Michael Shermer

Medium voor een dag

Hoe ik in 24 uur leerde waarzeggen

door Michael Shermer – Skepter 16.2 (2003)

Begin 2003 heb ik me in 24 uur bekwaamd tot tarotkaartenlezer, helderziende, sterrenwichelaar en handlezer, en met succes voor de tv in de praktijk gebracht met vijf nietsvermoedende klanten.

Mijn stoomcursus mediamiek was een aflevering in een nieuwe serie populair-wetenschappelijke programma’s voor volwassenen van PBS, getiteld Eye on Nye. Ik kende de theorie van waarzeggerij al, maar ik had het nooit zelf gedaan. Presentator Bill Nye (de ‘Science Guy’ van een in Amerika zeer bekende programmaserie voor kinderen) vond het een leuk idee om eens te kijken hoe goed je als medium kunt presteren met weinig voorbereiding.

Ik wist de opnamedatum, woensdag 15 januari 2003, al weken van tevoren, maar ik begon pas op dinsdag de 14de met studeren. Ik was nogal zenuwachtig, in de eerste plaats omdat mediumschap volgens mij voornamelijk een kwestie is van goed toneelspelen, en daar moet je talent voor hebben en ook goed oefenen. Bovendien had ik verkondigd dat we allerhande vormen van waarzeggen (tarot, astrologie enzovoorts) moesten toepassen, om dat die slechts louter decor zijn voor het psychodrama geheten ‘cold reading’: waarzeggerij zonder voorkennis. Ik ben ervan overtuigd, nu meer dan ooit, dat bedrog (stiekem van tevoren informatie verzamelen) niet nodig is voor succesvolle waarzeggerij.

Mijn ‘klanten’ waren vijf vrouwen die niet door mij waren uitgezocht, en waarvan ik niets anders wist dan hun geboortedatum en -tijd (nodig om hun horoscoop op te stellen). We hadden geen contact met elkaar voordat we voor de camera’s plaats namen op twee gemakkelijke stoelen. De o zo noodzakelijke ‘spirituele’ sfeer werd geschapen met een Perzisch tapijt, een tafeltje met een kanten kleedje, kaarsverlichting, wierook en kleurige dimverlichting.

Snelcursus waarzeggen

Mijn belangrijkste bron was het uiterst nuttige boek van een van de beste ‘cold readers’, namelijk Ian Rowland, getiteld The Full Facts Book of Cold Reading (verkrijgbaar via de website van Rowland), dat ik van harte aanbeveel aan iedereen die zich in deze tak van vermaak wil begeven. Er staat veel en veel meer in dan ik hier kan vertellen.

Rowland benadrukt dat het belangrijk is dat je de klant al voor het eigenlijke consult vriendelijk stemt. Spreek met zachte stem, gedraag je kalm en geef je lichaamstaal een sympathieke uitstraling: glimlach, hou voortdurend oogcontact, hou je hoofd wat scheef terwijl je luistert, en ga recht tegenover de klant zitten met de benen naast elkaar en armen niet gekruist. Ik begon elke zitting door mezelf voor te stellen als Michael uit Hollywood, psychic intuitor.

Ik legde uit dat mijn klanten me willen spreken over diverse zaken die hun hart bezwaren (het hart is namelijk het populairste orgaan in de nieuwetijdsonzin), en dat ik als intuitor ze in hun leven wilde helpen met mijn speciale gave van intuïtie, een gave die iedereen heeft trouwens, maar die ik extra ontwikkeld heb door oefening. Ik kondigde aan dat we met algemeenheden zouden beginnen, dan zouden we ons meer richten op het heden en verleden en ten slotte ook op iets van de toekomst.

Wij paragnosten kunnen natuurlijk de toekomst niet volmaakt kennen (zo had ik alvast een smoes voor eventuele missers) maar we letten op algemene trends en neigingen (zo’n lekker astrologiewoord). Met een beetje nederige humor probeerde ik vertrouwen te winnen. ‘Het zou fantastisch zijn als ik honderd percent correct was, maar niemand is volmaakt. Als ik de getallen van de lotto zou kunnen voorspellen zou ik ze trouwens niet aan anderen verklappen!’

