door Jan Willem Nienhuys (08/05/2014)
Heden donderdag 8 mei 2014 diende bij de politierechter in Rotterdam de zaak van zwartezalfverkoopster Goverina (Rineke) van den Berg. Ze stond terecht voor het verkopen van voor de gezondheid schadelijke waren en van overtreding van de Geneesmiddelenwet, meer precies het aanbieden en verkopen van geneesmiddelen zonder de vereiste handelsvergunning en ook het in voorraad hebben daarvan. Na een zitting van drie uur (die ook nog eens drie uur te laat begon) werd ze veroordeeld tot een voorwaardelijke taakstraf van 120 uur, met een proeftijd van twee jaar.
De belangstelling was behoorlijk groot. Ik telde ca. 15 familieleden, acht journalisten en ruim veertig andere belangstellenden (onder wie 20 farmaciestudenten). De bodes zeiden dat een dergelijke belangstelling maar zelden voorkwam. Daarom werd de zitting verplaatst naar een ander gebouw. Dat zorgde al voor een vertraging van een half uur. Daarna begon de zitting met een zaak tegen een basisarts die de tandheelkunde had uitgeoefend. Die zaak duurde in plaats van een half uur ruim twee uur. Toen de zaak van de Zwarte Zalf begon, was het inmiddels niet kwart over tien, maar 13:20.
De advocaat, mr. W. Römelingh (die ik al eerder had gezien bij het proces-Molina) deelde mee dat zijn cliënt niet was verschenen omdat ze bang zou zijn voor een showproces. De rechter, mr. J. Boek (volgens EditieNL), begon het dossier samen te vatten. De verdachte had niet onder stoelen of banken gestoken dat ze de Zwarte Zalf aanbeval tegen huidkanker. Ze had er behoorlijk wat van verkocht.
Weefselversterf
Zo was ze op 13 februari 2012 met haar handeltje begonnen, en had kort na de initiële publiciteit wel 600 bestellingen gekregen, en toen er op 31 augustus 2012 huiszoeking werd gedaan, trof men daar 50 potjes aan, naar verklaring van de verdachte een voorraad voor twee of drie weken. Kortom, het spul moet aan honderden personen zijn verkocht.
De term ‘Zwarte Zalf’ slaat op diverse substanties. Het is niet duidelijk uit de processtukken dat de samenstelling dezelfde is als die in het buitenland verschrikkelijke verminkingen veroorzaakt heeft. Ik ving op dat in elk geval het gevreesde bestanddeel Sanguinaria canadensis (Canadese bloedwortel, blootroot in Rinekes termen) er helemaal niet in zat! Alpinia galanga, ook bekend als laos dat je zo bij Albert Heijn kunt krijgen, alsmede graviola (Annona muricata) zaten er wel in, dacht ik te verstaan. Wat er heel zeker in zat, was een zeer hoog gehalte aan zinkchloride (een tamelijk sterk zogeheten Lewis-zuur). Volgens een rapport van het RIVM heeft dat een sterk corrosieve werking, en kan het tot zeer ernstige aantasting van de huid leiden. Er zat ook dimethylsulfoxide (DMSO) in, wat ertoe bijdraagt dat andere stoffen makkelijk de huid penetreren. Op de foto hieronder (ontleend aan de EditieNL-uitzending) ziet u advocaat en rechter in discussie over het opschrift van het potje.
Het zinkchloride veroorzaakt weefselversterf, en daarna korstvorming, en na een tijdje valt de korst er dan af. De standaardmethode van huidkanker verwijderen is dat die weggesneden wordt, maar dan moet de chirurg zorgen dat er geen uitlopertjes blijven zitten. Met een dergelijk korstvormend product (in plaats van chirurgie) verdwijnt er mogelijk wel een deel, maar het is net zo onveilig als wanneer men zelf met een scheermesje voor chirurg gaat spelen.
Even terzijde: ik was verbaasd dat de officier ter zitting de naam van het DMSO in de stukken moest corrigeren en het toch nog fout had (ze maakte er dismethylsulfoxide van) en ook dat de rechter over zinkchloride opperde dat iedereen thuis in de medicijnkast wel zinkzalf (= vaseline met tien procent zinkoxide, JWN) heeft staan. Hoe knap die juristen ook zijn, het verschil tussen chloride en oxide, tussen sulfide en sulfoxide, natriumchloride en natriumhypochloriet ontgaat ze volledig.
