Snel rijk met papyrussen

De bestudering van antieke teksten, ook wel bekend als papyrologie, levert belangrijke informatie over de oudheid. Een papyrus is echter eenvoudig na te maken, en met een goede vervalsing valt veel geld te verdienen. Exclusief in Skepter: fraude in zes eenvoudige stappen.

door Jona Lendering – Skepter 33.1 (2020)

Deel van de Artemidoros-papyrus. De Turijnse politie stelde in 2019 vast dat de inkt van de tekeningen de verkeerde receptuur had. Op de uitvoervergunning van 1971 voor de papyrus stond nog niets over tekst of tekeningen. (Oxford University)

1. Zorg voor lokaas

VOOR een geloofwaardige vervalsing is natuurlijk in de eerste plaats een blad papyrus nodig met een antieke tekst. Enige kennis van een dode taal is handig, maar niet noodzakelijk: vaak volstaat een passage uit een al bekende tekst. Een tot op heden onbekende vervalser combineerde bijvoorbeeld twee Bijbelverzen die homoseksualiteit verbieden, presenteerde zijn werkstuk als fragment van de Dode Zeerollen, en verkocht ze aan een bekende Amerikaanse conservatieve christen, Steve Green. Die stelde weinig vragen: zoals elke geroutineerde vervalser weet, is het zaak iets te produceren dat een koper zo graag wil hebben dat die zich het hoofd op hol laat brengen.

Fameus is ook de Artemidoros-papyrus, waarop behalve een antieke geografische tekst ook enkele tekeningen staan die suggereren dat kunstenaars uit de renaissance hun inspiratie hadden opgedaan bij antieke modellen — als dat geen nieuws is! De teksten op de papyrus getuigden van zo’n goede taalbeheersing dat oudheidkundigen weigerden te geloven in een vervalsing: de collega’s zouden toch nooit het verkeerde pad op gaan? Ook kunsthistorici keken de andere kant op, tot de politie begin vorig jaar eindelijk een Hamburgse kunsthandelaar, Serop Simonian, aanwees als vervalser. Wie de moderne auteur van de tekst is, is nog onbekend.

De vervalsing van ‘het Evangelie van de Vrouw van Jezus’ is in dit tijdschrift al eens ter sprake gekomen (2016, nr. 3). Hoewel de Belgische oudheidkundige Leo Depuydt er bij de ontdekking in 2012 direct op wees dat de tekst bestond uit aan elkaar geplakte citaten uit het Evangelie van Thomas, vond de Amerikaanse onderzoekster Karen King het interessanter dat Jezus hier werd gepresenteerd als getrouwde man. Daarover later meer.

Fragment uit de Faidon, de dialoog over de dood van Sokrates, van de Griekse filosoof Plato. (Rijksmuseum voor Oudheden Leiden)

2. En voor goed gereedschap

HEEFT u uw tekst, dan is het zaak die zodanig op te schrijven dat hij oud oogt. Ook dat vergt niet veel inspanning. Toen in de negentiende eeuw het vrij eenvoudig bleek recent papyrus van oud papyrus te onderscheiden, ging de Griekse vervalser Konstantinos Simonides over op antiek schrijfmateriaal uit de kloosterbibliotheken van Athos. Tegenwoordig is antiek papyrus voor een habbekrats te vinden op internet.

Daarnaast maakt u inkt van koolstof, water en Arabische gom, zodat spectroscopisch alleen valt vast te stellen dat uw inkt de antieke receptuur heeft. Het is denkbaar dat ooit een methode wordt ontwikkeld om de inkt uit het papyrusvel te isoleren en de koolstof vervolgens een koolstofdatering te geven, maar met vooruitziende blik omzeilt u deze complicatie door antieke houtskool of roet te gebruiken, voorradig op elke opgraving.

En als u het nog steeds te veel werk vindt om zelf iets te maken, kunt u ook papyri kopen in Egypte, waar na de Arabische Lente diverse grafvelden zijn geplunderd. Het gevaar is natuurlijk wel dat u een vervalsing aanschaft.

3. Drijf de prijs op

HET streven van een vervalser of heler van plunderbuit is uiter aard om het materiaal zo duur moge lijk te verkopen. Het is dus zaak ruchtbaarheid aan uw ‘vondst’ te geven. Het komt goed uit dat daarvoor twee uitstekende manieren bestaan, die niet alleen de prijs opdrijven, maar u ook de reputatie geven een heuse filantroop te zijn.

