Ervaringsgerichte magneten

Rekkelijkheid in de psychomotorische therapie

door Rob Nanninga – Skepter 18.1 (2005)

pmtWAT is psychomotorische therapie? Waar liggen de grenzen van dit vakgebied? Zover als de magneten reiken? Binnen de beroepsvereniging wordt daar stevig over gediscussieerd.

Een plaatselijke krant in Leusden publiceerde ruim twee jaar geleden een interview waarin Monique Hammink reclame mocht maken voor haar nieuwe praktijk. Zij behandelt onder meer jongeren met ADHD, contactproblemen en eetstoornissen. Er worden bewegings- en lichaamsgerichte oefeningen gedaan, die meestal in een gymzaal plaatsvinden. Ze maakt ook gebruik van bachremedies en ‘magnetische producten’, waaronder magneetzooltjes. De zooltjes kunnen er voor zorgen dat iemand steviger met beide benen op de grond staat en meer in balans is. Ze zijn ook nuttig voor mensen die gevoelig zijn voor elektrosmog of voor de stemming die anderen om zich heen hebben. ‘Monique vertelt enthousiast verder over een slaapsysteem waarbij magneten het lichaam in balans brengen.’

De magneten zijn afkomstig van de firma Nikken, een omstreden Multilevel Marketing organisatie (Skepter, december 2003, herfst 2004). Monique en haar man handelen in de producten en proberen ook andere distributeurs te werven. Zo gaat dat in de alternatieve sector, zou je kunnen denken. Iedereen kan een therapeutisch centrum starten en magneten gaan verkopen. Er is echter een belangrijk verschil: Monique Hammink is een specialist op het gebied van de psychomotorische therapie (PMT), een reguliere vorm van psychotherapie, die onder andere wordt onderwezen aan de Faculteit der Bewegingswetenschappen van de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam. Hammink studeerde daar cum laude af, werkte verscheidene jaren in de kinder- en jeugdpsychiatrie, en promoveerde vorig jaar op een onderzoek naar psychomotorische diagnostiek. Zij is ook docente aan de Hogeschool Windesheim in Zwolle, die dit jaar met een Masteropleiding PMT van start gaat

Psychomotorische therapeuten zijn binnen de psychiatrie als beroepsgroep erkend. Hun vakgebied is voortgekomen uit de gymnastieklessen die in de jaren 1950 in psychiatrische klinieken werden gegeven. Deze leken een gunstige invloed te hebben op de psychische klachten van de patiënten. De hedendaagse PMT beschikt over een breed repertoire aan oefeningen, technieken en methoden, die in de praktijk zijn ontwikkeld. De therapie wordt ook bij kinderen en verstandelijk gehandicapten toegepast. Lichamelijke ervaringen, bewegingen en emoties spelen een belangrijke rol. PMT kan onder meer gebruikt worden om mensen meer vertrouwen te geven in hun eigen lichaam, het gevoel van lichamelijke competentie te versterken en lusteloosheid of spanningen te verdrijven.

Claudia Emck, die verbonden is aan de Faculteit der Bewegingswetenschappen van de VU, vertelt dat er nog geen harde bewijzen zijn voor de effectiviteit van PMT in het algemeen. ‘Er zijn inmiddels wel enkele PMT-protocollen onderzocht en effectief bevonden, zoals runningtherapie bij depressie en bewegingstherapie voor dementerende ouderen. Maar het is een jong vakgebied, waardoor er nog veel dingen ter discussie staan. Momenteel is er een ontwikkeling gaande om het vak beter te onderbouwen, er kritischer mee om te gaan en meer onderzoek te doen. Ook de hbo-opleiding is in verandering om ervoor te zorgen dat de studenten meer wetenschappelijk geschoold worden.’

Monique Hammink leek deze ontwikkeling te ondersteunen met haar promotieonderzoek, dat een nieuw diagnostisch instrument voor PMT opleverde. Maar tegelijkertijd probeerde ze collega’s te interesseren voor de producten van Nikken. Ze nodigde hen uit voor voorlichtingsbijeenkomsten en wist een aantal te overtuigen. Zo vormde zich een groepje psychomotorische therapeuten dat als aanvulling op de gangbare methoden magneten ging gebruiken. Een van hen is Marianne Houben, die na haar doctoraal medicijnen de voortgezette opleiding voor psychomotorische therapie (VO-PMT) volgde en docent werd aan de Hogeschool Windesheim. Zij is nu evenals Hammink een enthousiaste verkoopster van magneetzooltjes en andere Nikkenproducten.