Mr. Boek citeerde uit de stukken dat er na het Radar-programma wel veel positieve reacties waren geweest, maar dat ondanks de grote publiciteit zich niemand gemeld had die blijvende schade had ondervonden. Wel had een vrouw foto’s van haar ‘genezingsproces’ gepost en die foto’s ontlokten de rechter de opmerking dat hij wel wat gewend was van moordzaken, maar dat deze foto’s er best smerig uitzagen.
Opzet?
Voor artikel 174 van het Wetboek van Strafrecht gaat het om weten dat men schadelijke waren verkoopt. Het is een opzetdelict. Wist Rineke dat het schadelijk was? Op de potjes stond in het Duits dat het om een soort schoenpoets ging. Rineke wist ook dat het in Duitsland verboden was (daarom ‘schoenpoets’) en ook dat er in de VS mensen voor naar de gevangenis zijn gegaan. Zelf was ze tijdens haar verhoor in snikken uitgebarsten toen ze met de gruwelijke foto’s was geconfronteerd, maar daarna was ze blijven zeggen dat haar product goed was. Wat ze wist over de risico’s en niet gemist kon hebben toen ze op internet naar documentatie zocht, stond nergens op een door haar zelf geschreven bijsluiter. Maar wat er nou precies inzat, dat wist ze niet, ze ging er vanuit dat degenen die het maken het wel wisten. (Ik heb in mijn verslagje over haar lezing ook al opgemerkt dat haar warenkennis beneden alle peil was.)
De rechter vermeldde nog wat over haar persoonlijke omstandigheden. Ze was als tuindersdochter van jongsaf aan met kruiden in de weer geweest, en had een HBO-opleiding schoonheidsspecialiste. De gegevens van de reclassering vermeldden onder meer een duidelijk gebrek aan zelfinzicht. Haar bedrijfje MMS4U is kapot.
De officier had eigenlijk weinig toe te voegen aan het overzicht van de rechter. Van den Berg had bij het verhoor verklaard dat ze geloofde aan de werking van de zalf (ook als diagnostisch middel: heb je geen kanker, dan gebeurt er helemaal niets, beweerde ze), maar dat ze daar na het gesprek met de Inspectie niet meer in geloofde. De officier wees erop dat ze daarna het spul toch weer in lezingen was gaan propageren (bijvoorbeeld op 4 september 2012, te weten bij de lezing waarvan ik verslag heb gedaan [in gearchiveerde discussie]). De reclassering had de recidivekans klein geschat, maar dat zag de officier niet zo zitten.
Ook het verhandelen van een geneesmiddel zonder handelsvergunning was bewezen. Het is in dit verband misschien vreemd om het spul een geneesmiddel te noemen, maar zo gauw je iets aanprijst als geneesmiddel is het dat in de zin van de Geneesmiddelenwet, en dan heb je een vergunning nodig, die je uiteraard alleen maar krijgt als het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen een ingeleverd dossier heeft goedgekeurd. Van den Berg had wel gezegd dat ze van plan was om zo’n goedkeuring te krijgen, waarschijnlijk zonder ook maar een flauw benul te hebben van wat daarbij komt kijken (minimaal toch een paar miljoen euro voor klinische proeven, en dat kan tot een miljard oplopen).
De officier eiste een onvoorwaardelijke taakstraf van 240 uur voor de verkoop van schadelijke waren en voor de overtredingen van de Geneesmiddelenwet een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden met een proeftijd van drie jaar.
Advocaat met laos
Daarna was mr. Römelingh aan de beurt. Vanuit de publieke tribune zag ik de aanwezige journalisten niets meer opschrijven en verveeld met hun mobieltje zitten spelen. De advocaat weigerde zijn pleidooi in de microfoon te spreken (dan zou hij namelijk ongunstig ten opzichte van de camera staan), zodat hij door het kogelwerende glas nauwelijks was te horen. Hij voerde een soort show op, waarbij hij zich ook regelmatig tot de camera wendde. Ik kon nog net verstaan dat hij heel veel research had gedaan of bekeken, maar de rest ontging me. Op een bepaald punt gaf hij officier, rechter en griffier alledrie een potje laos van Conimex uit Albert Heijn, mogelijk als onderdeel van een betoog dat het spul helemaal niet gevaarlijk was, en dat de deskundigen er dus niks van wisten. Dat ontlokte aan de rechter de opmerking dat je het niet in je ogen moet smeren. Zoiets.
