Mazelen – Misverstand 1: dood na vaccinatie

door Jan Willem Nienhuys (23/08/2013)

Misverstand: Van de mazelenvaccinatie ga je dood.
Waarheid: Er is nog nooit iemand doodgegaan door een vaccinatie van het Rijksvaccinatieprogramma.
Verklaring: Er sterft wel eens iemand na vaccinatie, dat wordt dan goed uitgezocht. Maar de sterfte na vaccinatie is niet groter dan op vergelijkbare andere tijdstippen.

De mazelenepidemie leidt tot veel berichten over mazelen op nu.nl en die weer tot veel commentaar op nujij.nl (vanaf eind juli tot deze week geïllustreerd met een kindje met waterpokken). Die commentaren zijn doorspekt met misvattingen en mythes. Ik heb alle ruim 16.000 commentaren bekeken, en daar veel fabeltjes aangetroffen, maar de opvallendste mythe is dat er veel doden vallen door vaccinaties en dat die niet opwegen tegen de gezondheidswinst. Ik ga nu maar voorbij aan wilde beschuldigingen als zouden vaccins speciaal ontwikkeld zijn door een Joodse kliek die de wereldbevolking wil uitroeien, die zelfs voor nujij te gortig zijn.

Meer over mazelen op dit blog:
De komende epidemie van mazelen
Kritisch prikken liegt over mazelen
Mazelen 2013: chronologie van een epidemie
Weg met de mazelen
Mazelen niet onschuldig: Misvatting 2
Mazelen en wiegendood: Misverstand 3
Mazelen en het immuunsysteem: Misvatting 4
Meer over vaccinaties:
Autisme en vaccinatie
Weerstand tegen vaccinatie: Het recht om anderen te besmetten
Bang voor de naald: De nieuwe paniek rond inenten

Het komt wel eens voor dat er kort na een vaccinatie iemand overlijdt, en ouders die dit overkomt beginnen dan soms een kruistocht, speciaal als ze het gevoel krijgen dat er niet serieus naar gekeken wordt.

Rekenen

Als je wilt weten hoe het echt zit, zul je even moeten rekenen. Bij het Nationaal Kompas kunt u gegevens vinden over zuigelingensterfte. Dat is het aantal kinderen dat in het eerste levensjaar overlijdt, tegenwoordig bijna een half procent. Ongeveer driekwart van hen komt met gebreken ter wereld waardoor ze al binnen vier weken overlijden. Dat is de perinatale sterfte.

Rekent u even mee? Als we kijken naar de verschillen tussen zuigelingensterfte en perinatale sterfte zien we dat gemiddeld over de periode 2000 tot en met 2011 per 100.000 kinderen er 2,31 per week overleden in de periode tussen vier weken en een jaar. In die periode zijn er vier inentingsmomenten.

Je kunt dus op grond van deze cijfers verwachten dat (bij een vaccinatiegraad van 95 procent) het in een willekeurig jaar 4 maal 2,31 maal 0,95 is 8,78 keer per 100.000 vaccinaties voorkomt dat een baby overlijdt binnen een week na de inenting. Gegeven een geboortecijfer van ongeveer 191.000 per jaar in genoemde periode komt dat uit op ongeveer 17 per jaar (en 34 als je een marge van twee weken neemt). Dat zal in de praktijk wat minder zijn, omdat kinderen die al ernstig ziek zijn soms niet worden gevaccineerd. Voor die 17 ouderparen is zoiets natuurlijk heel erg, en in veel gevallen zullen ze denken dat de vaccinatie de oorzaak is, zeker als er niet een voor hen duidelijke andere oorzaak is. In dat geval komt het overlijden tegenwoordig terecht bij het Lareb (foto gebouw links), en wordt er onderzoek gedaan. We zullen zien dat het aantal verdachte overlijdens veel minder is dan die enkele tientallen die deze berekening oplevert.

