De ‘oeroude Tibetaanse klankschalen’ zijn niet oeroud en niet Tibetaans. Tibetanen vinden ze een belediging voor de geschiedenis van hun land.
door Hans van Maanen – Skepter 34.2 (2021)
ALS er iets mis is met een van uw belangrijke chakra’s, ligt in sommige kringen een behandeling met Tibetaanse klankschalen voor de hand. Met de diepe tonen die door wrijving met de klankschalen kunnen worden opgewekt (ongeveer zoals met een vinger over een wijnglas), kunnen blokkades worden opgeheven, kan de energie weer vrijelijk stromen en komen lichaam en geest weer in harmonie. Voor elk van de zeven chakra’s is er een andere toon, dus een andere klankschaal — de grondtoon voor het chakra van het derde oog is een A. Heel wat mensen zeggen heil te hebben bij ‘geluidsbaden’, al dan niet in combinatie met meditatie en yoga.
Volgens mondelinge Tibetaanse overlevering, zo vertellen gevers en nemers van dergelijke geluidstherapie graag, dateren deze schalen uit de tijd van Siddhartha Gautama Boeddha zelf, rond 400 voor Christus. ‘De traditie werd in de achtste eeuw vanuit India naar Tibet gebracht, met de leer van de boeddha, door de grote tantrameester Padmasambhava,’ aldus bijvoorbeeld klankschalenfirma Bodhisattva uit Los Angeles. Andere ijveraars menen dat de schalen nog ouder zijn, en teruggaan op de voor-boeddhistische Tibetaanse Bon-religie. De perfecte fabricage en de exacte legeringen zijn goed bewaarde geheimen.
Duizenden jaren oud, wil men maar zeggen, dus even eerbied- en geloofwaardig als yin en yang en acupunctuur.
Gong
Wat er ook zij van de heilzame werking van deze klankschalen, Tibetaans zijn ze zeker niet, en het idee er door wrijving tonen aan te ontlokken, is twintigste-eeuws en door en door westers. Klankschalen bestaan in geheel boeddhistisch Azië. Ze worden aangeslagen en als gong gebruikt in de tempel, om op te roepen tot het gebed of om het begin of eind van een rituele of meditatieve sessie aan te geven. Ook andere traditionele muziekinstrumenten, zoals de dril-bu (een klok zonder klepel die met een dorje wordt aangeslagen) spelen een grote rol bij het reciteren van gebeden en mantra’s. Maar een woord voor ‘klankschaal’ bestaat niet in het Tibetaans.
Daarnaast worden in Tibet en elders metalen rijstkommen gebruikt, die ook mooie klanken kunnen produceren als ze een stevige tik krijgen.
Eenstemmig
Tibetologen zijn opmerkelijk eenstemmig: er is zo weinig bekend over de eeuwenoude geschiedenis van Tibetaanse klankschalen omdat die er niet is. In The handbook of Tibetan Buddhist symbols uit 2003 laat Robert Beer er geen enkel misverstand over bestaan: de etenskommen werden in de jaren zeventig in Nepal in de markt gezet door westerlingen en lokale handelaren:
De laatste decennia zijn deze Tibetaanse klankschalen op grote schaal vervaardigd voor de toeristenmarkten van India en Nepal, maar verhalen over hun gebruik in het oude Tibet als mystieke muziekinstrumenten zijn een moderne mythe.
Misschien dat er, zegt hij, aanvankelijk sprake was van een misverstand waardoor ‘eetkom’ werd vertaald als ‘klankschaal’, maar zijn collega Robert Barnett, in een artikel in het vakblad Inner Asia, gelooft zelfs dat niet: ‘Het concept van de Tibetaanse klankschalen is uitgevonden.’ Reizigers in Tibet die met getuigenissen van oude monniken terugkomen, zijn ofwel in het ootje genomen, of hadden andere dan wetenschappelijke belangen.
