Een bekend verhaal wil dat epilepsiepatiënten baat kunnen hebben bij het luisteren naar een pianosonate van Mozart. Een Oostenrijks meta-onderzoek haalt bestaande studies onderuit, maar zal niet voorkomen dat de claim blijft rondzingen.
door Enith Vlooswijk – Skepter 36.3 (2023)
MOZARTS sonate voor twee piano’s KV 448 kan luisteraars vrolijk stemmen, kippenvel geven, of mateloos irriteren. Maar heeft de achttiendeeeuwse oorwurm ook een positief effect op het menselijk brein?
Het is een van de meest onderzochte claims over de mogelijke heilzame werkingen van muziek. Onderzoekers van de universiteit van Illinois publiceerden in 1998 een studie die dit effect overtuigend zou aantonen. Ook wetenschappers die de experimenten herhaalden, vonden vaak positieve resultaten, evenals meta-analyses die de studies nog eens op een rijtje legden. Kunnen die melodieuze noten dan werkelijk epilepsie onderdrukken?
Twee psychologen van de universiteit van Wenen, Sandra Oberleiter en Jakob Pietschnig, denken van niet. In een kritische analyse van alle studies die ze konden vinden, veegden ze onlangs de vloer aan met de gebruikte methoden.
Ruimtelijk inzicht
‘Ik was bekend met het onderwerp, omdat het van tijd tot tijd in de media verscheen’, mailt Oberleiter. ‘Francis Rauscher en haar collega’s introduceerden het Mozart-effect in 1993: studenten zouden na blootstelling aan KV 448 beter zijn in het uitvoeren van ruimtelijke taken. Populaire bladen die naar dit onderzoek verwezen, beweerden dat kinderen door het luisteren naar de sonate intelligenter zouden worden, hetgeen weer leidde tot een enorme mediaaandacht voor dit onderwerp.’
Het was het startschot voor een academische zoektocht naar de fabuleuze werking van Mozart – die inmiddels al dertig jaar aanhoudt. Luisteren naar de muziek zou goed zijn voor de intelligentie, het ruimtelijk inzicht van kinderen vergroten en bovendien bijdragen aan een wiskundeknobbel. En of het nu gaat om Italiaanse koeien die meer melk produceren bij het horen van de sonate, of karpers die sneller groeien op de melodie van Eine kleine Nachtmusik: de conclusies van de studies zijn meestal positief.
‘Ongeveer twee jaar geleden stuitte ik op een publieksblad dat het Mozart-effect aanprees als veelbelovende therapie voor epilepsie,’ vervolgt Oberleiter. ‘Van dat medische effect had ik nog niet gehoord, wat mijn nieuwsgierigheid prikkelde naar het verzamelde bewijs.’
Lagere piekjes
De studie uit 1998 baseert zich op de EEG’s van 29 patienten met epileptogene activiteit in de hersenen: groepen zenuwcellen geven signalen af zonder dat dit een doel dient, waardoor de boel op tilt slaat. De onderzoekers legden hersenscans van voor, tijdens en na het afspelen van KV 448 naast elkaar en zagen dat de piekjes op het EEG tijdens de muziek gemiddeld lager uitvielen. De patiënten kregen ter controle ook populaire pianodeuntjes te horen, maar die sorteerden geen effect. Conclusie: de klaviersonate onderdrukt epileptogene hersenactiviteit.
Tientallen onderzoeksinstellingen hebben in de jaren na 1998 vergelijkbare experimenten gedaan, gericht op het effect van muziekstukken op onze hersenen. De Weense psychologen legden 26 van die studies onder de loep. Een derde deel viel meteen af omdat de betrokken onderzoekers geen data konden of wilden overhandigen. Zes andere studies waren ongeschikt voor de meta-analyse omdat ze slechts een enkele casus bespraken. Van de acht resterende studies met in totaal 207 deelnemers bestudeerden zes studies het effect van de pianosonate KV 448 op epilepsie. Elk van deze studies meldt een positief effect, maar methodologisch bleek er veel op aan te merken. Slechts de helft van de studies verdeelde de proefpersonen willekeurig over twee groepen, waarbij de ene groep de sonate te horen kreeg en de andere niet. Bij de andere drie studies is de invloed van allerlei patiëntkenmerken op de resultaten daarom niet uit te sluiten.
