffen bevat. Chips, hamburgers, gebak, chocolade en al die andere zaligheden vallen daar niet onder: die bevatten vooral vet. Maar daar lusten we nou net pap van. De markt voor gewichtsbeheersing heeft zich derhalve enorm ontwikkeld. Tien jaar geleden was die markt nog redelijk overzichtelijk. Wie gezond en gelijkmatig wilde afvallen, ging naar de Weight Watchers, wie snel veel kilo’s kwijt moest greep naar pillen en poeders en daar tussenin zaten de eenzijdige diëten als het brood-, fruit-, Atkins- of het befaamde sherrydieet.
De diëten van de jaren ’90 onderscheiden zich door de eerder genoemde ‘revolutionaire inzichten’. Allemaal claimen ze het ei van Columbus te hebben ontdekt. Calorieën worden honend afgedaan als ouderwetse dingen die in het rijk der fabelen thuishoren. Het maakt, zeggen de nieuwe goeroes, namelijk niet zoveel uit hoevéél je eet, als je het maar op het juiste moment en in de juiste combinatie tot je neemt. Zo schrijft het echtpaar Diamond (Een Leven Lang Fit) voor dat je tot 12 uur louter fruit mag eten en verklaart Michel Montignac de oorlog aan onze boterham met kaas: koolhydraten met vetten, dat is voor hem zoiets als water en vuur.
Allemaal onzin, stelt Gertjan Schaafsma. ‘Er is gewoon een natuurwet, waar je niet omheen kunt: als je meer eet dan je nodig hebt, word je dik. Die natuurwet geldt nog steeds, hoe hard ze ook door de moderne diëten ontkend wordt. En van al die diëten kan je zeggen dat ze op lange termijn falen. In het begin vallen mensen fors af, niet omdat ze ineens voedingsmiddelen scheiden maar omdat ze minder calorieën tot zich nemen; daarna vallen ze weer terug in hun oude voedingsgewoonten, omdat de meeste diëten niet vol te houden zijn. De enige organisatie die daadwerkelijk probeerde iets aan die voedingsgewoonten te veranderen, waren de Weight Watchers. Het is tamelijk zuur dat die nu failliet zijn gegaan.’
Dat dat faillissement mede wordt toegeschreven aan Montignac, maakt het extra ironisch. Schaafsma: ‘Wat me enorm stoort is dit: we leven in een land waar heel veel wetenschappelijk onderzoek is gedaan naar het effect van voeding op de gezondheid en de energiehuishouding. Ineens komt er vanuit het niets een – laat ik het maar zeggen – charlatan, iemand die beweert verstand te hebben van voeding en die doet voorkomen alsof hij enorm goed thuis is in de literatuur. Hij doet heel wetenschappelijk, maar Montignac is in de wetenschappelijke wereld een volkomen onbekende. Hij heeft geen enkele publicatie op zijn naam staan.’
‘Volgens Montignac hoef je niet op de calorieën te letten, als je maar voedingsmiddelen consumeert met een goede ‘glycemische index’ (zie ‘Montignac en wetenschap’) en als je ze maar in een bepaalde combinatie tot je neemt. Verder mag je onbeperkt eten. Nou, dat klopt dus gewoon niet. De Consumentenbond heeft een aantal van de diëten die hij voorstelt, berekend, en komt op een gemiddelde energetische waarde van 1800 kilocalorieën: dat is minder dan je verbruikt en daar val je dus van af.’
Dat heeft niets te maken met het scheiden van koolhydraten en vetten, want dat je daarvan zou afvallen is nog steeds niet wetenschappelijk bewezen, aldus Schaafsma. ‘Fruit dat in de maag gaat gisten als het met iets anders gecombineerd wordt? Volkomen flauwekul. In de maag vindt zuursecretie plaats, waardoor er absoluut geen gisting kán plaatsvinden. Wat Montignac beweert gaat helemaal in tegen de kennis over de spijsvertering.’
Afvallen lukt alleen als je je leefstijl verandert, benadrukt Schaafsma nog maar eens. ‘Meer bewegen, minder eten. Een van de belangrijkste theorieën van de laatste twintig, dertig jaar is dat je langer leeft als je minder eet. Uit proefdieronderzoek blijkt dat spijkerhard.’
‘Een paar jaar geleden hebben we een heel interessant experiment gedaan: we lieten een grote groep mensen acht weken lang 70 procent eten van wat ze normaal tot zich namen. Wat bleek? Ze vielen drastisch af en hadden toch geen honger. Maar toen het experiment was afgelopen, kwamen die kilo’s er meteen weer aan: ze vielen toch terug in hun oude voedingsgewoonten. Het langetermijneffect, dat blijft het probleem.’
Dit artikel verscheen eerder in Utrechts Nieuwsblad.