Hoe zit het met de sterfte onder kinderen tot 5 jaar? Volgens de gegevens van het CBS stierven er in 2011 in totaal 104 kinderen van 1 tot en met 4 jaar oud, en dat komt neer op 0,27 per week per 100.000. Volgens het Nederlandse standaardschema wordt die groep tweemaal gevaccineerd, met 14 maanden (BMR-1 en MenC) en met 4 jaar (DKTP-5). Het zal dus jaarlijks gemiddeld 0,5 maal voorkomen dat een kindje in die leeftijdsgroep binnen een week na vaccinatie overlijdt en 1 maal dat het binnen twee weken gebeurt.

Het Rijksvaccinatieprogramma is in 1957 begonnen met de poliovaccinatie (tegen de kinderverlamming, foto rechts), en geleidelijk uitgebreid. In al die jaren is er in Nederland nog nooit een sterfgeval geweest waarvan de oorzaak duidelijk een vaccinatie van het Rijksvaccinatieprogramma is geweest.

Darmverstopping

Uiteraard wordt er ontzettend goed gelet op de bijwerkingen, niet alleen overlijden, maar ook andere bijwerkingen. In de VS werd in 1998 een nieuw vaccin ontwikkeld tegen het rotavirus. Dat veroorzaakt ernstige diarree en in arme landen gaan daar een half miljoen kinderen aan dood. De Amerikaanse Lareb (VAERS) kreeg na de introductie 15 meldingen van twee maanden oude baby’s die een bepaald soort ernstige darmverstopping hadden gekregen na vaccinatie. Nu komt deze darmverstopping jaarlijks wel 2000 keer voor in de VS, maar dan voornamelijk bij kinderen van vijf tot negen maanden. Is vijftien keer bij zulke jonge baby’s dan te veel of gewoon wat je op grond van het toeval kunt verwachten in een bepaald tijdsbestek? Dat vereiste nauwkeurig tellen, maar toen bleek dat het echt te veel was, heeft men ogenblikkelijk het vaccin gestopt, zonder na te gaan wat precies de verklaring was. Er is toen een nieuw en veiliger vaccin ontwikkeld, dat kostte zeven jaar.

Tellen in Amerika

Kort geleden heeft men het in de VS heel precies nageteld. Gedurende vier jaar werd een groot aantal personen die klant waren van een tiental gezondheidsorganisaties, met name Kaiser Permanente, gevolgd. In totaal 13.033.274 personen van alle leeftijden kregen op 17.108.478 dagen vaccinaties, waarbij in totaal 24.842.470 prikken werden gegeven, dus kennelijk soms meerdere prikken tegelijk. Ook werd gekeken naar de sterfte in deze groep. Bij 15.455 sterfgevallen was de betrokkene 60 dagen of eerder gevaccineerd. Dat lijkt veel, maar bij narekenen bleek het gestandaardiseerde sterftecijfer slechts 58 percent te zijn van het landelijke sterftecijfer. Erg verbazingwekkend is dat niet, want vele mensen zijn lange tijd ernstig ziek voor ze overlijden, en dan zijn zij of hun verzorgers vast niet geïnteresseerd in vaccinatie. Bovendien waren alle mensen verzekerd bij de deelnemende organisaties. In de VS is ongeveer 15 percent onverzekerd, en dat zijn arme mensen die de verzekering niet kunnen betalen of mensen die de verzekering niet wil hebben in verband met een ‘pre-existing condition’. Dat zijn natuurlijk niet de gezondsten.

Het artikel is: Natalie L. McCarthy et al. (July 2013), Mortality Rates and Cause-of-Death Patterns in a Vaccinated PopulationAmerican Journal of Preventive Medicine vol. 45(1), p.91-97, gepubliceerd op 11 juni 2013. De link verwijst naar de abstract, en de full text pdf staat bijvoorbeeld hier.

