De Academie voor Mesologie
Een alternatief imperium
door Dirk Koppenaal – Skepter 21.1 (2008)
HOEWEL in het alternatieve circuit hulpvaardigheid en idealisme zeker aanwezig zijn, rukt ook hier de commercie op in de vorm van allerlei integrale ‘gezondheids’-diensten. Deze positioneren zich als aanvulling op, en claimen samenwerking met de reguliere geneeskunst. De mesologie is er een mooi voorbeeld van. Er bestaat geen literatuur over mesologie, behalve dan dat iedere vorm van diagnose en elke toegepaste behandelwijze wel ergens uitgebreid weerlegd is.
Meso betekent midden en de mesologie denkt het centrum van de gezondheidszorg te zijn; de pleister die reguliere en alternatieve zorg verbindt. (1) Mesologie is een behandelwijze die het ‘beste’ uit twee werelden (Oost en West) heeft samengevoegd, en gemeenschappelijk en transparant heeft gemaakt. Kortom een mengelmoes van van alles en nog wat uit de alternatieve hoek. De mesologie is gebaseerd op een individuele behandeling van iedere persoon. Het ziet de mens als een geheel en baseert zich op een aantal fundamentele principes: 1. het menselijk organisme is een functionele eenheid, 2. er is altijd samenhang tussen functie en dysfunctie en 3. het menselijk organisme bezit zelfregulerende krachten.
De term ‘Mesologie’ komt van mesoderm. Mesoderm is het middelste kiemblad van het embryo, dat uitgroeit tot skelet, bloedcellen en -vaten, bindweefsel, spieren, nieren en voortplantingsorganen en uiteindelijk 60% van het lichaam vormt. De mesologie denkt dat het mesoderm in het menselijk organisme een communicatienetwerk vormt, gericht op de handhaving van de homeostase en aanpassing van het organisme, dat het zelfregulerend mechanisme, waardoor de mens in staat is de ziekte te overwinnen, zetelt in het mesoderm, en dat feitelijk alle verrichtingen van de mens gereguleerd worden door het mesodermaal weefsel.
De mesologie behandelt vooral vage chronische klachten. Verbetering na vier behandelingen is stelregel. Kenmerkend is dat de behandelkeuze en controle plaatsvindt aan de hand van Electro Fysiologische Diagnostiek (EFD). Men vertrouwt overigens niet blind op deze diagnosevorm. Net als in de reguliere geneeskunde is er een anamnesegesprek en lichamelijk onderzoek. Voor de zekerheid wordt ook nog pols-, en tongdiagnostiek uitgevoerd volgens traditionele Chinese geneeskunde en ayurveda. Hoewel doorverwijzing naar huisarts of specialist tot de theoretische mogelijkheden behoort, zal de mesoloog waarschijnlijk een placebobehandeling voorschrijven in de vorm van een (orthomoleculair) dieet, homeopathie, osteopathie of acupunctuur. Kijk uit met ayurvedische en kruidenmiddelen.
De opleiding mesologie bestaat sinds 1996. Het is een drie- (Duitsland), vier- (1) of vijfjarige (4) deeltijdopleiding op hbo-niveau, waarin reguliere geneeskunde en alternatieve behandelingen worden onderwezen. De reguliere geneeskunde omvat medische kennis van anatomie, fysiologie, pathologie en medisch onderzoek. Het leeuwendeel van de opleiding is echter gericht op het alternatieve: allerlei oosterse geneeskunde, ayurveda, homeopathie en voedingsleer, orthomoleculaire geneeskunde, osteopathie, acupunctuur. Daarnaast wordt aandacht besteed aan psychologie en filosofie. De reguliere medische component van de opleiding is onvoldoende om als paramedicus te functioneren. Het gemis aan medische kennis wordt onderstreept door het feit dat de leerlingen de alternatieve wijsheid kennelijk zonder morren slikken. Goed onderwijs van medische kennis en onderzoek resulteert in kritisch en logisch nadenken, kennis van de evidence-based werkwijze en verwerping van vage, niet verifieerbare ideeën, al zijn die duizenden jaren oud.
