Sadistisch misbruik in de Tweede Kamer

Het was al een aantal keren uitgesteld, maar op 21 december 2022 zag dan eindelijk, na anderhalf jaar, het rapport van de commissie-Hendriks het licht. De — niet geheel onverwachte — conclusie: er zijn geen aanwijzingen voor het bestaan van netwerken waarbinnen satanisch ritueel misbruik plaatsvindt.

door Pepijn van Erp en Peter Zegers – Skepter 36.1 (2023)

Satanic Temple Detroit (Matt Anderson)

IN de Verenigde Staten brak in de jaren tachtig een ‘morele paniek’ uit over satanisch ritueel misbruik. In Nederland was men wat minder geschokt, maar er kwam wel zoveel discussie op gang dat de overheid besloot een Werkgroep Ritueel Misbruik op te zetten. De werkgroep, onder leiding van mr. Joost Hulsenbek, kwam in 1994 met zijn rapport. Van netwerken die zich met ritueel misbruik bezighouden was geen spoor te bekennen en de verhalen van slachtoffers over dergelijke rituelen waren mogelijk ontstaan door suggestieve vragen van therapeuten. Ook de discussie over ‘hervonden herinneringen’ speelde destijds een grote rol. In Skepter 2010, nr. 1 en nr. 2, heeft Tjalling Beetstra, die in 2009 promoveerde op de ‘sociale constructie van satanisch ritueel misbruik’, de geschiedenis uitgebreid beschreven.

Expertisegroep

Een van de uitvloeisels van de publicatie van het rapport was, ondanks de negatieve bevindingen, de oprichting in 1999 van de Landelijke Expertisegroep Bijzondere Zedenzaken, de LEBZ. Deze groep wetenschappers moet bij elke aangifte waarin sprake zou kunnen zijn van rituelen de politie adviseren. Kort door de bocht gesteld, beoordelen deze experts of de verhalen van de slachtoffers geloofwaardig zijn en of het zinvol is die verder te onderzoeken. Deze aanpak moet onder andere voorkomen dat vermeende daders ten onrechte als verdachten van misbruik worden aangemerkt.

Een groep slachtoffers en therapeuten, veelal uit streng christelijke hoek, bleef echter geloven in het bestaan van satanisch ritueel misbruik. De LEBZ zou volgens deze groep louter erop uit zijn meldingen van ritueel misbruik te bagatelliseren om de satanische netwerken uit de wind te houden.
In 2018 kreeg de groep steun uit onverwachte hoek.

Argos: ‘Het verhaal van Lisa’ (2018) – VPRO / HUMAN

Argos

Het onderzoeksprogramma Argos liet in de uitzending van 8 december 2018 het meisje ‘Lisa’ aan het woord, dat zeer ernstig misbruikt zou zijn door een netwerk van mannen die in het dagelijks leven voorname posities in de maatschappij bekleedden — hoge ambtenaren, advocaten, artsen, politieagenten. Haar verhaal leek sterk op alle andere verhalen over ritueel misbruik, compleet met allerlei gruwelijke details. Ze zou zelfs bevallen zijn van een baby die werd vermoord door haar misbruikers en in de Nieuwe Scheveningse Bosjes was begraven. Toen Lisa vijftien jaar oud was, had ze met haar moeder aangifte gedaan.

De LEBZ had de politie in deze zaak geadviseerd en de getuigenis als ongeloofwaardig bestempeld, waarna verder onderzoek gestaakt werd. De moeder van het slachtoffer, Marlies van Muiswinkel, had al in 2013 aangifte tegen haar ex gedaan wegens zedendelicten tegen haarzelf en haar twee dochters en wegens het bezit van kinderporno. Zij zette nu alles op alles om via een zogeheten artikel 12-procedure het Openbaar Ministerie te dwingen alsnog werk te maken van de aangifte — daarin figureerde haar ex ook nog als lid van een pedofilienetwerk. Haar klachten werden ongegrond verklaard.

Kennelijk had Van Muiswinkel de Argos-journalisten Sanne Terlingen en Huub Jaspers er alsnog van weten te overtuigen dat er serieus bewijs was voor de zwangerschap en de betrokkenheid van haar ex.