Na afloop van zijn betoog, dat meer dan een vol uur duurde, reageerde de officier op enkele details. Kennelijk had Römelingh haar verweten dat het haar om publiciteit te doen was, omdat ze af en toe naar de camera had gekeken, en dat het OM daarom niet ontvankelijk was! Er waren nog enkele juridische details en de officier steeg in mijn bewondering omdat ze meteen jurisprudentie paraat had om wat zaken te weerleggen. Eén detail: het OM kreeg het verwijt dat men de media bespeeld had en stemming had gemaakt door bijvoorbeeld te vertellen dat de maximumstraf bij overtreding van art. 174 vijftien jaar gevangenisstraf is. Dat staat echter gewoon in dat wetsartikel, je kunt het OM toch niet verwijten dat ze een wetsartikel citeren. (Vijftien jaar is ook helemaal niet excessief voor iemand die bijvoorbeeld afgewerkte transformatorolie met PCB’s door de slaolie mengt en daarvan enkele tienduizenden flessen verkoopt. Dat valt ook onder deze wet.)
Verdediging afgewezen
Na een korte schorsing deed de rechter uitspraak. Hij ging in op de argumenten van de verdediging.
– De redenering dat iets niet schadelijk is als er geen schadelijke gevolgen zijn, wees hij af. Als het een stof is die gevaarlijk is volgens het oordeel van deskundigen (behalve het RIVM was meen ik ook TNO ingeschakeld) dan is dat al voldoende. Je hebt pas een probleem als er geen deskundigen zijn die verklaren dat iets gevaarlijk is, én er bovendien geen schade is opgetreden.
– Römelingh had betoogd dat de deskundigen geen deskundigen waren. Zij waren dat echter toch, zei de politierechter, omdat de rechter-commissaris hun opleiding en ervaring had beoordeeld. Römelingh had aangevochten dat dr. Dries de Kaste (apotheker en senior wetenschappelijk medewerker bij het RIVM) de deskundige was, omdat het niet met zoveel woorden in het rapport van het RIVM stond. Maar dat vond de rechter onzin, het was volkomen duidelijk dat het om De Kaste ging.
– Römelingh had betoogd dat TROS Radar een stroman was van het OM en dat er dus van uitlokking sprake was. Ook dat slaagde niet want TROS Radar was naar een aangekondigde lezing gegaan waar het Van den Bergs bedoeling was geweest potjes te verkopen.
– De rechter wees erop dat Römelingh weliswaar de expertise van het RIVM had aangevochten, maar dat die de uitslag van de analyse niet had betwist, en ook geen contra-expertise had aangevraagd.
– Römelingh had geprotesteerd tegen het feit dat tijdens het verhoor van Van den Berg geen advocaat aanwezig was geweest (ze had wel daarvoor met een advocaat gesproken) en dat de Hoge Raad dat niet zou accepteren, omdat het er dik in zat dat die dat in een andere zaak ook niet deed (althans zo begreep ik het). De rechter zei dat hij zich aan het geldende recht zou houden, en niet ging vooruitlopen op wat de Hoge Raad misschien zou gaan zeggen.
In feite accepteerde de rechter geen enkel punt van de verdediging. Alle argumenten werden afgewezen.
De rechter vond dat alle tenlasteleggingen bewezen waren, maar ging niet mee met de eis van de officier, voornamelijk omdat de kwakzalfster oprecht had geloofd in haar spul, en duidelijk geen criminele intentie had. Op de valreep bedacht de rechter dat de proeftijd toch maar twee jaar kon zijn, maar waarom weet ik niet.
Ik zal op deze plek nog berichten of het OM of Van den Berg in hoger beroep gaan. Mocht u zelf iets over de zaak willen weten: het parketnummer is 10-765022-12; als u een zitting wilt bijwonen, adviseer ik u zich van tevoren aan te melden. Dat voorkomt teleurstellingen.
PS. Op de site van RTV Rijnmond staat ook een verslagje. Ik maak uit het verslag op dat de ‘familie’ (die samen met de journalisten beneden in de zaal mochten zitten (in plaats van op het balkon achter kogelwerend glas) gedeeltelijk uit aanhangers en tevreden patiënten bestond. Daar komt ook een vrouw aan het woord die de zwarte zalf had gebruikt om een wrat te verwijderen. Daar heeft de echte dokter toch wel iets voor dat minder smerig is, denk ik zo. EditieNL had een kort itempje (4.29 tot 7.22) waarin Römelingh ongeveer 7 seconden te zien is.
Noot 23 mei 2014: navraag leerde dat noch het OM, noch de verdachte hoger beroep heeft ingesteld. De termijn daarvoor is verstreken.
Oorspronkelijk was dit artikel gepubliceerd op het (oude) Skepsis-blog en bestond de mogelijkheid om daaronder in discussie te gaan, waar geregeld uitvoerig gebruik van werd gemaakt. De discussie onder dit bericht kan de geïnteresseerde teruglezen in deze pdf (38 pagina’s).