Geen Nobelprijs voor uitbijter
Een vrolijk bedoelde verkiezing voor de ‘Nobelprijs voor de psychologie’ vijf jaar geleden mondt uit in een bijzonder kijkje in de ziel van een alternatief werkende therapeut.
door Vittorio Busato – Skepter 33.3 (2020)
WE schrijven 2015. Als knipoog naar de wél bestaande Nobelprijs voor economie organiseert tijdschrift De Psycholoog — het vakblad van het Nederlands Instituut van Psychologen waarvan ik hoofdredacteur ben — ter gelegenheid van de vijftigste jaargang een verkiezing voor de officieuze ‘Nobelprijs voor de psychologie’. In vier categorieën kunnen psychologen en onderzoekers worden voorgedragen: ‘internationaal postuum’, ‘internationaal actueel’, ‘nationaal postuum’ en ‘nationaal actueel’. Aan de echte Nobelprijzen gaan weliswaar geen verkiezingen vooraf, en evenmin worden Nobelprijzen postuum uitgereikt, maar in een gedachte-experiment zijn zulke overwegingen natuurlijk geen bezwaar.
De resultaten worden gepubliceerd in ons nummer van 2 oktober, de maand waarin ook de echte Nobelprijzen worden bekendgemaakt. In totaal hadden 250 mensen hun stem uitgebracht. De Amerikaanse psychotherapeut Carl Rogers wint in de categorie ‘internationaal postuum’, de Amerikaanse besliskundige Daniel Kahneman krijgt de meeste stemmen in de categorie ‘internationaal actueel’. De nationale prijzen gaan naar de in april van dat jaar overleden emotiepsycholoog Nico Frijda en naar de Maastrichtse rechtspsycholoog Harald Merckelbach.
Uitbijter
Merckelbach was evenwel niet de meest voorgedragen psycholoog. Dat was Ingeborg Bosch, grondlegger van ’Past Reality Integration’, een therapie die zich richt op verdrongen en ontkende gevoelens uit de vroege jeugd — daarover straks meer. Gezien de vele uitgebreide, zonder uitzondering lovende nominaties voor Bosch rees bij ons het vermoeden van orkestratie.
We besloten daarom haar kandidatuur in een voetnoot te betwisten: ‘Bij het voordragen van kandidaten in deze categorie viel in het bijzonder de zeer frequente nominatie van Ingeborg Bosch op, met uitgebreide epistels waarom zij, als grondlegger van de Past Integration Therapy, de Nobelprijs voor de Psychologie zou moeten krijgen. Dat wekte achterdocht. Daar deze verkiezing louter als gedachte-experiment was bedoeld en niet als marketinginstrument, besloten we de kandidatuur van Bosch als ‘uitbijter’ te beschouwen en haar niet te nomineren.’
Niet dat we met dit onderzoek enige wetenschappelijke pretenties hadden, maar het transparant verwijderen van zeer afwijkende en de werkelijkheid vertekenende data — uitbijters in statistisch jargon — is zeer verdedigbaar en bepaald niet ongebruikelijk. Niet iedereen dacht daar zo over.
Blij verrast
Bosch was zich, zo schreef Volkskrant-journaliste Ianthe Sahadat op 13 oktober, aanvankelijk niet bewust van het mislopen van een prijs. Ze zei door een collega te zijn geattendeerd op het artikel en op onze voetnoot. Maar ze was ‘blij verrast’, vertelde ze Sahadat, ‘dat er blijkbaar zoveel mensen geholpen zijn met haar therapie’.
Wel vond ze de diskwalificatie illustratief voor de houding van de reguliere psychologie tegenover alternatieve therapievormen. ‘PRI is een jonge therapievorm, maar als lijdende mensen er baat bij hebben, waarom zou je je er dan niet eens in verdiepen, in plaats van het meteen als onwetenschappelijk af te schrijven.’
Bovendien, voegde Bosch eraan toe, liep er juist een eerste langetermijnstudie naar de therapie. ‘In samenwerking met de Universiteit van Maastricht.’