Het nut van dit artikel is dat je er betere gegevens hebt waarmee je sterfte na of door vaccinatie voor nieuwe vaccins kunt onderzoeken. Gegevens uit spontane meldingen zijn volstrekt onbetrouwbaar. Het artikel geeft als voorbeeld dat je op grond van bekende sterftecijfers kunt berekenen dat er na de massale inentingen tegen de H1N1 (‘Mexicaanse griep’) in Japan binnen drie weken tijd na vaccinatie meer dan 8000 personen moeten zijn overleden. Er kwamen bij de autoriteiten echter maar 107 meldingen binnen.

In de tabellen van het artikel kunnen we vinden dat voor kinderen onder de één jaar de kans om binnen een week na een vaccinatie te overlijden gelijk was aan 2,24 per 100.000 vaccinaties. Dat is tamelijk precies ook de boven berekende 2,31 voor alle Nederlandse kinderen tussen 2000 en 2011.

Boven de leeftijd van 1 jaar is de sterftekans binnen een week minder: 0,41 per 100.000 vaccinaties van kinderen van 1 tot en met 4. We kunnen dat vergelijken met de gegevens van de totale bevolking. In de VS sterven er per 100.000 kinderen ongeveer 210 kinderen op de leeftijd 1 tot en met 4, dus over een periode van 208 weken. Met andere woorden, in een gemiddelde week zullen er dus ongeveer 1 per 100.000 kinderen overlijden. Kennelijk zijn de kinderen uit dit onderzoek (Amerikaanse verzekerden die aan vaccineren doen) dus veel beter af dan de rest. Maar niet zo goed als Nederlandse kinderen.

Oorsprong van mythe 1

De verhalen over dood na vaccinatie komen op diverse manieren in de wereld. In de eerste plaats zijn er enkele personen die zoiets hebben meegemaakt en het overal willen vertellen. Dan zijn er veel personen die de gegevens van het Lareb niet begrijpen en denken dat ná vaccinatie hetzelfde is als dóór vaccinatie. Vervolgens zijn er buitenlandse websites die griezelverhalen over India en andere landen met een hoog kindersterftecijfer overnemen. Als het algemene sterftecijfer hoog is, dan is er natuurlijk ook meer sterfte na vaccinatie. In sommige gevallen gaat het dan over porties vaccin die van een onbetrouwbare leverancier in een derdewereldland komen.

En dan is er nog iemand die het bovenstaande onderzoek ‘vertaalt’ naar de ‘onthulling’ dat er in de VS meer dan 15.000 doden zijn door vaccinatie. Of die uit de weinig opzienbarende mededeling ‘Rates were highest in the group ≥ 85’ afleiden dat massa’s van die oudjes aan de griepvaccinatie moeten zijn overleden.

Natalie McCarthy et al. concluderen ten slotte dat een dergelijke manier van onderzoek ook kan worden uitgevoerd als er nieuwe vaccins worden ingevoerd en dat die methoden ‘ook nuttig zouden zijn voor andere groepen, waaronder kwetsbare groepen zoals zwangere vrouwen en mensen met onderliggende gezondheidsproblemen’.

Maar de hierboven aangeduide persoon maakt daarvan ‘zou je vanzelfsprekend dan natuurlijk ook dienen te kijken naar andere kwetsbare groepen, zoals zwangere vrouwen en mensen met chronische gezondheidsproblemen. Artsen zouden wellicht twee keer na moeten denken, voordat ze mensen uit deze groepen vaccineren, aldus de onderzoekers..!’ De gecursiveerde zin heeft hij er zelf bijbedacht, evenals ‘vanzelfsprekend natuurlijk dienen’. Zo bont maken zelfs rabiate Amerikaanse antivaxers het niet (of ik heb niet goed gezocht).

