‘Zó hebben de joden zich uitgeleefd…’
De gene zijde van Jozef Rulof
De joden moeten Hitler dankbaar zijn. Hij verloste hen immers van de karmische schuld die ze hebben opgebouwd door Jezus te kruisigen. Aldus ‘helderziende’ Jozef Rulof, wiens boeken in Nederland in openbare bibliotheken te leen worden aangeboden. In Rotterdam en Amsterdam wordt inmiddels actie ondernomen.
door Harry Westerink – Skepter 10.4 (1997)
HET Rotterdamse actiecomité ‘Bouwen in een toekomstig poolgebied, doen we niet’ waarschuwt in de brochure Gerommel voor de grote doorrol voor de komst van een nieuwe ijstijd begin volgende eeuw. Europa zou dan een pool worden en de Sahara weer groen. Deze ‘eindtijd’ zou een ‘overgang’ zijn naar een ‘Duizendjarig Rijk’.
Het actiecomité baseert zich op de werken van Jozef Rulof. In de brochure, die in het voorjaar van 1997 huis aan huis werd verspreid in twee Rotterdamse wijken, legt het comité de levensovertuiging van Rulof uit.
Jozef Rulof (1898-1952) was naar eigen zeggen een reïncarnatie van de apostel Judas, want de naam van zijn geboorteplaats, ‘s-Heerenberg, zou verwijzen naar Golgotha, de ‘berg van de Heer’. Al kort na zijn geboorte deden zich bij hem merkwaardige verschijnselen voor die alleen langs bovennatuurlijke weg verklaard zouden kunnen worden. Een ‘meester’ uit het leven na de dood nam zijn leven ‘geheel in handen’ en deze meester begon aan de opbouw van de psychische en fysische trance die het de onontwikkelde Rulof mogelijk zou maken om ‘los van zijn stoflichaam de ruimten van God te bereizen’, aldus het nawoord in Rulofs boek De kringloop der ziel. Hij zou diverse bovenzintuiglijke gaven hebben ontwikkeld, waaronder ook genezende gaven.
Rulof schreef spirituele romans waarin hoofdpersoon André Hendriks (Rulofs alter ego) astrale reizen maakt door het heelal en gesprekken voert met de meesters aan gene zijde. De ‘ziener’ verkondigt een occult christendom met een karma- en reïncarnatieleer. Rulof constateert dat mensen hun lijden vooral aan zichzelf te danken hebben, en als iemand in zijn eigen leven geen oorzaak voor dat lijden kan vinden, dan moet dat terug zijn te voeren op één van zijn vorige levens.
Rulofs geestelijke nalatenschap wordt beheerd door de door hemzelf in 1946 (in opdracht van zijn ‘leider aan gene zijde, Alcar) opgerichte stichting Geestelijk Wetenschappelijk Genootschap De Eeuw van Christus. De door het genootschap opgerichte stichting Wayti Uitgeverij verzorgt de uitgave en distributie van zijn boeken. Volgens beide stichtingen breekt binnenkort de ‘Eeuw van Christus’ aan, die de mens ‘liefde, waarheid en bewustwording’ zal brengen.
De Rulofse ‘kosmologie’ is een merkwaardige verzameling denkbeelden. Op Mars zouden ‘gorilla-achtige’ en ‘kannibalistische’ wezens hebben geleefd die op aarde zouden zijn geïncarneerd tot ‘stammen die tot voor kort overal in de tropen woonden’. Het laatste en ‘hoogste’ ras van ‘de ontwikkelingstrap’ zou het blanke zijn. ‘De meeste gekleurden zijn eerder blank geweest (daarom willen velen naar het westen komen, maar dit is tegen de karmawetten) en dit verklaart waarom er naast duidelijk zeer beperkte gekleurden zovele intelligente voorkomen (omgekeerd laat de beperktheid van veel blanken zich verklaren door hun voor het eerst geboren zijn in het blanke ras)’ – zo legt bovengenoemd actiecomité uit.