Gedurende de opleiding zijn er stages en in het laatste jaar kan de mesoloog-in-opleiding (mio) een co-therapeutschap lopen. In navolging van universitaire studies moet de mio een afstudeeropdracht in de vorm van een thesis doen, en is er een heuse ‘promotor’. De afstudeeropdrachten zijn onder auspiciën van het Academisch College voor Mesologie (ACM), de Nederlandse Vereniging voor Mesologie (NVVM) en het Nederlands Register voor Mesologie (NRM). De mesologie kent ook nog een postacademische opleiding: een duur woord om enkele dagen per jaar bijscholing te beschrijven.
Subjectieve diagnoses
De mesologie is een initiatief van Rob Muts. Na drie jaar Pedagogische Academie te Utrecht en een blauwe maandag theologie in Kampen studeerde hij af als fysiotherapeut in Amsterdam. Volgens eigen zeggen had Muts veel belangstelling voor anatomie, maar een afkeer van behandelprotocollen. Gedurende de studie fysiotherapie worstelde hij met de waaromvraag: ‘Waarom heeft deze patiënt bepaalde klachten, waarom heeft een simpele oorzaak zo’n groot gevolg.’ Zijn docenten hadden hier geen antwoord op. Op zijn site meldt hij dat zijn vragen en een ongeluk met zijn pols hem dwongen verder te kijken dan het reguliere (para)medische gebied. (2) Dit resulteerde erin dat Muts een zestal alternatieve beroepsopleidingen ging volgen. Zo schoolde hij zich tot volleerd acupuncturist, homeopaat en osteopaat. De basis voor de mesologie werd gelegd toen Muts tijdens zijn eigen opleiding in Arnhem gevraagd werd een medische basisopleiding in te richten. Deze stoomcursus van een jaar, met nadruk op fysiologie en acupunctuur, werd later uitgebreid tot een meerjarige cursus en vormt nu het fundament van de mesologie.
De mesologie is trots op haar diagnostische tool, de EFD. De EFD is een ‘verbetering’ van EAV, de elektroacupunctuur volgens Voll. EAV meet de huidgeleiding tussen een referentiepunt en verschillende acupunctuurpunten. In mijn artikel in Skepter (21/1) beschrijf ik dat voor deze vorm van diagnostiek geen enkele onderbouwing noch bewijs bestaat. De huidweerstand is makkelijk te beïnvloeden door de elektrode harder of zachter op de huid te drukken. Om dit probleem te ondervangen, drukt een behandelaar de elektrode hard op de huid. Er wordt dus niet op de weerstanden van de verschillende huid- en bindweefsellagen gelet, maar er wordt uitsluitend gekeken hoe de weerstand van huid, onderhuid en weefsel tezamen is.
EFD gebruikt de driefasentechniek als uitgangspunt, waarbij de verschillende huid- en bindweefsellagen afzonderlijk worden gemeten. Er wordt gemeten op tachtig tot honderd punten, die allemaal een directe relatie met een orgaan of een orgaandeel zouden hebben. De mesoloog gebruikt geen ziekmakers, maar wel worden medicamenten getest op hun (bij)werkingen door plaatsing nabij de stroomkring. Een betrouwbare uitvoering van een EFD-meting zou ten minste vijf jaren studie vergen.
Cijfers over de verbeterde betrouwbaarheid zijn er niet, maar een onderzoekje van een mesoloog-in-opleiding om de referentiewaarden voor zes lymfe-peritoneumpunten te bepalen, was niet veelbelovend. (3) De metingen werden door 14 mesologen uitgevoerd bij 41 patiënten en 31 jonge sporters. Het bleek niet mogelijk de normaalwaarden te bepalen omdat de meetwaarden zowel bij de behandelgroep als bij de controlegroep te sterk uiteenliepen. De conclusie luidde: ‘De mesoloog meet wat hij of zij denkt te meten. Diagnostische gegevens zijn niet onderling uit te wisselen.’
De mesoloog doet aanvullend diagnostisch onderzoek aan de pols. Op zes verschillende plaatsen kan de mesoloog voelen naar de kwaliteit van de bewegingen van de polsslagader. Door deze brede systematiek wordt duidelijk of alle organen naar behoren functioneren. Voelt de polsslagader plakkerig, dan is er sprake van een stagnerende energie in het corresponderende orgaan. Zo ook de tongdiagnostiek: er wordt gekeken naar de kleur, de vorm, vochtigheid, kloofjes, etc. Een slijmlaagje dat ontstaat na het nuttigen van een bepaald voedsel wijst op problemen met de vertering.