De eerste is de tekst te laten exposeren. Iedereen is meteen blij dat u uw kostbaarheden met de wereld deelt, maar het echte voordeel zit ergens anders. Als u straks uw fragment naar een veiling brengt, zullen potentiële kopers in de prospectus vertrouwenwekkende verwijzingen lezen naar musea, zodat de onduidelijke herkomst is verborgen. Deze praktijk staat bekend als brownwashing en is vernoemd naar het feit dat bruine verf het meest geschikt is om onvolkomenheden te verbergen. Dankzij de zegen van een respectabele culturele instelling ligt de veilingprijs ook meteen een stuk hoger.

De andere manier om aandacht te genereren is een oudheidkundige, uiteraard exclusief, inzage te geven in het materiaal en een wetenschappelijke uitgave ervan te laten verzorgen. Opnieuw geldt u als weldoener en opnieuw zit het eigenlijke voordeel op de veiling: een gepubliceerde papyrus brengt een veelvoud op van een ongepubliceerde.

Kartonnage van de priester Nespanetjerenpare, rond 800 v.Chr. Voor kartonnages, de binnenste kist voor het gemummificeerde lichaam, werd vaak een mengsel van papyrus, doek en gips gebruikt. Kartonnages vormen een ruime maar omstreden bron van authentiek papyrus: er is nog voldoende materiaal om te onderzoeken zonder dat er iets vernield hoeft te worden. (Brooklyn Museum)

4. Ga academisch

ER is bij deze laatste methode wel een probleem: de academische gedragscodes schrijven controleerbaarheid en transparantie voor. En daaraan is niet voldaan, want uw papyrus komt niet uit een gecontroleerde opgraving en er is dus, om een jargonterm te gebruiken, geen gedocumenteerde provenance. Een wetenschapper zou uw spullen dus met wantrouwen behoren te bezien, temeer omdat het probleem welbekend is. De oudheidkunde kampt immers al met vervalsingen sinds de middeleeuwse relikwieënhandel.

Gelukkig is de universiteit uw beste kameraad. De druk om te scoren is daar groot, en de verleiding de spelregels te overtreden navenant. Collegiale kritiek behoort te helpen de verleiding te weerstaan, maar de universitaire bestudering van de oude wereld is verdeeld.

Voorzover classici en nieuwtestamentici al kennis hebben van archeologie, beperkt die zich tot kunstge schiedenis. Van het materiële aspect van de antieke cultuur, en dus ook van papyri, vernemen deze oudheidkundigen tijdens hun studie weinig.
Dat een papyrus zonder herkomstpapieren een vervalsing kan zijn en daarom wetenschappelijk geen belang heeft, is weliswaar bekend, maar dat het een verspilling van intellect en gemeenschapsmiddelen is ze te bestuderen, is in die wereld nog onvoldoende doorgedrongen.

De academische verkokering is dus uw bondgenoot. Dat zal in de nabije toekomst ook wel zo blijven. Zolang het vooral classici zijn die classici controleren en nieuwtestamentici nieuwtestamentici, kunt u er als vervalser op rekenen dat er altijd wel oudheidkundigen zijn die zichzelf wijsmaken dat de gedragscodes niet voor hen gelden.

5. Leg rookgordijnen

NU zit u vrijwel op rozen. De academicus die heeft  de spelregels te overtreden om te kunnen scoren, zoekt exposure en neemt de publiciteit graag van u over. De kranten hadden al over het Evangelie van de Vrouw van Jezus geschreven voordat er een wetenschappelijke publicatie was; het fragment dat bekend staat als Eerste-eeuwse Marcus trok vooral aandacht via op internet gedeelde video’s. In alle gevallen functioneerde de blogosfeer als versterker.

Toch brengt ook dit wel risico’s met zich mee. Het Evangelie van de Vrouw van Jezus werd ontmaskerd toen een blogger erop wees dat de vervalser een foutje in een editie van het Evangelie van Thomas had overgenomen.

Daarop kondigde de onderzoekster, Karen King, aan dat ze haar papyrussnipper naar het lab zou brengen. Dat leverde uiteraard niets op — de papyrus bleek oud, de inkt was volgens antiek recept — maar Kings universiteit, Harvard, volhardde met een persbericht: ‘Testing indicates ‘Gospel of Jesus’s Wife’ papyrus fragment to be ancient’. Dat was even correct als niet terzake. Als om er geen twijfel over te laten bestaan dat het de bedoeling was de publieke opinie te beïnvloeden, publiceerde Harvard dit vlak voor Pasen, als de media graag een vet stukje hebben over het ontstaan van het christendom.

