De Amerikaanse journalist en auteur Guy P. Harrison is de afsluitende keynote-spreker op het aankomende Skepsis-congres over AI, 9 november a.s. Hij ziet ondanks de al vaak beschreven mogelijk ellendige gevolgen ook nog wel wat mogelijke lichtpuntjes.
Harrison gaat in een recent artikel onder meer in op het tweesnijdende zwaard van kunstmatige intelligentie (AI), waarbij zowel de potentiële gevaren als de kansen worden belicht. Hij begint met het bespreken van de wijdverspreide angsten rondom AI, zoals het schrappen van banen, rampzalige ongelukken en de manipulatie van de samenleving door malafide algoritmen.
in zijn verhaal beschrijft hij de progressie van AI: van eenvoudige taken zoals schaken naar complexere mogelijkheden zoals het genereren van realistische taal, audio en beelden. Deze evolutie maakt mensen steeds vatbaarder voor fraude en manipulatie, hetgeen nog eens verergerd wordt door onze inherente tegenstrijdigheden als zowel rationele als emotionele wezens. De auteur bekritiseert het gebrek aan paraatheid van de mensheid en schrijft dit toe aan een gebrek aan kritisch denken over de generaties heen. Deze kwetsbaarheid is met name zorgwekkend gezien de rol van AI in het versterken van misinformatie en desinformatie, waarvan de sociale media al aanzienlijke maatschappelijke gevolgen hebben laten zien.
Het artikel verkent ook het speculatieve maar plausibele scenario van kunstmatige algemene intelligentie (AGI), die zelfs existentiële risico’s met zich mee zou brengen. Maar zelfs zonder AGI zijn de huidige AI-technologieën voldoende om een landschap van deepfakes en geavanceerde zwendel te creëren, waardoor ons vermogen om waarheid van bedrog te onderscheiden op de proef wordt gesteld.
Ondanks deze grimmige vooruitzichten, ziet Harrison toch ook een potentieel lichtpuntje: de chaos die AI teweegbrengt zou als katalysator kunnen werken voor een collectieve cognitieve upgrade. De alomtegenwoordige en perfect gekalibreerde leugens zouden de mensheid kunnen dwingen om kritisch denken als culturele norm aan te nemen, wat zou kunnen leiden tot een maatschappij die skepsis, wetenschappelijke strengheid en op bewijs gebaseerde besluitvorming waardeert.
Concluderend stelt Harrison dat de op handen zijnde AI-verwoesting weliswaar risico’s met zich meebrengt, maar uiteindelijk de mensheid naar een grotere intellectuele volwassenheid zou kunnen leiden. Door de uitdagingen recht voor z’n raap aan te gaan, kan de samenleving rationeler en kritischer worden, waardoor een potentiële existentiële bedreiging wordt omgezet in een kans voor diepgaande positieve verandering.