De werkelijke aantallen in Nederland

Wat betreft sterfte en de BMR-vaccinatie noem ik twee gezondheidsraadrapporten:

1. Bijwerkingen vaccinaties Rijksvaccinatieprogramma 1997 – 2001 (2002). Dit geeft ook een overzicht over de periode vanaf 1983.
2. Adverse Events in the Netherlands Vaccination Programme (2011), bevat een overzicht over de periode 1994-2010

In deze rapporten kunt u lezen dat er tussen 1994 en 2010 in totaal 27 sterfgevallen na de eerste BMR-vaccinatie al dan niet in combinatie met MenC, dat zijn dus ongeveer 2 per jaar en 1 per 100.000 vaccinaties. In de meeste gevallen kon na onderzoek het vaccin worden uitgesloten, in drie gevallen kon het vaccin als indirecte oorzaak niet geheel worden uitgesloten, maar werd dat wel onwaarschijnlijk geacht (zie noot onderaan) Eigenlijk is het belangrijkste risico dat bij zeg één op vele miljoenen gevallen een correcte diagnose te laat gesteld wordt omdat iemand ten onrechte een ernstige ziekte aanziet voor een bijwerking van de vaccinatie.

Met ingang van 2011 worden de bijwerkingen door het Lareb bijgehouden. Sinds 1 april van dit jaar zwaait Agnes Kant (foto) daar de scepter. In 2011 waren er geen overlijdens geassocieerd met het RVP, en in 2012 waren er twee sterfgevallen, een hersenbloeding en een typisch geval van wiegendood. Het verband met vaccinatie werd voor beide beoordeeld als onwaarschijnlijk.

Een foute diagnose

De opmerking over de te late diagnose is niet puur theorie. In 2009 kreeg een gezonde jongen van acht die nooit eerder problemen met vaccinaties had gehad een DTP+BMR-vaccinatie op een donderdagmiddag. Zaterdag werd hij hangerig en moe, zondag had hij zeer hoge koorts en was suf. Op de huisartsenpost werd dit geweten aan de vaccinatie. ‘Gaat u maar weer naar huis en als het over drie dagen nog niet over is, ga dan naar de eigen huisarts.’ Op maandagmorgen was hij dood. Bij de autopsie werd ontdekt dat hij een een combinatie van griep, longontsteking en bloedvergiftiging had gehad. Zo’n combinatie-infectie komt in Nederland maar een paar keer per jaar voor en kan dan tot een snel verergerende ziekte en overlijden voeren. De ouders waren hier begrijpelijkerwijs kapot van. Wat het allemaal nog erger maakte, is dat in dit geval van plotseling en aanvankelijk onverklaard overlijden ze ook nog eens eerst als verdachten werden behandeld. Ze meenden – gesouffleerd door antivaccinanten – dat het vaccin, dan wel het aluminiumhydroxide van het DTP-vaccin, de ziekte misschien nog erger had gemaakt. Maar het Lareb dat twee jaar later om een second opinion is gevraagd, heeft de literatuur doorgespit. Men kon niets vinden over een verergering door een dergelijke vaccinatie van een toch al dodelijke en zeldzame infectie. De medische voorgeschiedenis van de jongen bleef overigens grotendeels onbekend bij het Lareb want de ouders gaven geen toestemming tot inzage in het medisch dossier bij de huisarts. Achteraf kun je ook denken dat de jongen nog een kans had gehad als hij op zondag met spoed was opgenomen en dat die arts een vrijwel bewusteloze zieke met 41 graden koorts wel erg nonchalant behandeld heeft.

Samenvattend, er is nog nooit iemand in Nederland aantoonbaar door een vaccinatie overleden, en er is zo goed mogelijk gestudeerd op alle verdachte sterfgevallen. Omdat dit niet met zoveel woorden op de site van het RIVM staat – ik kan het niet vinden – heb ik het persoonlijk nog eens nagevraagd, en het werd me bevestigd. Zoals ik heb voorgerekend is het aantal gevallen waarbij een verdenking rijst zelfs aanzienlijk veel kleiner dan het totaal aantal gevallen dat zich op grond van algemene sterftecijfers voordoet: enkele versus enkele tientallen.