Bruine esoterie
Het idee dat Tibet de bron van veel oude wijsheid is, is overigens heel wat ouder dan de LSD-jaren zeventig. In het inmiddels als standaardwerk beschouwde Traumwelt Tibet uit 2000 onderscheidde de Zwitserse cultureel antropoloog Martin Brauen een viertal perioden. In de vijftiende eeuw gaan vooral Portugese ontdekkingsreizigers op zoek naar het legendarische koninkrijk van Priester Johannes (de ‘paus van de Oriënt’), dat zich volgens Marco Polo in de onherbergzame gebieden van Centraal-Azië moest bevinden. De zoektocht sprak avonturiers tot ver in de zeventiende eeuw aan.
In het laatste kwart van de negentiende eeuw doet Madame Blavatsky de belangstelling voor Tibet herleven. Met haar theosofie worden de clichés en stereotypen over Tibet gevestigd die tot op de dag van vandaag vigeren, en die volgens Brauen ook rechtstreeks hebben geleid tot de belangstelling van de nazi’s. Himmler hoopte in Tibet de bron van het Arische ras te vinden, en zond in 1938 een expeditie die kant op. De SS’er Heinrich Harrer, leermeester en bes -te vriend van de Dalai Lama, sprak altijd vol liefde over de arme maar zo wijze Tibetaanse monniken. Brauen wijst erop dat Brad Pitt, die de rol van Harrer speelde in Seven years in Tibet (1997), zich al even bewonderend en neerbuigend over de Tibetanen uitlaat. De nazistische ariosofie, zegt Brauen, leeft voort in de ‘bruine esoterie’ van vandaag.
De laatste periode is natuurlijk de ‘new age’. In 1969 gingen de Amerikaanse musici Henry Wolff en Nancy Hennings naar Nepal, waar zij in contact kwamen met Tibetaanse vluchtelingen. Zij raakten gefascineerd door traditionele Tibetaanse muziekinstrumenten, en kwamen in 1972 met de eerste van wat een hele serie elpees zou worden, Tibetan bells. Volgens hen was hierop ook het geluid van zoemende klankschalen te beluisteren. Het was in ieder geval erg psychedelisch, kosmisch en trippy, juist wat deze nieuwe tijd nodig had — ‘kristallijnen echo’s van de geest’, zoals een recensent het noemde. Ze klinken nog altijd door.
Pijnlijk
Er zit, tot slot, ook nog een minder fraaie kant aan de mythe. Door hun niet-aflatende populariteit in het westen zijn de ‘Tibetaanse klankschalen’ inmiddels ook een middel van bestaan geworden voor Tibetanen, zowel in het oosten als in het westen. Dat is meer dan pijnlijk, voor een volk in ballingschap. Eerder dit jaar ontstak de Canadese activiste Tenzin Dheden in de Toronto Star dan ook in woede toen ze weer zo’n tranentrekkend verhaal over die geweldige klankschalen van een journalist onder ogen had gekregen:
De Tibetaanse klankschaal bestaat niet en is niet echt, maar de racistische mythologisering van het Tibetaanse volk is dat zeker wel. De klankschalenindustrie zet zichzelf agressief op de markt als herscheppers van een ‘oud Tibetaans ritueel’. De westerse bourgeois -fantasieën over Tibet en de schadelijke raciale stereotypen die zij uitventen, hebben geen enkele boodschap aan het echte Tibet en aan het lijden van mijn land.
Als u denkt dat ‘geluidsbaden’ helend zijn voor uw chakra’s en dat het doordringende gezoem van de klankschaal het water in uw lichaam weer in resonantie brengt, moet u vooral doorgaan met uw goeie geld weggooien. Als we Tibet er maar buiten laten..
Literatuur
R. Beer: The handbook of Tibetan Buddhist symbols. Boston: Shambhala, 2003.
R. Barnett: Understated legacies: uses of oral history and Tibetan studies. Inner Asia 2010:12:63.
M. Brauen, R. Koller, M. Vock: Traumwelt Tibet. Bern: Paul Haupt, 2000.
T. Dheden: ‘Tibetan singing bowls’ are not Tibetan. Toronto Star, 18 februari 2021, p. A17.
(titelafbeelding: Fernando Albert | Pixabay)