Discussie

VPRO / HUMAN

In vervolguitzendingen stelde het Argos-duo de werkwijze van de LEBZ ter discussie en rakelde het de discussie rond ‘hervonden herinneringen op. Na twee jaar, in juni 2020, konden de twee verslag doen van hun eigen onderzoek onder slachtoffers. In die uitzending, getiteld ‘Glasscherven en duistere rituelen’, zit ook een uitgebreid gruwelverhaal van ‘Marinke’, een slachtoffer van de cult. Terlingen en Jaspers vonden in hun enquête zoveel overeenkomsten tussen de verhalen van slachtoffers, dat nieuw onderzoek volgens hen gerechtvaardigd zou zijn. Veel concreter dan dat het vaak om dezelfde locaties zou gaan en dat slachtoffers foto’s van daders zouden herkennen die eerder al door andere slachtoffers genoemd worden, werd het echter niet. Dat zou immers, volgens de journalisten, de vrouwen die nog steeds onder invloed staan van de cult in gevaar kunnen brengen.

Het was opvallend hoe weinig kritiek er kwam op de uitzending van Argos, terwijl er toch duidelijk hoorbaar het een en ander rammelde aan de methodiek en bewijsvoering van de journalisten. Het radioprogramma had echter een uitstekende reputatie en al vele journalistieke prijzen gewonnen. Het verhaal van Argos werd bovendien omarmd door de believers in satanisch ritueel misbruik en QAnon-aanhangers — terwijl die normaal gesproken niet veel op hebben met de mainstream media — hetgeen ook voor de nodige tractie zorgde.

Tweede Kamer

Niels van den Berge (GroenLinks), Michiel van Nispen (SP) en Attje Kuiken (PvdA) waren in ieder geval danig onder de indruk van wat Argos te berde had gebracht, en stelden een reeks kamervragen aan de minister van Justitie en Veiligheid. De antwoorden bevredigden hen niet en zo kwam het tot een unaniem aangenomen motie met het verzoek een onderzoek te starten naar aard en omvang van ‘georganiseerd sadistisch misbruik’ — een nieuwe (en verhullende) term — in Nederland.

Een motie waarin gevraagd wordt om een nieuw onderzoek naar seksueel ritueel misbruik werd unaniem aangenomen. (zie ook Kloptdatwel)

Na een aanvankelijke weigering gaf de minister het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) opdracht onderzoek te doen. Dit ‘kennisinstituut’ voor het ministerie van Justitie en Veiligheid gaf de opdracht echter na drie maanden alweer terug: ‘Op basis van de expertsessie is de conclusie onontkoombaar dat de deskundigen geen heil zien in een betrouwbare omvangschatting op basis van de thans bekende methodes.’ Kenmerken ‘inherent aan dit misbruik (zoals de extreme verborgenheid en verhulling) maken een omvangschatting onmogelijk’, aldus het WODC in zijn rapport, (On)mogelijkheden onderzoek omvang kindermishandeling.

Jan Hendriks, hoogleraar forensische orthopedagogische diagnostiek en behandeling aan de Universiteit van Amsterdam, bleek alsnog bereid een onderzoek te leiden. Al snel werd er vanuit de kringen van ‘slachtoffers’ en therapeuten kritiek geleverd op de samenstelling van de commissie. Hendriks zou niet onafhankelijk genoeg zijn en sowieso zou de commissie niet benoemd moeten worden door de minister van Justitie omdat er zich in dat ministerie ‘daders’ zouden bevinden die elk serieus onderzoek konden dwarsbomen.

Deze kritiek werd gretig opgepikt door Gideon van Meijeren (Forum voor Democratie) die het onderwerp gebruikte voor frontale aanvallen op de minister en wederom de suggestie wekte dat op het ministerie hoge ambtenaren werkzaam zouden zijn die er alle belang bij hebben om een echt onafhankelijk onderzoek te voorkomen. Zijn motie de commissie-Hendriks te vervangen, kreeg alleen steun van FvD, PVV, Groep-Van Haga en BBB.