Ten slotte onthulde ik dat mijn speciale mediamieke begaafdheid op het gebied van de … lag, waarbij ik dan invulde wat ik voor deze klant zou gebruiken.

Ik heb geen kant-en-klare voorraad van opmerkingen en vragen, ik ben ten slotte geen beroepshelderziende, daarom groepeerde ik het consult om de thema’s liefde, gezondheid, geld, loopbaan, reizen, onderwijs, plannen. Daar willen de meeste mensen over praten als ze bij een waarzegger op bezoek gaan. Bovendien willen velen graag iets over hun eigen innerlijk horen, dus ik voegde ‘persoonlijkheid’ aan het lijstje toe. Ik gebruikte daarvoor de indeling: openstaan voor ervaringen (sleutelwoorden: fantasie, gevoelens, reislust), gewetensvol (plichtsgetrouw, kundig, ordelijk), extraversie (sociaal, makkelijk opgewonden, assertief), aangenaamheid (teerhartig of keihard), en neuroticisme (boos, bang, terneergeslagen). Ik heb samen met mijn collega Frank Sulloway onderzoek gedaan naar deze eigenschappen zoals ze uit biografieën van bekende wetenschappers naar voren komen en ik weet daarom hoe deze samenhangen met het gezin waaruit men komt en in het bijzonder met de geboortevolgorde. Die kon ik dan ook correct raden bij al mijn vijf klanten, wat flinke indruk maakte.

Ik begon met de volgende lijst van flatteuze algemeenheden, waar vrijwel iedereen zich in herkent.

Je bent erg voorkomend en vlug bereid voor anderen te zorgen, maar als je eerlijk bent, merk je soms dat je egoïstische aanvechtingen hebt. Ik zou willen zeggen dat je alles bij elkaar genomen een rustig en bescheiden persoon bent, maar onder de juiste omstandigheden, als je in de goede stemming bent, kun je de gangmaker van een feest zijn.
Soms ben je te eerlijk over je gevoelens en laat je teveel van jezelf zien. Je kunt de dingen goed overdenken en je wilt bewijs zien voor je van mening verandert. In een nieuwe situatie ben je voorzichtig tot je doorhebt wat er aan de hand is, en dan handel je vol zelfvertrouwen.
Ik voel dat je iemand bent die in het algemeen te vertrouwen is. Geen heilige, niet volmaakt, maar laten we zeggen dat als het erop aankomt, dan weet je hoe belangrijk het is dat men je kan vertrouwen. Je weet wat er van goede vrienden verwacht wordt.
Je kunt jezelf goed in de hand houden, zodat je voor anderen beheerst lijkt, maar in feite voel je je soms wat onzeker. Je zou eigenlijk een beetje populairder willen zijn en je meer op je gemak voelen in contact met anderen.
Je bent wereldwijs, en dat is wijsheid opgedaan door de harde werkelijkheid van het leven en niet uit boeken.

Rowland zegt dat speciaal deze laatste opmerking goud waard is als vleierij. Hij sloeg wat mij de betreft de spijker op de kop, want ik zag al mijn klanten driftig knikken, en ze zeiden ook dit ze echt ten voeten uit tekende.

Na de algemene inleiding en de karakterschets gebruikte ik Rowlands hogekanslijst, namelijk een lijst van specifieke opmerkingen met grote trefkans, waaronder dingen die zich in de woning bevinden:

• Een doos met oude foto’s, sommige in albums, maar de meeste niet.
• Oude verlopen medicijnen.
• Speelgoed, boeken en andere aandenkens uit de kindertijd.
• Sieraden van een overleden familielid.
• Een pak speelkaarten, waaraan misschien een kaart ontbreekt.
• Een of ander elektronisch hebbeding dat niet meer werkt.
• Verlopen kalender.
• La die klemt.
• Sleutels waarvan je niet meer weet waar die bij horen.
• Horloge of klok die niet meer loopt.