Aantallen in Amerika

De VS is veel groter dan Nederland, en er zijn meer dan 20 keer zoveel geboortes per jaar als in Nederland. Men zou denken dat met de enorme aantallen daar men ook wel een schatting kan geven van het aantal sterfgevallen dat echt aan vaccinatie kan worden toegeschreven. De CDC, de Centers for Disease Control and Prevention, met hoofdkwartier in Atlanta in de staat Georgia (foto), een soort tegenhanger van de RIVM wat betreft ziektes, schrijft echter:

… zo weinig sterfgevallen kunnen met enige aannemelijkheid worden toegeschreven aan vaccins, dat statistische uitspraken over de kansen moeilijk te doen zijn. Van alle doden die aan VAERS tussen 1990 en 1992 gerapporteerd zijn, is er maar een waarvan men denkt dat die misschien iets met een vaccin te maken heeft. Elk sterfgeval dat ter kennis van VAERS komt, wordt grondig onderzocht om na te gaan of het iets te maken heeft met een nieuw probleem met vaccins, maar er is weinig tot geen bewijs dat vaccins iets met de gemelde overlijdens te maken hebben.

Drie jaargangen, dat zijn twaalf miljoen kinderen die elk wel twintig vaccinaties krijgen. Met andere woorden, de kans op aantoonbaar doodgaan door een vaccin is hooguit een op vele tientallen of zelfs honderden miljoenen. Dat is onvoorstelbaar klein.

Noot toegevoegd 19 februari 2015.
De drie gevallen waar een verband niet kon worden uitgesloten zijn de gevallen K, P en Q uit het rapport van het RIVM (pag. 33 en verder).
Bij P is uitgebredi postmortem onderzoek gedaan. P had waarschijnlijk een stofwisselingsstoornis, evenals waarschijnlijk het later overleden broertje Q. De commissie kan niet uitsluiten dat bijv. koorts ten gevolge van de vaccinatie een extra, fatale, belasting vormde. K had een ernstige aangeboren hartafwijking waarvoor hetr kind al twee keer was geopereerd. De commissie oordeelt hier ook over een ‘mogelijk’ verband doordat de vaccinatie een te zware belasting vormde.

In antivaccinante kringen wordt het gevaar van mazelen wel eens extra gebagatelliseerd doordat men bij de sterfgevallen zegt dat dit wel personen zullen zijn geweest met een zwakke gezondheid.

In het algemeen moet voor kinderen met een zwakke gezondheid (aangeboren afwijkingen e.d.) heel goed met de arts overlegd worden hoe het (hogere) risico op ernstige bijwerkingen zich verhoudt tot het risico bij het doormaken van de ziekte waartegen beschermd wordt. Dat is een lastige afweging, want in deze gevallen zijner erg weinig gegevens en veel onzekerheden. De kans om bijvoorbeeld mazelen te krijgen als men niet is ingeënt hangt deels af van de inentingsgraad van de directe sociale omgeving.

Deze bijdrage is bedoeld om te schetsen wat de sterfterisico’s zijn na vaccinatie voor gewone gezonde kinderen. Voor zulke gewone gezonde kinderen is er geen enkel geval waar een al dan niet direct verband tussen vaccinatie en overlijden zelfs maar ‘mogelijk’ of ‘niet uit te sluiten’ wordt geacht. De slotconclusie ‘er is nog nooit iemand in Nederland aantoonbaar door een vaccinatie overleden’ is voor gewone gezonde kinderen nog veel sterker. 


 Oorspronkelijk was dit artikel gepubliceerd op het (oude) Skepsis-blog en bestond de mogelijkheid om daaronder in discussie te gaan, waar geregeld uitvoerig gebruik van werd gemaakt. De discussie onder dit bericht kan de geïnteresseerde teruglezen in deze pdf (30 pagina’s).

Vond u dit artikel interessant? Overweeg dan eens om Skepsis te steunen door donateur te worden of een abonnement op Skepter te nemen.

Steun Skepsis