Dat laatste zal wel bluf zijn geweest. In ieder geval is die studie, nu bijna vijf jaar later, nog altijd niet gepubliceerd in een wetenschappelijk tijdschrift. Destijds hebben we vanuit de redactieraad van De Psycholoog ook niet kunnen achterhalen met wie Bosch zou samenwerken of hebben samengewerkt. Hoe dan ook, Bosch kreeg, zoals wel meer vakgenoten, de nadrukkelijke uitnodiging een empirische studie ter beoordeling aan te bieden aan De Psycholoog.
Trauma’s
Wat is PRI? Deze therapievorm of levenskunst helpt je om, zoals de site Pastrealityintegration het noemt, ‘ten volle in het nu te leven’. PRI zou zijn gebaseerd op een helder model hoe het verleden het huidige leven ongewenst beïnvloedt en voor emotionele blokkades zorgt — ‘afweren’ in PRI-jargon.
Het zal psychoanalytici bekend in de oren klinken: in onze vroegste kindertijd ligt de oorsprong van onze trauma’s en bijbehorend psychisch leed. Alleen ‘minutieuze zelfobservatie’ leert ons het volwassen bewustzijn (VB) te onderscheiden van het kindbewustzijn (KB). Dankzij exposure kunnen we daar alsnog toegang toe krijgen zodat de afweer ontmanteld kan worden. Bosch schreef er enkele zeer goed verkopende zelfhulpboeken over.
Kern van de PRI-behandeling is je bewust te worden van die pijn uit je vroegste jeugd en de daaruit voortgekomen overlevingsstrategieën — de manier om je afweren te herkennen en te ontmantelen, tot het integreren van het verleden in het heden, legt Bosch uit in haar geschriften. Zonder daarvoor wetenschappelijke evidentie aan te dragen pretendeert Bosch effectieve technieken en praktische gereedschappen te hebben ontwikkeld om die emotionele blokkades te overwinnen. En of je nu last hebt van angst, boosheid, burn-out, depressies, eetstoornissen, seks- en relatieproblemen, stress of verslaving, PRI lijkt overal een elixer voor.
Portretten
Dat gebrek aan bescheidenheid, of realiteitszin, viel eveneens op in haar medewerking aan de vierdelige televisieserie ‘Vreemdgaan met Filemon’ in mei van 2019. Daarin doet Bosch voor de camera een aantal sessies relatietherapie met een stel dat worstelt met monogamie. Op Facebook kondigde ze haar medewerking aan als een uniek inkijkje in haar methode die de code van de menselijke psyche kraakt. Wie de sessies evenwel terugziet, ontkomt moeilijk aan de indruk dat de methode vooral neerkomt op ja en amen zeggen tegen Bosch.
In diezelfde maand, maar nogal in contrast met die uitzending, schilderden Ianthe Sahadat en Anneke Stoffelen in het Volkskrant Magazine een onthutsend portret van de ‘uitvindster’ van PRI. Bosch, geregistreerd gz-psycholoog, biedt gecertificeerde opleidingen aan tot PRI-therapeut die — op papier — vier jaar duren. Een achtergrond in de geestelijke gezondheidszorg is niet verplicht; belangrijkste toelatingscriteria zijn dat je open staat voor het PRI-gedachtegoed, minimaal een hbo-denkniveau hebt en bereid bent voor die opleiding drie keer per jaar naar het landgoed van Bosch in de Zuid-Franse Drôme te trekken. Kosten 6100 euro per module — exclusief reis- en verblijfskosten.
Nooit klaar
Van de omstreeks 150 cursisten heeft vooralsnog een fractie die certificering behaald, onthulden Stoffelen en Sahadat. Acht anonieme, gestopte cursisten die zich tot hen wendden, hadden aan den lijve ervaren dat die opleiding eigenlijk nooit klaar is. Eén therapeut schatte dat ze jaarlijks veertienduizend euro kwijt is geweest aan PRI. Een andere therapeut durfde uit schaamte niet te zeggen wat een decennium PRI haar heeft gekost, maar ze ‘had er ook een huis voor kunnen kopen’. Weer een ander erkende dat ze aanvankelijk enorm was gegrepen door de methode én Bosch zelf, maar concludeerde nu te zijn gehersenspoeld. En weer anderen openbaarden hoe tijdens opleidingsweken cursisten ten overstaan van de groep werden afgebrand en hoe van hen werd verwacht Bosch en haar methode naar buiten toe zoveel mogelijk te bewieroken en promoten.