Voor geen van de genoemde diagnosemethoden is wetenschappelijke onderbouwing of proefondervindelijk bewijs. Het is kwalijk dat er mensen zijn die op basis van deze vormen van diagnostiek menen te kunnen vertellen wat iemand mankeert. Kennelijk schiet kennis en inzicht over fysiologie, biologie, chemie, natuurkunde en elk ander vak dat nodig is om een medische studie succesvol af te ronden schromelijk te kort. Vanuit dit standpunt moet men ook voorzichtig zijn om van de anamnese en het lichamelijk onderzoek betrouwbare conclusies te verwachten.
Een tien voor organiseren
Op dit moment zijn er ten minste tachtig bij de NVVM aangesloten mesologen in Nederland actief. Daar komt nog een enkele niet aangesloten therapeut bij, die illegaal mesoloogt. In België is één mesoloog actief. In Duitsland zijn vijftig mesologen actief, waarvan er zeven de opleiding afgemaakt hebben. (5)
Mesologen wijzen graag op de beoordeling van de Consumentenbond. In 2001 en 2002 beoordeelde de Consumentenbond de mesologie met een tien als goed georganiseerde alternatieve instelling met heldere regels ten aanzien van kwaliteitsaspecten. In 2005 gaf de Consumentenbond geen eindcijfer meer, maar valt de definitieve beoordeling uiteen in twaalf dimensies. (6) Ook nu scoort de NVVM goed tot zeer goed in alle categorieën. Het was natuurlijk onvermijdelijk dat beroepsgroepen die een hoge beoordeling kregen graag suggeren dat het oordeel iets zegt over de effectiviteit van hun behandelwijze. De Consumentenbond keek echter alleen of er sprake was van heldere informatie over tarieven en vergoedingen, goede hygiëne, patiëntendossiers, voorlichting over geneesmiddelen, goede bereikbaarheid, een beroepsregister, een klachtenregeling, bijscholing, richtlijnen voor diagnoses en dergelijke.
De mesologie positioneert zich tussen reguliere en alternatieve/ complementaire geneeskunde. Het is niet bekend hoeveel patiënten uit het reguliere circuit naar mesologen verwezen worden. Evenmin is duidelijk hoeveel patiënten terugverwezen worden naar het reguliere circuit. De mesoloog kent hiertoe een uitgebreide, maar niet gepubliceerde uitsluitingsdiagnostiek. Aangezien er geen wetenschappelijk bewijs is dat één van de mesologische behandelingen enig effect heeft, is geprobeerd een aantal casussen te selecteren om te beoordelen of de mesoloog ondanks alles, toch een medisch verantwoord resultaat levert.
Het kiezen van goede casussen bleek moeilijker dan gedacht, omdat de verstrekte informatie volstrekt onvoldoende was. Dat is jammer, want een patiëntvoorbeeld heeft vooral tot doel patiënten te informeren en leerstof voor andere zorgverleners te zijn. Uit de voorbeelden valt af te leiden dat veel mesologen geen behoefte hebben een diagnose met reguliere laboratoriumtesten te controleren, onvoldoende medische kennis hebben en er niet voor schuwen middelen of methodes voor te schrijven die niet werken of die ongewenste farmaceutische effecten zouden kunnen hebben.
Mesologen lijken in een parallelle wereld te leven, waarin een paar jaar deeltijdonderwijs een universitaire opleiding moet voorstellen; een poppenkast met mio’s, theses, promotors en postacademische opleidingen. Maar mesologie is niet meer dan een samenraapsel van allerlei alternatieve, onbewezen diagnose-, en behandelmethoden plus onvoldoende medische kennis.
De mesologie is gebaseerd op een individuele benadering van de patiënt. Hierin klinkt de afschuw van Rob Muts voor protocollen door. Dat juist medische protocollen hebben bijgedragen aan de enorm toegenomen overlevingskans bij veel aandoeningen is hem kennelijk ontgaan. Maar behandelprotocollen zijn ook een onmogelijkheid voor de mesologie, want om een protocol toe te passen is een correcte diagnose essentieel – wat met EFD een illusie is. Cijfers over samenwerking met het reguliere circuit ontbreken en uit de casussen, publicaties en thesisbeschrijvingen kan men niets leren. Over blijft het zoveelste goedlopende bedrijf in de alternatieve zorgcircuit, dat met een handige psychologische aanpak meevaart op de succesformule goedgelovigheid plus vage chronische klachten plus zelfgenezing is kassa!