En persoonlijke zaken zoals:

• Litteken op knie.
• Het cijfer 2 in het huisadres.
• Ongeluk als klein kind, heeft iets met water te maken.
• Kleren die nooit gedragen zijn.
• Foto’s van dierbaren in portemonnee.
• Droeg het haar vroeger lang, maar later korter.
• Een oorbel waarvan er nog maar één is.

Hier voegde ik nog aan toe: ‘Ik zie een witte auto’, waar ik veel succes mee had. In het vliegtuig op weg naar de studio (de opnamen waren in Seattle) probeerde ik de lijst uit op cabinepersoneel en mensen die naast me zaten, en ik was verbaasd hoe goed het uitkwam.

Ten slotte wijst Rowland erop dat je klanten graag extra inlichtingen verschaffen als je het goed aanpakt, bijvoorbeeld de goede vragen stelt, zoals:

• Zeg eens, heb je op het ogenblik een relatie van langere duur?
• Ben je tevreden met je carrière, of zijn er problemen?
• Wat is er met je gezondheid waar je vaak over denkt?
• Wie is degene die is overleden en waar je graag contact mee wilt hebben?

Terwijl ik de lijst algemeenheden afwerkte, dacht ik eraan om af en toe terloops ‘bijkomende vragen’ te stellen, zoals Rowland ze noemt:

‘… waarom zou dat zo zijn?’
‘… zegt dit je iets?’
‘… klinkt dit je bekend in de oren?’
‘… is dit wat jou betreft in de goede richting?’
‘… dit betekent heel veel voor je, toch?’
‘… kan je dit ergens plaatsen?’
‘… op wie zou dit slaan, denk je?’
‘… mag ik vragen op welke periode in je leven dit slaat?’
‘… begrijp je waarom ik deze indruk krijg?’

Dit was mijn achtergrond, bijeengesprokkeld na één dag intensief lezen.

De kaarten op tafel

Mijn eerste klant, Angela, was 21, en ik ging voor haar tarotkaarten leggen. Ik had in een New-Ageboekhandel een tarotpak (Haindl) gekocht, waar een instructiepamflet bij zat, een samenvatting van een uitvoerig boek in twee delen. De kaarten zelf waren elegant getekend, en elk voorzien van een astrologisch symbool, een runeteken, een Hebreeuwse letter en mythische afbeeldingen. De kaart met het Rad van Fortuin had de volgende uitleg:

Het wiel staat tegen een achtergrond van sterren die de kosmos symboliseren. Onderaan kijkt Moeder Aarde omhoog. Links boven is de Hemelse Vader Zeus. Rechtsboven is een kind met een ouwelijk gezicht dat de mensheid en onze voorouders verzinnebeeldt. In het wiel staat de paddestoel voor kans, de slang voor wedergeboorte, het oog voor tijd en de dinosaurus voor alles wat verloren is gegaan in de tijd. Betekenis als orakel: verandering van omstandigheden, je leven en je lotsbestemming in de hand nemen. Tijd om te nemen wat het leven je geeft.

Met een totaal van 78 kaarten kon ik natuurlijk al die dingen niet uit mijn hoofd leren, dus koos ik tien kaarten, en liet mijn elfjarige dochter Devin me overhoren tot ik ze van buiten kende. Dat deed ze niet alleen om mij te helpen, ik denk dat ze het wel fijn vond dat ze daarom geen huiswerk hoefde te maken, en met een vader die haar zo vaak streng overhoord had als ze iets uit haar hoofd moest leren, vond ze het wel leuk om de rollen om te draaien.

Volgens de instructie moest je tien kaarten volgens een bepaald patroon (vier in het midden, drie boven en drie beneden) op tafel leggen, en de verschillende posities betekenden dan het volgende:

1. De algemene situatie.
2. Een handeling of ervaring waardoor de situatie is ontstaan.
3. Je overtuiging en verwachtingen betreffende de situatie.
4. Het meest waarschijnlijke gevolg van de huidige situatie.
5. Je spirituele voorgeschiedenis.
6. Je spirituele opdracht en de huidige mogelijkheden.
7. Hoe de situatie zal veranderen.
8. De Helper (een persoon die je je moet voorstellen).
9. Jijzelf.
10. De Leraar geeft aan wat je van de situatie kunt leren.