‘Het is je reinste PRIetpraat,’ twitterde Sandra Mulkens, klinisch psycholoog en bijzonder hoogleraar voeding en eetstoornissen in Maastricht naar aanleiding van het Volkskrant-artikel. ‘Nooit aan beginnen, niet als cursist en zeker niet als patiënt. Soms schaadt iets wél, als het niet baat.’
Laster
Bosch is — voorstelbaar — niet ingenomen met de Volkskrant-publicatie. Ze is er uitgebreid voor geïnterviewd, maar ze voelt zich misleid omdat haar vooraf niet was verteld dat er ook met voormalige therapeuten was gesproken. Ze laat Stoffelen en Sahadat weten juridisch te gaan onderzoeken of er van smaad of laster sprake is. ‘Heel naar, maar het lijkt nodig te worden,’ citeren de twee onderzoeksjournalisten Bosch in hun stuk.
Met de dreiging met juridische stappen hadden ze wel rekening gehouden, laat Sahadat desgevraagd weten. ‘Van bronnen hoorden we dat Bosch dat steevast deed. Tijdens ons interviewbezoek was ze al argwanend en naderhand begon het bestoken via Whatsapp. Nadat wij haar voor een nalezing op feitelijke onjuistheden het conceptartikel hadden gestuurd, volgde een sommatie van haar advocaat. Die eiste dat we een aantal citaten zouden verwijderen en een extra nawoord van Bosch bij het artikel zouden plaatsen. Bij geen gehoor zouden ‘nadere rechtsmaatregelen’ volgen.’
De hoofdredactie en juridisch adviseur van de Volkskrant hebben meegekeken, maar die zagen geen reden de publicatie aan te passen, zo vervolgt Sahadat. ‘Na het verschijnen van het artikel is het tot op heden stil gebleven.’
Of er een vervolg op hun artikel komt, betwijfelt ze. ‘Al hebben zich naderhand, tot vrij recent zelfs, nieuwe bronnen en slachtoffers gemeld. Als er nieuwe ontwikkelingen zijn, kan ons artikel natuurlijk een follow-up krijgen. Idealiter zou er niemand meer in haar val trappen. Maar Bosch is geraffineerd, en er zijn altijd wel zoekende mensen die op een vermeende goeroe stuiten en in haar web blijven plakken.’
Ter perse
Ingeborg Bosch heb ik half juli per mail een aantal vragen voorgelegd — onder meer over de kwestie waarin de afweren in PRI nu verschillen van de afweermechanismen uit de psycho-analyse, of het Volkskrant-artikel haar dan wel de PRI-beweging veel schade heeft berokkend, over eventueel genomen juridische stappen en of er inmiddels wetenschappelijk onderzoek naar PRI gepubliceerd dan wel in druk is.
Bosch wilde wel meewerken, maar het lukte vanwege haar vakantie uiteindelijk niet om voor mijn deadline uitvoerig en zorgvuldig op mijn vragen in te gaan. Zo zou er over de vijf afweren in PRI heel veel meer te vertellen zijn, en is er op dit moment niet te zeggen of het Volkskrant-artikel nadelig is geweest. In elk geval bleken juridische stappen of een onderzoek niet nodig, aldus Bosch: ‘De Volkskrant-journalisten hebben — weliswaar beter laat dan nooit — in hoor en wederhoor inbreng van mijn kant in voldoende mate gehonoreerd.’
Sowieso zou het volgens Bosch beter zijn als ik met mijn artikel wachtte tot komend najaar. ‘Dan verschijnt er een wetenschappelijke publicatie over PRI in een gerenommeerd internationaal vakblad. Nuttig deze informatie dan direct mee te kunnen nemen.’
Op mijn herhaalde verzoek of ze alvast de referentie van dat artikel kon geven aangezien dat inmiddels immers wel ter perse zal zijn, gaf Bosch geen direct antwoord. ‘Ik mag nog niets uit het onderzoek openbaar maken op dit moment, maar de onderzoeksresultaten zijn wel cruciaal bij de beantwoording van een aantal van je vragen. Ervan uitgaande dat je ook na het verschijnen van het onderzoek nog geïnteresseerd bent in het verhaal, dan kom ik daarover graag bij je terug.