Volgens Rulof maken de ‘rassoorten’ zeven ‘stoffelijke graden’ door. Zelanus, één van de ‘meesters’ licht in Rulofs boek De volkeren der aarde door gene zijde bezien deze ‘graden’ even toe: ‘De laagste graad hiervan wordt beleefd door de oerwoudbewoners, die u koppensnellers noemt, terwijl de blanke rassen en verscheidene oosterse rassoorten tot de zevende stoffelijke graad behoren.’ Drie graden hebben in het oerwoud geleefd, ‘De vierde graad heeft reeds met het andere, het blanke ras, verbinding.’ Met hen (de zwarte mensen) zou het de goede kant opgaan want ze ‘waren niet zo grof en hadden niet dat voordierlijke. Maar hoe ver waren deze mensen nog van het volmaakte blanke lichaam verwijderd.’
‘Druipen van christenbloed’
Meester Zelanus legt in De volkeren… de betekenis uit van de Tweede Wereldoorlog. Volgens hem is Adolf Hitler de reïncarnatie van hogepriester Kajafas, de man die Jezus ter dood heeft veroordeeld. Eerder reïncarneerde hij onder meer in een rijke jood en beleefde ‘hoe zijn eigen ras zich ten koste van het andere leven verrijkt, zich verrijkt door het bloed en de ijver van die miljoenen andere mensen op aarde en hij vervloekt het joodse volk.’
Volgens Zelanus leert men in het ‘schemerland’ elders in het heelal de ware aard van ‘de aardse jood’ kennen: ‘Die levens hebben iedere geestelijke betekenis verloren, zo ver ging hun gesjacher, zó hebben de joden zich uitgeleefd. Nog druipen zij van het christenbloed, nog stinken zij van de onrechtvaardigheden onder elkaar bedreven. Het is alweer de Eeuw van Christus die de joden van alle volkeren het goddelijk halt toeroept. Of dacht de jood na de oorlog voor martelaar te kunnen spelen?’
Met de holocaust losten de joden de karmische schuld af die ze hadden opgebouwd door Jezus te kruisigen. De Tweede Wereldoorlog is een plan van de meesters, die hierbij geen last hebben van hun geweten: ‘Achter de schermen, onzichtbaar voor iedereen, doen de meesters zet na zet en ze zien dat alles goed gaat.’ Hitler, aldus Zelanus, ‘is slechts de man die de zweep in handen heeft genomen, die het heeft aangedurfd de mensheid af te ranselen, wat hij op zijn beurt weer goed moet maken.’
En we zijn nog niet van hem af. Volgens Rulof of het comité zal het met Hitler in het hiernamaals steeds beter gaan, want ‘de warmte die de mensen voor hem zullen gaan voelen, zal hem bereiken en doen ontwaken, waardoor hij naar hogere regionen zal kunnen opstijgen. Dan zal hij een verschrikkelijke confrontatie ondergaan met mensen die menen nog een appeltje met hem te schillen te hebben’, aldus Gerommel, en: ‘Eens zal hij daardoor voor de wereld de rol kunnen gaan vervullen die hij als Hitler pretendeerde te vervullen.’
Jomanda en haar karma
Op 19 juli en 27 september 1997 prees het ‘genezend medium’ Jomanda Rulofs boek Een blik in het hiernamaals op tv aan: ‘De waarheid staat in die boeken van hem. Het enige dat ik aanbeveel om te lezen’. In haar eigen programma op Radio Noordzee heeft ze meermalen positief gesproken over Rulof. Rulofs boeken waren ook enige tijd te koop tijdens Jomanda’s Healing Service bijeenkomsten in de Evenementenhal in Tiel. De Rulofse leer komt op sommige punten overeen met de visie van Jomanda, die in Jomanda genezend medium schrijft: ‘Als je als gehandicapte geboren wordt, zeggen we “wat zielig”, maar vaak heeft die ziel daar zelf voor gekozen om iets te vereffenen, of werd er zelfs toe gedwongen. Soms ben je dan ook weer snel “over” en heb je een stukje afgemaakt. Voor de ziel is een mensenleven soms maar een seconde. Het is zo weer voorbij. In de Goddelijke Wereld bestaat er geen tijd en ruimte.’
