Discussie over astrologie

[inleiding]

brief 2 van Rob Nanninga, skepticus

Beste heer Roelofs,

Bedankt voor de bijlage. Tot aan 1950 zijn er bijna geen empirische studies naar de waarde van astrologie uitgevoerd. Het idee dat astrologen al 4000 jaar statistische gegevens verzamelen, lijkt me niet correct. De statistiek werd binnen de wetenschap pas in de 19de eeuw ontwikkeld en astrologen hebben er nog steeds geen kaas van gegeten.

Inmiddels zijn er in totaal circa 500 wetenschappelijke experimenten met astrologie uitgevoerd. Daaruit is niet gebleken dat astrologische uitspraken verband houden met controleerbare feiten.

Helaas wordt al dit onderzoek bijna volledig genegeerd door professionele astrologen. Ook op astrologische opleidingen wordt er vrijwel geen aandacht aan besteed. Astrologen gaan bij voorkeur af op hun eigen ervaringen, maar leren niet hoe ze zelf betrouwbaar onderzoek kunnen uitvoeren. Sommige astrologen menen dat ze in hun praktijk bepaalde ontdekkingen hebben gedaan, maar daarbij worden steeds opnieuw dezelfde elementaire onderzoeksfouten gemaakt.

Enkele voorbeelden van empirisch onderzoek.

1. Neem een groep van 1200 personen. Kies daaruit door middel van een betrouwbaar psychologisch onderzoek de 40 personen die het meest extravert zijn en de 40 personen die het meest introvert zijn. Verzamel nauwkeurige geboortegegevens van deze personen en maak voor elke persoon een geboortehoroscoop. Geef alle geboortehoscopen aan een aantal ervaren astrologen en laat hen bepalen welke horoscopen bij de extraverte personen horen en welke bij de introverte. Dat blijken ze niet te kunnen: ze scoren niet beter dan de kansverwachting (50%). Sterker nog: hun oordelen komen onderling in het geheel niet overeen. Als een horoscoop volgens de ene astroloog van een introverte instelling getuigt, dan is de kans 50% dat een andere astroloog deze horoscoop als extravert zal duiden.

Introversie/extraversie is een van de meest duidelijke en stabiele eigenschappen. Daar zijn psychologen het over eens. Als je de 3% meest extraverte en de 3% meest introverte mensen neemt, dan heb je dus echt tegenpolen. De onderzochte astrologen hadden hier volgens mij beslist beter moeten scoren dan 50%, want dat is niet beter dan de kansverwachting. Wie een euro opgooit om zijn keuzes te bepalen scoort gemiddeld ook 50%. Met andere eigenschappen is het evenmin gelukt.

Om een statistisch significant resultaat te behalen, hoeven de astrologen beslist niet alles goed te hebben. Als je 80 personen willekeurig in twee categorieën gaat indelen, dan mag je verwachten dat je er toevallig 40 goed hebt (50%). Het zou opmerkelijk zijn wanneer er bijvoorbeeld 55 van de 80 goed worden ingedeeld, want de toevalskans op zo’n resultaat is kleiner dan 1 op 1000.

2. Geef een astroloog de geboortegegevens van drie verschillende personen en laat hem of haar voor elke persoon een horoscoopduiding op schrift stellen. Geef deze drie horoscoopinterpretaties aan de drie proefpersonen en laat hen kiezen welke beschrijving het beste bij henzelf past. Dan blijkt dat ze gemiddeld slechts in 1 op 3 gevallen hun eigen horoscoopinterpretatie kiezen (niet vaker dan het toeval voorspelt). Astrologen zeggen dat ze kunnen zien dat astrologie werkt omdat hun cliënten zo tevreden zijn. Dat heeft echter niets te betekenen. Cliënten zijn namelijk even tevreden wanneer de astroloog verkeerde geboortegegevens gebruikt! Om een succesvolle horoscoopinterpretatie te geven, hoef je niet te beschikken over de correcte gegevens.

3. Vergelijk personen met elkaar die in dezelfde plaats en op vrijwel hetzelfde tijdstip (hoogstens 5 minuten verschil) zijn geboren, maar niet dezelfde moeder hebben. Het zijn zogenoemde tijdtweelingen. In een stad met 1 miljoen inwoners worden er jaarlijks ongeveer 4000 van zulke paren geboren. Lijken ze meer op elkaar dan op mensen die op andere tijdstippen werden geboren? Het antwoord is nee.