Helaas was ik dit allemaal vergeten toen mijn klant voor me zat, dus ik bedacht maar dat de kaarten in het midden het heden voorstelden, de kaarten bovenaan de toekomst en de onderste drie de hulp om tot die toekomst te geraken. Ik wist de betekenissen van de tarotkaarten nog wel, gelukkig maar want mijn klant had zelf ook wel eens kaarten gelegd! Tijdens de zitting palmeerde ik de kaarten die ik gememoriseerd had, en legde ze weer boven op het pak nadat de klant ze geschud had. (Volgens de tarotregels moet de klant de kaarten schudden.)

Angela was mijn eerste proefkonijn, dus was ik een beetje zenuwachtig, en hield me aan algemeenheden. Ik kon raden dat ze niet de oudste of de jongste thuis was. Ze was student, dus ik dacht dat ze nog wel niet zou weten wat ze later wilde gaan doen, daarom debiteerde ik wat alledaagse algemeenheden die sloegen op bijna iedereen van haar leeftijd: onzeker over de toekomst, maar toch gefascineerd door de mogelijkheden, met vertrouwen in eigen capaciteit, reisplannen, een gezond evenwicht tussen hoofd en hart, enzovoorts.

Tarotkaarten zijn ideaal als waarzeggerstruc, want dan heb je iets waar je naar kunt verwijzen, en waarover je de klant kunt ondervragen. Ik had de Dood speciaal bij mijn tien kaarten gedaan, omdat mensen er bezorgd van worden (de sluipschutter die toen in het nieuws was, had ook gezegd dat die kaart hem geïnspireerd had). De kaart met de Dood gaf me de gelegenheid om uit te weiden over de zin van het leven, en dat de kaart niet zozeer fysieke dood voorstelt als wel metaforische dood, zoals overgangen in het leven, het einde van een carrière en het begin van een andere, en soortgelijke zwamverhalen. Ik had de lijn met het aas uitgeworpen en nu beet de vis.

Na elke zitting werd de proefpersoon door de producent gevraagd (ook voor de camera) wat ze ervan vond. Angela zei dat het wel goed ging, en dat ik haar leven goed had samengevat, maar dat er verder niets bijzonders was gezegd. Ze was wel eens vaker bij een medium geweest, en mijn vertoning was typisch wat je dan te horen krijgt. Zelf vond ik het uiterst middelmatig.

De toekomst in de hand

Bij de tweede zitting las ik de hand van Bridget, een jonge vrouw van 19. Handlezen is de beste vorm van waarzeggerij omdat je iets concreets hebt om over te praten en bovendien heb je ook fysiek contact met de klant. Ik kon echter niet onthouden wat al die lijnen in de hand betekenen, dus terwijl ik de tarotkaarten erin zat te stampen, haalde Devin een handpalmkaart van het internet. Ik concentreerde me op de lijnen voor leven, hoofd, hart en gezondheid. Nuttige onzin is bijvoorbeeld:

• Verbonden hoofd- en levenslijn betekent een vroege afhankelijkheid van familie, maar als ze onverbonden zijn stond de klant al vroeg op eigen benen.
• Hoe verder hoofd- en levenslijn uit elkaar liggen, des te meer nemen hoofd en hart onafhankelijk van elkaar besluiten.
• Een sterke hoofdlijn is een rationale denktrant, een zwakke een meer intuïtieve.
• Onderbrekingen in de hoofdlijn is een hoofdwond, of vaak hoofdpijn of iets anders dat met het hoofd van de klant gebeurde in het verleden.

Van een webpagina haalde ik van alles over de stand van de vingers en de duim. Daar zou je aan kunnen zien hoe ontspannen of extravert of vol zelfvertrouwen de klant is. Aan de hoek van de duim met de hand alleen al kun je van alles zien.