‘Sadistisch’

De commissie-Hendriks — voluit de Tijdelijke Onderzoekscommissie Georganiseerd Sadistisch Misbruik van Minderjarigen — constateert in haar eindrapport van eind vorig jaar dat de term ‘sadistisch’ geïntroduceerd werd om de beladen term ‘ritueel misbruik’ te vermijden en op deze manier het aannemen van de motie waarschijnlijker te maken. Geen vreemde constatering, want dat had een van de indieners van de motie zelf verklaard in een uitzending van Argos. De motie rept ook alleen van misbruik, terwijl er bij Argos ook sprake was van het offeren van kinderen en dieren. Het is alsof de parlementariërs heel graag onderzoek wilden naar de gruwelverhalen, maar niet te boek wilden komen te staan als believers.

De verwachting dat de commissie die verhalen nog eens grondig zou onderzoeken, wordt meteen de kop ingedrukt:

Vanaf de start van ons werk hebben we als Commissie aangegeven dat we niet aan waarheidsvinding kunnen doen, omdat het verifiëren van bewijsmateriaal voorbehouden is aan politie en justitie. We beseffen dat dit teleurstellend kan zijn voor slachtoffers. Dat geldt overigens ook voor degenen die aangeven dat ze ten onrechte beschuldigd zijn van georganiseerd sadistisch misbruik.

De commissie hoopt met het rapport en de veertien deelrapporten ‘bij te dragen aan kennis over dit onderwerp en zicht te geven op de veelheid aan argumenten hierbij.’ En gezegd moet worden dat het totaal een overzicht biedt dat een gedegen indruk maakt. Het deelrapport ‘Neurowetenschappelijke en psychologische inzichten met betrekking tot geheugen, trauma en dissociatie’ geeft bijvoorbeeld een overzicht over de discussie rondom hervonden herinneringen en het bestaan van dissociatie, wat ook wel als meervoudige persoonlijkheidsstoornis bekend staat. In ‘Dwingende controle, extreme beïnvloeding en desinformatie in relatie tot georganiseerd sadistisch misbruik van minderjarigen’ valt te lezen hoe een netwerk van plegers in staat is slachtoffers psychologisch te bespelen. Dit blijkt vrij ver te kunnen gaan, maar complotmythes over kindermisbruik worden hierbij vooral ingezet om slachtoffers aan de groep te binden, en verhullen het feitelijke karakter van het misbruik.

Inzage

Uit het rapport blijkt echter ook dat de twee journalisten van Argos geen inzage wilden geven in hun onderzoek aan de commissie. Zelfs de vragenlijst van hun enquête wilden ze niet delen — terwijl die gewoon lange tijd online beschikbaar was geweest — omdat hun informanten onvoldoende vertrouwen in de commissie hadden. In een reactie op het rapport ontkent Argos van het bestaan van ritueel misbruik te zijn uitgegaan, maar meldt wel licht zelfkritisch te weinig onderscheid gemaakt te hebben tussen feiten en meningen, waardoor die verkeerde indruk kon ontstaan.
(Uit betrouwbare bron weten we dat er binnen de redactie grote onenigheid was over de uitzending, iets waarover Sanne Terlingen zich in 2022 ook beklaagde op een jaarlijks journalistiekfestival in Perugia. Niet veel later vernamen we dat zij bij Argos was vertrokken.)

Omvang

Alle wetenschappers die de commissie interviewde zijn het er, net als het WODC, over eens dat georganiseerd misbruik van minderjarigen voorkomt, maar dat de omvang ervan niet goed te schatten is. Wel stelt de commissie vast dat er nu onvoldoende toegangsmogelijkheden zijn tot gespecialiseerde hulp voor deze specifieke groep slachtoffers. Bij de adviezen lezen we dan ook dat er een landelijk meldpunt voor seksueel misbruik en een multidisciplinair kenniscentrum zouden moeten komen.

Van Muiswinkel

Mensen die hadden meegewerkt aan het onderzoek kregen vooraf inzage in het eindrapport en hadden eerder ook al commentaar kunnen insturen op een conceptversie. Zo konden op de dag dat het rapport uitkwam Corinne Dettmeijer en Miranda Freriks, bestuurders van de Stichting Misbruikt, al een omvangrijk tegenrapport aan Tweede Kamerlid LisaWesterveld (GroenLinks) aanbieden. Dettmeijer was van 2006 tot 2017 Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen. Opvallend genoeg werden zij vergezeld door Van Muiswinkel, die als directeur-bestuurder van de Stichting Lisa Tegen Georganiseerd Kindermisbruik ook twee keer sprak met de commissie.