Uit het evenwicht

In november 2004 hield de Nederlandse Vereniging voor Psychomotorische Therapie (NVPMT) een studietweedaagse onder de titel ‘De rekkelijken en de preciezen’. Het ging daarbij om de vraag hoe de praktijk zich verhoudt tot de wetenschap. Waar liggen de grenzen van het vakgebied? Dr. Ruud Bosscher van de Faculteit Bewegingswetenschappen vertegenwoordigde de preciezen, met een lezing over ‘Kennisontwikkeling in de PMT’. Hij noemde scepticisme een belangrijk element van de wetenschappelijke methode: ‘Bevraag de wijsheid die aan je wordt overgedragen en ga na of een voorspelling of overtuiging empirisch ondersteund wordt.’ Bosscher waarschuwde voor de neiging om alleen belang te hechten aan informatie die de eigen overtuiging bevestigt.

Hammink en Houben traden op als rekkelijken met een workshop over het gebruik van magneten. Het duo had gezorgd voor inlegzooltjes van Nikken en er lagen speciale matjes op de vloer. De workshopleiders organiseerden massages met een magnetische roller. Ze vertelden dat de magnetische kracht ervoor kan zorgen dat lichaamscellen en watermoleculen in het bloed zich naar de goede kant richten. Claudia Emck mocht zelf ervaren dat je met magneetzooltjes onder de voeten veel beter geaard bent. Ze moest rechtop gaan staan, haar armen op de rug houden en haar vingers ineen strengelen, zodat haar handen in de buurt van haar billen een soort kommetje vormden. Hammink drukte op het kommetje, waardoor Emck uit haar evenwicht raakte en een stap naar achteren moest zetten om niet om te vallen. De proef werd herhaald terwijl zij op magneetzooltjes stond. Dankzij de zooltjes was het niet meer mogelijk om haar balans te verstoren.

Alle deelnemers vonden de massages heel ontspannend. In het programmaboekje stond dat de workshopleiders actief waren als MLM-distributeurs. Het Nikkenlogo prijkte onder meer op de tas en de jas van Hammink. Claudia Emck stelde daar op het laatst nog een kritische vraag over, waarmee ze de fijne sfeer behoorlijk verpestte. Er was echter geen tijd meer voor discussie, want de zaal moest worden ontruimd. Emck besloot er een artikel over te schrijven voor het tijdschrift van de NVPMT. Daarin bracht ze drie bezwaren naar voren.

Ten eerste zijn er geen goede bewijzen voor de heilzame werking van statische magneetvelden. De veronderstelde biomedische effecten behoren ook niet tot de expertise van PMT’ers. De proef met de magneetzooltjes had geen enkele bewijskracht omdat deze onder ongecontroleerde omstandigheden plaatsvond. Om het wetenschappelijk te onderzoeken heb je een stel nepzooltjes nodig, dat uiterlijk niet van de echte verschilt. Je kunt dan een geblindeerde proef uitvoeren, waarbij een deelnemer op de zooltjes gaat staan zonder dat iemand weet of ze echt magnetisch zijn. Ook de proefleider mag dat niet weten, want anders kan ze onbewust wat harder of zachter drukken. Emck stelde vast dat ‘een kracht die iets dichter bij het lichaam wordt uitgeoefend, een heel andere werking op het evenwicht kan hebben, dan eenzelfde kracht die net even iets verder weg aangrijpt (sla desnoods je biomechanicaboekjes er nog maar eens op na)’. Het verschil tussen omvallen en blijven staan is maar een paar centimeter. Bovendien kan de proefpersoon gemakkelijk wat naar achteren worden getrokken.

Een tweede bezwaar is dat de magneten worden gepresenteerd als een universele remedie voor zeer uiteenlopende klachten, als een soort haarlemmerolie. Dat is niet in overeenstemming met het uitgangspunt van PMT: ‘We moeten onze arrangementen zo inrichten en manipuleren dat het probleemgedrag specifiek naar voren komt en/of alternatief gedrag en beleven ontlokt wordt.’