Een kleine hoek is iemand die bedachtzaam is en eerst de kat uit de boom kijkt en zich niet opdringt. Een middelmatige hoek onthult dat je graag dingen voor jezelf en voor anderen doet. Je verspilt niet al te veel tijd met onnodig piekeren en plannen maken voor elk karwei. Een grote hoek daarentegen verklapt dat je graag meteen de koe bij de horens vat en dat je je werk vlot en vol zelfvertrouwen doet omdat je de verantwoordelijkheid leuk vindt en het karwei vlug wilt klaren.

Deze omschrijvingen kun je stuk voor stuk op iedereen toepassen, heel handig.

Het blijkt dat je aan iemands handen kunt zien of hij of zij linkshandig of rechtshandig is. De voorkeurshand is iets groter en gespierder. Mijn tweede klant was linkshandig, en dat gaf me de gelegenheid haar te vertellen dat ze een dominante rechterhersenhelft had, wat betekent dat ze geneigd is tot gevoelsmatig denken, oftewel dat intuïtie haar sterke punt is. Rowland adviseert dat je je klanten niet genoeg kan vleien door hun eigen paranormale vermogens te prijzen. Ik zei dan ook dat haar wijsheid meer berustte op ervaring met de echte wereld, in plaats van boekenkennis. Ze zat heftig te knikken.

Diverse handlezers beweren dat je ook commentaar moet geven op kleur en structuur van de huid en op haar op de handrug. Bovendien is een groot verschil tussen beide handen een aanwijzing dat de klant af is geweken van aangeboren gaven. De buitenste vingerkootjes vertegenwoordigen het spirituele, de middelste het praktische en de onderste vingerkootjes stellen de emotionele kanten voor van de persoonlijkheid van de klant.

Ik wreef met mijn vingers over het vlezige gedeelte van haar vingerkootjes terwijl ik daar commentaar op leverde. Dat werkte prima.

Deze keer gebruikte ik Rowlands hogekanslijst, dat had ik niet gedaan bij Angela. Ik begon met de witte auto. Mijn klant had een grootmoeder van 99 met een witte auto, wat me de gelegenheid gaf een opmerking te maken over haar band met haar grootmoeder. Raak! Toen probeerde ik de oude kalender, maar toen ze niet reageerde, maakte ik een meer algemene opmerking: ‘Tja, hier is iets met een overgang van de ene periode in je leven naar een volgende.’ Daar was Bridget het mee eens want ze overwoog om een ander hoofdvak te kiezen. Dit ging al wat beter, maar ook Bridget was niet overdonderd door wat ik zei.

Opgaande maan

Carla, geboren 3 september 1982, maakte het mij het moeilijkst. Ik interpreteerde haar horoscoop. Ze gaf heel korte antwoorden op al mijn vragen, en leek eigenlijk helemaal geen advies van een medium nodig te hebben. Ik had op het internet de horoscoop gevonden van ene John, geboren 9 mei 1961, waar ik natuurlijk niets van snapte. Dat hoeft ook niet want het betekent toch niets. (1) Ik begon met een vage opmerking in de trant van ‘de sterren neigen maar dwingen niet’, en kletste wat over hoe de opgaande maan in het derde huis samen met de ondergaande zon in het vijfde huis betekent dat ze een mooie toekomst tegemoet gaat, en dat haar persoonlijkheid een goed evenwicht heeft tussen hoofd en hart, ziel en verstand, intellect en intuïtie. Ze knikte goedkeurend.

Ik probeerde de hogekanslijst weer, waarvan ongeveer de helft klopte, waaronder dat ze haar haar vroeger langer had, en vroeg haar ten slotte of ze nog vragen had. Ze zei dat ze een beurs had aangevraagd om via een uitwisselingsprogramma in Engeland te studeren, en ze wilde weten of ze de beurs zou krijgen. Ik antwoordde dat het er niet om ging of ze de beurs zou krijgen, maar wat ze zou doen als ze de uitslag te horen zou krijgen. Ik zei dat haar evenwichtige persoonlijkheid ongetwijfeld elke uitslag goed zou kunnen verwerken. Hier leek ze tevreden mee te zijn.