Een van de bezwaren in hun tegenrapport is dat de commissie-Hendriks in het geheel geen aandacht besteedt aan de zaak-Lisa. De commissie onderbouwde dat eerst met het argument dat die zaak te oud zou zijn, maar later dat het voor te veel polarisatie zou zorgen. Op zich is dat laatste wel te begrijpen, als je ziet hoe die zaak een begrip op zich is geworden in kringen van complotdenkers en hoezeer Van Muiswinkel daar een rol in speelt. Het tegenrapport herhaalde zo ongeveer alle argumenten die Van Muiswinkel had gebruikt voor haar artikel 12-procedure en in de uitzendingen van Argos.

Bij het als sterkst gepresenteerde bewijs, screenshots van een boekhouding die volgens haar zouden slaan op kinderhandel (‘een prijslijst’), bleek het echter al snel te gaan om voorbeelden afkomstig uit de handleiding van het boekhoudprogramma Exact. Termen als parent en child zijn gebruikelijk om relaties tussen databases te beschrijven en verwijzen daar niet altijd naar dubieuze praktijken.

Baarmoedermond

Van een ander ‘sterk’ bewijs, een foto van de baarmoedermond van Lisa waaraan te zien zou zijn dat zij minstens eenmaal bevallen is, is de herkomst niet duidelijk. Argos liet de interpretatie van de foto bevestigen door een gynaecoloog, maar de gynaecoloog die de foto gemaakt zou hebben, is nooit in beeld gekomen. Het meest opmerkelijke van het tegenrapport is echter de bewering dat er wel degelijk ruimschoots beeldmateriaal zou bestaan van ritueel misbruik, ondanks de ontkenning daarvan door officiële instanties in zowel Duitsland als Nederland. Van Muiswinkel zelf kon het ook niet leveren.

Het rapport van de Commissie Hendriks is ook in boekvorm verschenen.

Herhaling van zetten

De kans is groot dat er, ook na dit rapport, opnieuw allerlei ‘slachtoffers’ zullen opduiken met allerlei gruwelverhalen. Het onderzoek van Hulsenbek uit de jaren negentig zorgde immers ook niet voor een einde aan deze verhalen. Gezien de weigering van velen die geloven in het bestaan van ritueel misbruik, zowel ‘slachtoffers’ als therapeuten om met de commissie-Hendriks mee te werken, zullen die zich wel blijven ingraven in hun eigen gelijk.

Er volgt nog een aparte evaluatie van de LEBZ, maar het lijkt niet waarschijnlijk dat daar nog spannende zaken uit zullen voortkomen. De meeste Kamerleden blijken zich te richten op ‘sadistisch misbruik’ en hebben het niet meer over ‘ritueel misbruik’ — wat toch eigenlijk de aanleiding was. Waarschijnlijk zullen de aanbevelingen uit de rapporten worden overgenomen, en daarmee is de kwestie dan voorlopig weer een tijdje van de politieke agenda.

Het enige wat nodig lijkt om over een aantal jaren de discussie wederom op te rakelen is dat een journalistiek medium dat als betrouwbaar te boek staat de gruwelverhalen weer serieus neemt. Of dit nieuwe rapport dan nog genoeg weerstand kan bieden tegen het idee dat ‘er misschien toch iets in die verhalen zit dat goed uitgezocht moet worden’, zullen we moeten afwachten. De recente geschiedenis stemt niet heel optimistisch.

Uit: Skepter 36.1 (2023)

Vond u dit artikel interessant? Overweeg dan eens om Skepsis te steunen door donateur te worden of een abonnement op Skepter te nemen.

Steun Skepsis

Pepijn van Erp is wiskundige, redacteur van Skepter en bestuurslid van Skepsis.
Peter Zegers is boekverkoper en publicist. Zijn weblog is Scepticus.nl.