Als vervalser kunt u er dus redelijk op vertrouwen dat de universiteiten, als er eenmaal een fout is gemaakt, rookgordijnen zullen leggen om de zaak te verbergen en uit de publiciteit te houden. De smoezen zijn voorspelbaar: men schermt met laboratoriumtechnieken, leidt de kritiek af met opmerkingen over collegiale kinnesinne, bluft dat men een vervalsing heus wel zou herkennen, en insinueert dat er iets waardevols verloren gaat als de tekst niet wordt uitgegeven.

Borstbeeld van Sapfo. (Archeologische Musea Istanbul)

EEN speciaal geval is de — inmiddels geschorste — Oxfordse onderzoeker Dirk Obbink, die was verbonden aan het project waarmee de papyri uit het Egyptische stadje Oxyrhynchos worden uitgegeven. Deze zijn ruim een eeuw geleden opgegraven, hebben een gedocumenteerde provenance en zijn dus authentiek.
Obbink wordt ervan verdacht teksten uit die collectie te hebben verkocht aan Amerikaanse verzamelaars, onder wie de al genoemde Steve Green. Het briljante was dat hij ervoor wist te zorgen dat zijn spektakelstuk, Eerste-eeuwse Marcus, in het nieuws kwam met de mededeling dat het was gevonden in een van papier-maché gemaakt mummiemasker dat hiervoor uit elkaar zou zijn gehaald. Terwijl iedereen schande sprak van de vernietiging van egyptologische data, stelde niemand de vraag of het Marcusfragment wel echt afkomstig was uit een mummiemasker.

Ook bij de zogeheten Sapfopapyri, fragmenten van gedichten van de legendarische Griekse dichteres Sapfo, speelde Obbink een rol — de provenance wisselde in zijn verklaringen bijna van jaar tot jaar. Enkele maanden geleden werd duidelijk dat ze afkomstig zijn van een illegale handelaar die opereert vanuit Turkije. Of ze echt zijn, blijft de vraag.

6. … Winst!

ZO heeft u uw vervalsing geschreven, gefabriceerd en geannonceerd. Een wetenschapper was uw nuttige idioot. Het is tijd om te incasseren en u brengt uw papyrus naar een veiling, bruingewassen en wel.

Zo’n veiling is geheel risicoloos als ze besloten is, zoals gebeurde bij de Sapfopapyri: een veilinghuis bemiddelt tussen een anonieme verkoper en een zeer beperkt aantal geïnteresseerden, zonder openbare aanbieding.

Uw slachtoffer is een verzamelaar die óf inhoudelijk belangstelling heeft óf financieel voordeel ziet. Of allebei, zoals Steve Green. Die zette een stichting op die in 2017 in Washington een Museum voor de Bijbel opende, doneerde zijn aankopen aan dat museum en profiteerde van een belastingaftrek. Om die zo hoog mogelijk te laten zijn, had hij zelf de oudheidkundigen betaald die de wetenschappelijke publicaties verzorgden en de waarde van zijn gift — en dus de omvang van zijn belastingaftrek — verhoogden.

Het kan natuurlijk gebeuren dat u tegen de lamp loopt, maar maakt u zich daarover maar niet te veel zorgen. De politie mengt zich niet graag in wat ze beschouwt als vooral wetenschappelijke aangelegenheden en begint eigenlijk altijd te laat aan het onderzoek. Het is een van de belangrijste redenen waarom de plundering van erfgoed momenteel op industriële schaal kan plaatsvinden.

Bovendien profiteert u hoe dan ook van de academische rookgordijnen. Bij het Evangelie van de Vrouw van Jezus en bij de papyri waarbij Obbink betrokken is, lijkt sprake te zijn van misleiding, terwijl andere wartaal voortkomt uit het feit dat oudheidkundigen te gespecialiseerd zijn om te weten wat ze zeggen. Kortom, het duurt even voordat er duidelijkheid is.

En zo kon het gebeuren dat Serop Simonian voor de Artemidoros-papyrus € 2.750.000 kon opstrijken en dat het misdrijf, toen het vorig jaar uitkwam, was verjaard.

Eind maart verschijnt Lenderings boek over de wedloop tussen vervalsers en onderzoekers, Bedrieglijk echt (Utrecht: Omniboek).

Op zijn website de Mainzer Beobachter is meer te lezen over papyrussen waar wat mee aan de hand is.

 

Uit: Skepter 33.1 (2020)

 

Vond u dit artikel interessant? Overweeg dan eens om Skepsis te steunen door donateur te worden of een abonnement op Skepter te nemen.

Steun Skepsis

Jona Lendering is historicus, webmaster van Livius.org en redacteur van Ancient History Magazine.