Achteraf was ze een stuk positiever dan ik verwacht had. Ik vind dat dit toch ook een succes was, al was ik niet erg trots op mijn prestatie.

Helderziende voltreffers

Debbie was een hoogopgeleide vrouw van 58 met een beroep, en voor haar moest ik zonder hulpmiddelen een puur mediamieke prestatie leveren. Ik begon weer met mijn flatteuze algemeenheden, maar al heel vlug was het duidelijk dat ze graag wou praten. Ze wilde ook al die kletskoek niet horen. Ze wilde meteen helderheid over wat haar die dag bezighield. Ze kampte duidelijk met overgewicht en zag er ook niet zo gezond uit. Ik wilde niet over haar gewicht praten, daarom zei ik dat ik zoiets doorkreeg van dat ze zorgen had over haar gezondheid en dieet. Ik vermoedde dat ze ter gelegenheid van Nieuwjaar, twee weken tevoren, zich voorgenomen had gewicht te verliezen en een programma voor meer lichaamsbeweging te volgen. Bingo!

Debbie begon toen te praten over een recente rugoperatie en andere lichamelijke klachten. Met de grotekanslijst ging het ook goed, speciaal de doos met foto’s, kapotte spulletjes en het lange haar vroeger. Toen zei ik iets over een litteken of zo op haar knie, en haar mond viel open van verbazing. Ze had nog nooit haar knieën beschadigd sinds kinderleeftijd, maar ze was net de vorige week gevallen, en had een grote wond op haar knieën opgelopen. Goal!

Uit de conversatie had ik al opgemaakt dat haar moeder kort geleden was gestorven, en na een paar platitudes van mij over haar moeder die dicht bij haar bleef in de herinnering, kwamen de waterlanders. Maar eigenlijk wilde ze advies over haar zoon. Wat zou hij gaan doen? Na enig vragen bleek hij in de bovenbouw van de middelbare school te zitten, dus ik dacht dat ze zich zorgen maakte over waar hij naar de universiteit zou gaan. Een voltreffer! Waar was ze dan zo bezorgd over? Hij dacht erover naar de University of Southern California te gaan. Ik viel haar meteen in de rede en zei dat USC hartje Los Angeles was, niet bepaald een goeie buurt.

Na afloop prees Debbie mijn paranormale begaafdheid zo uitbundig dat de producenten zeer in hun nopjes waren. Ik kon me goed voorstellen hoe de producenten van bekende Amerikaanse tv-paragnosten zich voelden als hun ster weer eens mooi gepresteerd heeft. Hoewel, we hoorden net die dag dat het programma van het medium James van Praagh geschrapt was vanwege de desastreuze kijkcijfers. (2)

Spreken met de doden

De laatste keer, met Evelyn van 50, ging het allerbest. Ze had al aan de producent verteld dat ze over iets heel specifieks wilde praten, maar had verder niets losgelaten. Ik ontdekte het echter al vlug. Toen ik me voorstelde en haar een hand gaf, merkte ik dat haar handen sterk gespierd waren en dat haar handpalmen zweterig waren. Ze was duidelijk heel gespannen, emotioneel en geagiteerd. Ik dacht dat er misschien een dierbare was gestorven (‘overgegaan’) en dat ze contact zocht. ‘Ik voel verscheidene personen die zijn overgegaan, je ouders of personen die als een ouder voor je waren.’ Het bleek haar vader te zijn, het was duidelijk dat ze nog iets met hem wou uitpraten of zo.