Verder zijn de onderzoeksgroepen klein, variërend van elf tot zeventig patiënten. Eventuele effecten die de onderzoekers vonden, kunnen daardoor ook het resultaat zijn van toeval.
Oberleiter en Pietschnig vermaalden alle resultaten van de zes studies in een statistische analyse en concludeerden dat de effecten van de sonate op de epileptogene activiteit in het brein uiteindelijk niet significant zijn. ‘Het luisteren naar muziek, laat staan naar een specifieke sonate, lijkt geen gunstig effect te hebben op epilepsie’, schrijft het tweetal. Dat ‘de mythe van het Mozarteffect’ nog altijd voortbestaat, wijten ze aan publicatiebias, een gebrek aan transparantie en ondermaatse studies.
Kritiek op de kritiek
Eric-Jan Wagenmakers, methodoloog aan de Universiteit van Amsterdam, geeft de auteurs deels gelijk: de geanalyseerde studies rammelen. Alleen, zegt hij, de Weners nemen het zelf ook niet zo nauw met hun methoden. Zo trachten ze met statistische berekeningen een publicatiebias aan te tonen, terwijl het aantal studies daarvoor eigenlijk te gering is. Hetzelfde geldt voor de manier waarop ze beargumenteren dat het effect van muziek op epileptogene hersenactiviteit verwaarloosbaar is. Ze baseren zich daarbij op dezelfde data als de studies die ze bekritiseren wegens het tekort aan gegevens.
‘Ze springen door allerlei statistische hoepels, maar het punt is: er zijn maar een paar studies en daar probeer je dan iets zinnigs over te zeggen’, aldus Wagenmakers. ‘Volgens mij is dat hopeloos.’ Dat er geen bewijs is voor een effect, bewijst nog niet dat het effect afwezig is. In plaats van statistische analyses van rammelende studies te maken, zouden onderzoekers volgens Wagenmakers beter een degelijke studie kunnen opzetten die wel voldoet aan alle methodologische vereisten. ‘Het kost wat meer moeite, maar dan ben je ook in een keer van die mythe af.’
Genuanceerd
Of juist niet natuurlijk. Want is er eigenlijk een medische reden om te vermoeden dat muziek een dempend effect kan hebben op epilepsie? Het antwoord daarop ligt ‘genuanceerd’, zegt de Maastrichtse klinisch neuropsycholoog Marc Hendriks. Hoe meer stress epilepsiepatiënten ervaren, des te groter is de kans op een aanval. Omgekeerd verlaagt rust en emotioneel welbevinden dit risico juist — en muziek kan dat welbevinden beïnvloeden.
‘Wat die studies vinden, is dat de muziek voornamelijk een reductie geeft in de voorste hersengebieden die betrokken zijn bij de emotionele verwerking van prikkels. Als patiënten auditieve informatie verwerken die ze prettig vinden, kan ik me voorstellen dat dit leidt tot een reductie van de epileptogene activiteit op die plek. Het lost de epilepsie niet op, maar het zou wel tot een licht resultaat kunnen leiden.’
Dat zou in dat geval niet alleen gelden voor Mozart. ‘Voor mij zou bijvoorbeeld Coldplay eerder werken dan Mozart. De patiënt moet wel een emotionele binding hebben met de muziek.’
Of een eventueel effect valt in te zetten om medicijngebruik te verminderen, zoals veel studies suggereren, lijkt Hendriks echter ‘een fabeltje’. ‘Het zou betekenen dat je de godganse dag naar Mozart moet luisteren.’ En of KV 448 na een halve dag nog steeds ontspannend is, valt zeker te betwijfelen.
Literatuur
F. S. Oberleiter, J. Pietschnig: Unfounded authority, underpowered studies, and non-transparent reporting perpetuate the Mozart effect myth: a multiverse meta-analysis. Scientific Reports 2023; 13:3175.
J. R. Hughes, Y. Daaboul, J. J. Fino, G. L. Shaw: The ‘Mozart effect’ on epileptiform activity. Clinical Electroencephalography 1998;109.