Ten slotte is het volgens Emck kwalijk dat het netwerk van psychomotorische therapeuten wordt gebruikt om de producten van een MLM-bedrijf aan te prijzen. Het is ook onwenselijk dat patiënten worden blootgesteld aan deze financiële belangenverstrengeling.

Heilige koe

Hammink en Houben publiceerden in hetzelfde tijdschrift een verweer. Ze benadrukken dat PMT een ervaringsgerichte therapie is en dat bijna alle workshopdeelnemers onder de indruk raakten van de kracht der magneten. Er waren veel positieve reacties, zoals: ‘Het lijkt de ontspanning te versnellen en te verdiepen, wat een bijzondere lichamelijke ervaring.’ Zelfs Emck moest toegeven dat ze tot drie keer toe niet meer uit haar evenwicht te krijgen was toen ze op de magnetische zooltjes stond. Dat was haar eigen ervaring en de ervaring van vele anderen, zodat het overbodig is om een ‘doorwrocht wetenschappelijk experiment’ uit te voeren.

‘Daarnaast hebben wij de ervaring dat de test “dubbelblind” ook werkt indien er placebozooltjes en magneetzooltjes naast elkaar worden gelegd én blijkt dat de test soms geen verschil in geaardheid geeft. Bij navraag blijkt het dan in de regel te gaan om mensen die bijvoorbeeld tai-chi beoefenen en daardoor al goed geaard zijn.’ Ook een dubbelblinde test is voor Hammink en Houben blijkbaar een ervaring. Ze hebben geen behoefte om nader uit te leggen hoe de test werd uitgevoerd. En als het niet werkt, kunnen ze daar achteraf wel een verklaring voor bedenken. Dan was de proefpersoon blijkbaar van tevoren al goed geaard, in tegenstelling tot Emck.

Hammink en Houben erkennen dat ze niet begrijpen hoe magneten bepaalde lichaamssensaties kunnen oproepen. ‘Maar’, zo betogen zij, ‘van Aristoteles, Hippocrates en Newton hebben wij geleerd dat het feit dat we het niet goed begrijpen, nog geen reden is om het fenomeen te ontkennen’. Voor de mogelijke rol van watermoleculen verwijzen ze naar een populair boek van de Japanse onderzoeker Masaru Emoto (zie Skepter, herfst 2006), die vermaard is in new-agekringen. Emoto is een zakenman die het diploma ‘dokter in de alternatieve geneeskunde’ behaalde bij The Open International University For Alternative Medicines in Calcutta. (De schriftelijke opleiding duurt een jaar en kost $350. [Noot 1]) Hij werkt met ijskristallen. Die kunnen sterk van elkaar verschillen, afhankelijk van de omstandigheden waaronder ze gevormd worden. Emoto beweerde dat hij geen mooie kristallen kon verkrijgen wanneer hij het water had bewaard in flessen met opschriften als ‘Hitler’, ‘Devil’, ‘You make me sick’ of ‘I’ll kill you’. Het ingestraalde water van Jomanda leverde daarentegen extra mooie kristallen op, evenals water dat vanuit Australië werd ingestraald door Pranic Healers.

Volgens Hammink en Houben is er niets mis met het marketingsysteem en de bedrijfsfilosofie van Nikken. Er worden inderdaad vrienden, familieleden en collega’s uitgenodigd voor huiskamerbijeenkomsten, maar die hebben slechts ten doel hen te informeren over de producten en de achterliggende filosofie. Als welzijnsconsulent van Nikken gun je anderen alles waar je zelf zo enthousiast over bent. Het bedrijf organiseert onder meer ‘trainingen waarin mensen meer bewust worden van wat zij werkelijk willen verwezenlijken’. Bij Nikken werken ‘mensen met een hart en een missie’ die ‘willen bijdragen aan een betere wereld’. De rang die je binnen Nikken behaalt, ‘zegt niets over je inkomsten’. Bovendien gaat het de meeste distributeurs niet om het geld, maar om een ‘hoger doel’. De rollen van therapeut en verkoper worden zorgvuldig gescheiden door patiënten die magnetische attributen willen aanschaffen naar een andere distributeur te verwijzen.