Een ander voorbeeld van Jomanda’s kijk op werelds ongeluk betreft haar reactie op de aanklacht van een moeder met een ongeneeslijk ziek kind. Jomanda, ‘schakel tussen hemel en aarde’, had die moeder beloofd dat haar kind weer zou lopen en zwemmen. Maar het kind stierf. Jomanda: ‘Ze loopt en zwemt ook, maar niet hier, maar hie
Kroeshaar en dunne botten
Het lijkt alsof uitgeverij Wayti ook wel in de gaten heeft dat een deel van Rulofs ‘gedachtegoed’ niet meer door de beugel kan. Zij heeft de vijfde druk van Het ontstaan van het heelal gezuiverd van alle opvallende racistische fragmenten. De ‘zeven graden’ van ‘mensenrassen’ zijn gehandhaafd, maar in vergelijking met de derde druk is elke verwijzing naar huidskleur weggevallen. De uitgeverij maakt in de nieuwe druk geen gewag van deze zuivering.
Enkele voorbeelden: De zin ‘Het ene ras was echter verder dan het andere’ is vervangen door: ‘Het ene volk was echter verder dan het andere.’ In de derde druk horen volgens meester Alcar Eskimo’s tot de ‘vijfde graad’. Ze zouden niet of heel moeilijk tot de zesde (merendeels ‘oosterse’ mensen) en de zevende (voornamelijk blanken) kunnen ‘overgaan’, want ze kunnen zich slecht aanpassen. In de vijfde druk is het woord ‘Eskimo’s’ geschrapt. In plaats daarvan zegt Alcar: ‘We gaan nu naar het noorden. Talloze jaren geleden leefden hier miljoenen mensen, maar zoals gezegd hebben zij zich gedurende al die eeuwen over de gehele aarde verspreid. Thans leven in die streken alleen nog mensen, die tot de kern van de vijfde levensgraad behoren.’
Als hoofdpersoon André in de derde druk vraagt: ‘Er komt dus een tijd, dat er ook geen bruinzwarte mensen meer op aarde zijn?’, antwoordt Alcar: ‘Zeer goed, André, ook die menselijke graden, zoals ik al zei, zullen en moeten oplossen.’ De eerste zes graden zouden in de zevende moeten ‘oplossen, omdat de ziel dit moet beleven’. De mensheid is volgens Alcar dus op weg om geheel blank te worden. Maar in de vijfde druk is deze passage weggelaten. Tot slot: in de derde druk zegt Alcar: ‘Op aarde zien wij zwart en bruin, maar het hoogste lichaam in stoffelijke toestand is het blanke ras’, en ook deze passage is in de vijfde druk verwijderd.
Het Meldpunt Discriminatie Amsterdam heeft over Rulofs dubieuze opvattingen overleg gepleegd met de officier van justitie. Het Meldpunt heeft het filiaal Bos en Lommer van de Amsterdamse openbare bibliotheek schriftelijk verzocht om De volkeren der aarde door gene zijde bezien alleen voor studiedoeleinden ter inzage ter beschikking te stellen.
RADAR (de Rotterdamse Anti Discriminatie Actie Raad) is bezig met een klacht tegen het actiecomité ‘Bouwen in een toekomstig poolgebied, doen we niet’. Het racisme van het actiecomité blijkt zonneklaar uit de volgende passage (uit Gerommel voor de grote doorrol):
J. Rulof verklaarde dat tot de vele storingen die de mens op aarde teweeg heeft gebracht ook de rassenvermenging behoorde. De huidige rassen zijn verbasteringen van de oerrassen en met de huisdierrassen te vergelijken. Het blanke ras gelijkt nog het meest op de oorspronkelijke homo-sapiëns, die blank en blond was. De mongoolse rassen zijn een verbastering van de oorspronkelijke homo-sapiëns met de homo-erectus, terwijl het zwarte ras een verbastering is van de oorspronkelijke homo-sapiëns met de homo-habilis (het kroeshaar der negers wijst onder andere op hun sterke verbastering, evenals hun vaak dunne botten). De pygmeeën zijn een verbastering van de oerpygmee of Australopithecus. De homo-sapiëns is voortgekomen uit een blank ras met kleine schedel en dit betekent dat er reeds vroeg na het verschijnen van de eerste rechtopgaande mensen blanken leefden. Alle rassen hebben onafhankelijk van elkaar een vergroting van de schedel doorgemaakt, wat bij de homosapiëns het sterkst heeft doorgezet en nu alle rassen door de algemene vermenging is toegevallen.
Uit: Skepter 10.4 (1997)
Zie ook: Jomanda’s racistische goeroe uit Skepter 12.4 (1999)