Intolerante darmen
‘Patiënte (33 j) was jarenlang aan het kwakkelen met haar gezondheid: altijd verkouden, regelmatig huiduitslag, vaak moe en de ogen achteruit. Patiënte had terugkerende blaasontstekingen, die met antibiotica behandeld werden. De mesoloog diagnosticeerde via EFD overgevoeligheid voor lactose en concludeerde dat de niet goed werkende darmen leidden tot een onvoldoende opname van vitaminen en mineralen. Gevolg? Een lage weerstand, die de continue verkoudheid en blaasontstekingen verklaarden. Bovendien had de lever moeite afvalstoffen af te voeren. Patiënte stopte met het eten en drinken van melkproducten, slikte aanvullende mineralen en knapte enorm op: geen blaasontstekingen meer, de chronische verkoudheid verdween en zelfs haar ogen gingen vooruit.’ (7)
Uit bovenstaande casus valt onmogelijk af te leiden wat de patiënte mankeerde. Hoewel cijfers ontbreken, lijken intolerantie en allergie voor een voedselcomponent een regelmatig voorkomende mesologische diagnose. Het feit dat een dergelijke stoornis met EFD zou kunnen worden ontdekt, is overigens heel vreemd. EFD zou iets kunnen zeggen over het wel of niet goed functioneren van de darmen, maar toch niet over welke voedselcomponent een stoornis veroorzaakt? Verfijning door een medicament voor een intolerantie of allergie in de stroomkring plaatsen heeft ook geen nut, want het medicament is ‘onthouding’. Misschien heeft een slijmlaagje op de tong na het nuttigen van een glas melk bijgedragen aan de diagnose. Maar is lactose-intolerantie eigenlijk wel een logische verklaring voor de kwakkelklachten van de patiënte?
Lactose-intolerantie betekent dat lactose, ook wel melksuiker genoemd, niet goed door de dunne darm verteerd kan worden. De lactose komt dan onverteerd in de dikke darm waar de daar aanwezige darmbacteriën het lactose gaan vergisten. Hierdoor kunnen klachten ontstaan zoals buikpijn, krampen, diarree, winderigheid en een opgeblazen gevoel. Echter, darmklachten stonden niet in het lijstje kwakkelklachten
Typerend in dit verhaal is dat mesologen controle op lactose-intolerantie volgens een reguliere methode niet nodig vinden, omdat zij denken dat laboratoriumtesten hiertoe niet toereikend zouden zijn. Afgezien van het feit dat deze vooringenomenheid onjuist is, blijkt dat een groot aantal mensen met aantoonbare lactose-intolerantie helemaal geen last heeft het nuttigen van beperkte hoeveelheden melkproducten.
Zwanger door visolie?
Iedereen die zwanger wil worden en dit niet snel genoeg naar zijn zin wordt, raad ik aan naar een mesoloog te gaan. Hij of zij kan precies uitmeten wat je lichaam wel of juist niet nodig heeft.
Mijn vriend en ik kwamen (los van elkaar) bij de mesoloog voor onze gezondheid. Hij had last van zijn maag, ik last van duizeligheid. Behalve de behandeling voor onze klachten, ontdekte zij ook dat mijn vriend erg weinig testosteron aanmaakte. Hij kon dit verbeteren door visolie te slikken en zijn voeding aan te passen. Bij mij was alles gelukkig goed. We hebben gewacht met zwanger worden, tot we helemaal ‘in balans’ waren. De eerste drie maanden lukte dit niet. Toen kreeg ik vrouwelijke ginseng van de mesoloog en meteen de volgende maand was ik zwanger!’ (8)
Testosteron speelt een rol bij de ontwikkeling van de geslachtsorganen en de algehele mannelijkheid. Testosteron wordt geproduceerd door de leydigcellen in de testes. Cholesterol is de grondstof en luteïniserend hormoon (LH) stimuleert de productie. Meestal wijst een laag testosterongehalte op onvoldoende LH-productie door de hypofyse of op een stoornis van de leydigcellen. Het verhogen van testosteron zal in zulke gevallen de vruchtbaarheid niet doen toenemen. Andere gevallen van verlaagd testosteron worden veroorzaakt door ernstige en vaak aangeboren aandoeningen waarbij een ingewikkelde therapie in sommige gevallen een kleine kans op slagen heeft, maar waar doorgaans niets aan te doen is.