De auteurs plaatsen vraagtekens bij de waarde van de informatie die Emck via Google verzamelde: ‘U en wij kunnen op internet plaatsen wat wij willen en zorgen dat wij via zoekmachines op trefwoorden te vinden zijn. Over bias gesproken…’ De ergernis is te begrijpen, want wie in Nederland bij Google het woord Nikken intoetst, vond (in het voorjaar van 2005) bovenaan twee artikelen uit Skepter. Daarmee is echter niet aangetoond dat deze stukken onbetrouwbaar zijn.

Aan het slot van hun betoog trekken de auteurs alle ethische registers open. Ze verwijten Emck dat ze niet respectvol omgaat met meningsverschillen binnen het vakgebied, de ‘rekkelijken’ demoniseert en zich opstelt als een dogmatische inquisiteur die heksen wil wegen. ‘Volgt op deze publieke schrobbering een openbare verbranding? … Laten we als professionele PMT-ers alsjeblieft het vizier open houden en ons blijven oriënteren op nieuwe ontwikkelingen in de wereld om ons heen’.

Emck toonde echter geen genade en schreef nog een korte reactie over ‘Heilige koeien en melkkoeien’. Ook een echte koe kan volgens haar ‘functioneel worden ingezet als therapeutisch hulpmiddel en roept lichaamssensaties op. Maar moet zij daarom in het toestellenhok van de PMT-zaal komen?’ Over de hogere doelen van Nikken wil Emck geen oordeel uitspreken, ‘maar moeten we onze patiënten gebruiken om die prachtige doelen te realiseren?’ Dat is een legitieme vraag.

Luuk Sietsma, opleidingsmanager bij de Hogeschool Windesheim, is tevreden over Hamminks kwaliteiten als docent, maar heeft inmiddels wel met haar afgesproken dat ze haar positie niet langer mag gebruiken om de magneettherapie van Nikken te promoten. Het lijkt hem een goed idee om het veronderstelde effect van de magneetzooltjes wetenschappelijk te onderzoeken.

De Nederlandse Vereniging voor Psychomotorische Therapie beraadt zich nog over de kwestie. Voorzitter Hans Delhaas meldt dat het bestuur aan de Toetsingscommissie heeft gevraagd of zij kan beoordelen in hoeverre het gebruik van magneten in overstemming is met de beroepscode. Hij probeert een middenpositie in te nemen door zich af te vragen: ‘hoe stevig onderbouwd is een “groundingsoefening” zonder magneten?’

De kloof tussen wetenschap en praktijk is volgens bewegingswetenschapper Ruud Bosscher moeilijk te overbruggen. ‘Maar de kloof is wel smaller te maken.’ De Masteropleiding van Windesheim kan het goede voorbeeld geven door meer wetenschappelijk georiënteerde PMT-ers op te leiden. ‘Psychomotorische therapie heeft daarin nog een lange weg te gaan.’

Alle wetenschappelijke scholing lijkt echter weinig effect te hebben gehad op dr. Monique Hammink, die inmiddels ook Gz-psycholoog is. Om haar overtuiging te ondersteunen stuurde ze Emck een paar artikelen over magneettherapie uit het alternatieve tijdschrift Ode. Ze stonden vol met ongefundeerde beweringen. Dat had Hammink zelf ook wel kunnen vaststellen als ze wat kritischer had gelezen. Maar daar heeft ze blijkbaar geen behoefte meer aan. Ze vertrouwt volledig op individuele ervaringen. Claudia Emck vindt het moeilijk om te begrijpen waarom Hammink haar wetenschappelijke bagage overboord gooit. ‘Toen ze de kracht van die magneetzooltjes demonstreerde, dacht ik: dit is te bizar voor woorden!’

Uit: Skepter 18.1 (2005)

Vond u dit artikel interessant? Overweeg dan eens om Skepsis te steunen door donateur te worden of een abonnement op Skepter te nemen.

Steun Skepsis

Rob Nanninga was hoofdredacteur van Skepter van 2002 tot 2014