4. Verzamel de geboortegegevens van een grote groep personen die een bepaald kenmerk met elkaar gemeen hebben, bijvoorbeeld mensen die uitblinken in een bepaald beroep of die zichzelf van het leven hebben beroofd. Zijn er in hun horoscopen kenmerken te vinden die vaker voorkomen dan bij een groep willekeurige personen? Ook dat blijkt niet het geval te zijn.

5. Geef astrologen de geboortegegevens van een aantal proefpersonen, zodat ze daar zelf geboortehoroscopen van kunnen maken. Laat de astrologen een vragenlijst maken die deze proefpersonen moeten invullen. Kunnen de astrologen nu vaststellen welke antwoordenlijst bij welke geboortehoroscoop hoort? Nee, ze scoren niet beter dan de kansverwachting.

6. Neem een bepaalde astrologische uitspraak, bijvoorbeeld Tweelingen zijn communicatief. Verzamel een grote groep personen die zeer communicatief zijn en kijk of daar extra veel Tweelingen tussen zitten. Of verzamel een grote groep Tweelingen en bepaal of die communicatiever zijn dan gemiddeld. Het is nog niet gelukt om op deze manier een herhaalbaar resultaat te vinden.

Het is natuurlijk waar dat er in een geboortehoroscoop veel meer factoren te vinden zijn dan het zonneteken. Het is mogelijk dat de invloed van het zonneteken slechts heel gering is. Maar dat is geen probleem: wanneer je steekproef groot genoeg is, dan kan de invloed statistisch worden aangetoond, al is hij nog zo klein. Overigens heb je er dan als astroloog in de praktijk niet veel meer aan.

Astrologen komen op basis van een geboortehoroscoop gewoonlijk tot sterk uiteenlopende conclusies omdat er zo veel factoren zijn die ze een rol kunnen toebedelen. Iedere astroloog maakt er wat anders van want er zijn geen duidelijke regels en criteria.

7. Geef een astroloog de geboortegegevens van vijf personen, laat hem daar horoscopen van maken die hij uitvoerig mag bestuderen. Stuur vervolgens 1 van de 5 personen naar de astroloog. De astroloog moet proberen om te ontdekken welke horoscoop bij de persoon hoort. Hij heeft de horoscopen voor zich liggen en mag de persoon alles vragen wat hij wil, behalve zijn geboortedatum. Om het niet te makkelijk te maken zijn de horoscopen van personen die ongeveer even oud zijn en het zelfde zonneteken hebben (want bijna iedereen kent zijn eigen zonneteken). Lukt het nu om er samen met de proefpersoon achter te komen welke horoscoop de juiste is? Wat denkt u?

U schreef dat de maan in een maand rond de zon draait. Dat zal hopelijk een vergissing zijn. U schreef ook dat de maan eb en vloed veroorzaakt en daarom ook invloed heeft op de mens, omdat we grotendeels uit water bestaan. Maar dat valt tegen. Ons gewicht zal hooguit 0,0000035 procent afnemen wanneer de maan pal boven ons staat. Bij de geboorte oefent de verloskundige op de baby een getijdenwerking uit die meer dan duizend keer groter is dan die van de maan en vele miljarden keren groter dan van een planeet.

Met vriendelijke groet,

Rob Nanninga
redactie Skepter


Mailwisseling

00. Inleiding
01. Karel Roelofs: 3 februari 2007
02. Rob Nanninga: 3 februari 2007
03. Karel Roelofs: 4 februari 2007
04. Rob Nanninga: 4 februari 2007
05. Karel Roelofs: 6 februari 2007
06. Rob Nanninga: 7 februari 2007
07. Karel Roelofs: 8 februari 2007
08. Rob Nanninga: 10 februari 2007
09. Karel Roelofs: 13 februari 2007
10. Rob Nanninga: 17 februari 2007
11. Karel Roelofs: 17 februari 2007

Enkele relevante links

De Astrotest
A tough match for astrologers
De sterren zwijgen
Astrologie en psychologie
Bedrijfsastrologie
Waarom astrologen geloven
Astrology and Science website

Vond u dit artikel interessant? Overweeg dan eens om Skepsis te steunen door donateur te worden of een abonnement op Skepter te nemen.

Steun Skepsis