Kan visolie testosteronproductie verhogen? Het lijkt vreemd om een middel te geven dat meestal wordt toegepast om cholesterol te verlagen: de grondstof voor testosteron. De resultaten spreken elkaar tegen; onder zeer strikte laboratoriumcondities vinden sommige onderzoekers een verlaging van testosteron, terwijl andere studies juist een verhoging laten zien. Er zijn geen studies bekend die visolie als vruchtbaarheidsdrank aanraden. Overigens, bij een serieuze verdenking van een hormonale afwijking hoort de mesoloog de patiënt naar een reguliere arts door te verwijzen.
En vrouwelijke ginseng? Dat is een kruidenextract dat ook wel bekend staat als Dong Quai. Het wordt ‘traditioneel’ gebruikt om de opvliegers bij de overgang te onderdrukken. Het bevat fyto-oestrogenen; oestrogeenachtige stoffen die uit planten komen. Tja, het lijkt zo logisch; tijdens de zwangerschap produceert het lichaam meer oestrogenen, dus het omgekeerde zal ook wel waar zijn. Overigens, in tegenstelling tot wat wel beweerd wordt, zijn fyto-oestrogenen per definitie niet onschuldig en zouden uitsluitend door artsen voorgeschreven mogen worden. Maar ja, hoe zouden die dat netjes kunnen voorschrijven, zolang de overheid toestaat dat dit soort in potentie gevaarlijke middelen in de handel gebracht wordt, terwijl zelfs de concentratie oestrogenen onbekend is? Al met al lijkt het op een spontane zwangerschap. Gefeliciteerd!
Oorsuizingen door gefixeerde nieren
‘Een patiënt kwam met klachten van het gehoor: oorsuizing en afname van het gehoor. Een audiometrie in het ziekenhuis toonde een otosclerose aan en er werd een gehoorapparaat voorgeschreven. Oorsuizing is een probleem wat vaak voorkomt en kan bestaan uit verschillende geluiden: een hoge pieptoon, een lage bromtoon, een geluid alsof de radio niet op de zender staat, ruisen als van een schelp tegen het oor. Ieder geluid heeft zijn eigen betekenis. Bij deze patiënt was de oorzaak in de nieren en de bijnieren gelegen. In het oor bevindt zich lymfe (endolymfe en ectolymfe). Deze lymfe stroomt als het ware door het oor en wordt continu ververst. De samenstelling van de lymfe bepaald [sic] de kwaliteit van het gehoor en de geluiden in het oor. Wanneer de lymfe dikker wordt (meer visceus) ontstaan er suizing- en pieptonen in het oor, tevens neemt de kwaliteit van het gehoor af.Een oorzaak komt zelden alleen en ook in dit geval was de oorzaak gecompliceerder. De nieren waren gefixeerd, waardoor er een fasciale trek (via de overal aanwezige bindvliezen) was ontstaan op het slaapbeen. Het oor bevindt zich diep in het slaapbeen. Een voortdurende trek aan de vliezen en de spieren van het slaapbeen veroorzaakt een verminderde doorbloeding van het oor en dus tevens een verminderde verversing van de lymfe.De oorzaak van het gehoorverlies en het oorsuizing, moest in dit geval op meerdere vlakken behandeld worden. Medicamenteus zijn de nieren en bijnieren behandeld. Osteopathisch (manueel) zijn de nieren bevrijdt [sic] en zijn alle fasciale verbindingen naar het slaapbeen (vliezen, spieren, hersenvliezen) behandeld. Na drie maanden is het gehoor weer normaal en zijn de oorsuizingen verdwenen. Het recept voor het gehoorapparaat ligt gelukkig in de kast. Hopelijk wordt de bredere zienswijze in de klachtenbehandeling ook bij de KNO-afdelingen gehoord.’ (9)
Bovenstaande moeilijk volgbare casus is overlegd aan de audioloog Peter Kraft. Peter Kraft is 25 jaar directeur van het Audiologisch Centrum Friesland geweest en heeft in die hoedanigheid de meest merkwaardige gehoorproblemen onderzocht. Hieronder zijn analyse van deze casus.
Peter Kraft: “Er is otosclerose gediagnosticeerd. Dat is een aandoening waarbij de stijgbeugel gaat vastkoeken aan de toegangsweg naar het binnenoor (het ovale venster) en waarbij sponsachtig bot rond het ovale venster gaat groeien. Na deze diagnose volgt vrijwel altijd een operatie, waarbij de oude stijgbeugel en het sponsachtige weefsel worden weggenomen en een nieuwe kunststijgbeugel (een ‘piston’) wordt geplaatst. Hoewel iedere arts en audioloog de voorkeur zou geven aan een operatie, kunnen er redenen zijn om dat niet te doen en een hoortoestel voor te schrijven. Hoewel Beethoven een nierziekte had en doof werd als gevolg van otosclerose, heeft men zijn nieren nooit in verband gebracht met de otosclerose. Ook het verhaal over endolymfe en ectolymfe is vreemd. Ectolymfe is een woord dat in de KNO-wereld niet wordt gebruikt; het heet ‘perilymfe’. Deze vloeistoffen komen in het binnenoor voor, niet het middenoor. In het binnenoor is er een constante aanvoer van endolymfe, die aan de achterkant weer wordt afgevangen. Het middenoor is gevuld met lucht, ook bij otosclerose. De drie middenoorbotjes – hamer, aambeeld en stijgbeugel – worden gesmeerd met slijm dat continu wegvloeit via de buis van Eustachius. Als deze verstopt raakt, zoals dat bij een zware verkoudheid en vooral bij kinderen veelvuldig voorkomt, dan kan dat slijm niet weg en vult het het middenoor. In een eerste stadium is dat dun vocht (‘sereus’) dat een klein gehoorverlies oplevert. Als deze conditie niet verbetert, gaat het vocht indikken (‘visceus’) tot het zo taai is dat het een glue-ear wordt genoemd: een lijmoor met een fors geleidingsverlies (ca. 40 dB). De behandelaar schrijft: ‘Wanneer de lymfe meer visceus wordt…’. Dat is hoogst waarschijnlijk een verwarring met het slijm dat gaat indikken bij een slecht werkende buis van Eustachius, want er bestaat geen documentatie over viskeuze endo- en perilymfe die nare dingen veroorzaken. Met andere woorden: essentialia van het middenoor en binnenoor en van slijm en lymfe worden hier verward. Dat gefixeerde nieren een fasciale trek (huh?) veroorzaken op het slaapbeen (het rotsbeen wordt hier waarschijnlijk bedoeld) is onwaarschijnlijk. Sterker nog, wat moet men zich hierbij voorstellen? Nog los van het feit dat je faciaal niet met sc schrijft (zoals in ‘discipline’) maar gewoon met een c. En die onbegrijpelijke faciale trek loopt dus helemaal van de nieren via al die bindvliezen naar het rotsbeen? Wat een drukte zal dat daarbinnen zijn zeg, met die gefixeerde nieren. En die voortdurende trek aan de vliezen en de spieren van het rotsbeen (welke spieren zouden dat zijn?) zouden de doorbloeding verminderen en dus tot een verminderde verversing van de lymfe leiden? Van die lymfe dus die in het binnenoor zit, waar de oorzaak van de otosclerose dus niet zit? Enfin, de nieren en de bijnieren worden medicamenteus behandeld. Echter de bijnieren heten eigenlijk alleen maar zo omdat ze OP de nieren liggen; nieren en bijnieren hebben volstrekt verschillende functies. Als zowel de nieren als de bijnieren de oorzaak zijn van verhoogde spierwerking in het rotsbeen (het wordt zo langzamerhand wel komiek hoor) waarom zouden de lever en de eilandjes van Langerhans en de milt en de adamsappel dan niet ook via de overal aanwezige bindvliezen invloed hebben op de ‘spieren’ in het rotsbeen?”
Bronnen
(1) www.mesologie.nl
(2) www.robmuts.com
(3) www.mesologie.nl/index.php?section=24&page=57
(4) www.integraalmedischcentrum.nl/index.php?section=2&category=&page=10
(5) www.mesologie.de/index.php?section=13&page=26
(6) http://212.72.56.204/morello-bestanden/93079/ rapportage_beroepsorg_alter.pdf
(7) www.mesologie.nl/index.php? section=10&category=&page=34
(8) www.zwangerschapspagina.nl/about86594.html
(9) www.integraalmedischcentrum.nl/index.php?section=12&category=&page=44about86594.html