In het gesprek dat daarop volgde, ontdekte ik dat haar vader gestorven was toen ze 27 was, dus ik vermoedde dat hij plotseling was overleden (correct), en dat ze geen gelegenheid had gehad om zich met hem te verzoenen (ook goed). Ten slotte concludeerde ik dat ze bedroefd was omdat ze zo graag veel van haar ervaringen in de afgelopen twee decennia met hem had gedeeld, ‘… zoals een kind krijgen’. Fout, ze was kinderloos. Meteen vulde ik aan ‘O, wat ik bedoel is eh, een nieuw idee of een nieuwe zaak krijgen.’ Een schot in de roos! Ze was een zakenvrouw en haar vader was een succesvolle ondernemer en ze had zo graag haar succes met hem gedeeld.

Al gauw zat Evelyn bijna te snikken. Ze was een emotioneel fragiele vrouw en ik had dit gemakkelijk kunnen uitbuiten met een holle frase in de trant van ‘je vader is nu hier bij ons en hij wil je zeggen dat hij van je houdt.’ Maar ik kon het niet over mijn hart verkrijgen, zelfs niet als deel van een poging om kwaadaardige praktijken aan de kaak te stellen. Ik zei daarom: ‘je vader zou willen dat je je herinnering aan hem in je hart bewaart, maar dat je ook begrijpt dat het nu de tijd is om verder te gaan’. Ik wilde haar iets specifieks geven, en ik wilde ook iets zeggen om de sombere stemming van de zitting te doorbreken. Ik zei dus dat ‘het OK was om al die dozen met oude spullen nu eindelijk maar eens op te ruimen.’ Ze barstte in lachen uit en bekende dat ze een hele garage had helemaal vol met dingen van haar vader, en dat ze die al lang had willen weggooien, maar dat ze daar een schuldig gevoel over had. Ik vond dat op deze manier ons gesprek een morele boodschap inhield die enerzijds haar vertrouwen niet schond en anderzijds geschikt was voor uitzending.

In het interview na afloop zei Evelyn dat ze al tien jaar naar mediums was gegaan om over deze kwestie met haar vader in het reine te komen, en dat mijn consult het beste was dat ze ooit had gehad. Tjonge! Mijn dag was helemaal goed.

Rimpeltje

Helemaal na afloop vertelden we alle proefpersonen dat ik helemaal geen medium was. We maakten ons weinig zorgen over de jonge deelnemers. Als je voornaamste probleem in het leven is of je theater of Engelse literatuur als hoofdvak zult kiezen, dan is de betrouwbaarheid van een waarzegger een onbeduidend rimpeltje in het kosmisch gebeuren. Het interesseerde ze dan ook niets dat ze door een skepticus voor de mal gehouden waren, maar ze wilden graag weten wanneer ze zichzelf op de tv zouden zien. Tamelijk voorspelbaar zagen Debbie en Evelyn dat anders en ze verlangden dat de gesprekken met hen niet zouden worden uitgezonden. Gelukkig hadden we genoeg op de band staan om onze boodschap duidelijk te maken.

Kostbare scrupules

Ik ben geen waarzegger of medium en ik geloof niet dat ESP, telepathie, helderziendheid of wat voor psi dan ook enige feitelijke basis heeft. Er is geen spat bewijs voor. Ik kon met één dag voorbereiding al heel goed voor de dag komen, wat bewijst hoe kwetsbaar mensen zijn voor dit soort kwakzalverij. Ik kan slechts fantaseren wat ik met meer ervaring zou kunnen doen. Geef me een paar maanden, waarin ik zes uur per dag kan oefenen, en ik zou met gemak een tv-serie kunnen maken die overal wordt uitgezonden. Mijn huidige bankrekening zou honderd of duizend keer zo hoog worden. En dat zou ik doen, als ik geen moraal, scrupules of schuldgevoelens had. Maar ik kan het niet. Het is verkeerd. Ik heb allebei mijn ouders verloren, mijn vader plotseling in 1986 door een hartaanval, mijn moeder in 2000 door een langzaam groeiende hersentumor, en ik kan me niets voorstellen dat meer beledigend is voor de doden en meer verraderlijk voor de levenden dan de constructie van de een of andere fantasie dat ze ergens rondzweven in een spirituele ether, wachtend tot een of ander zelfbenoemd medium komt met adembenemende inzichten over littekens op mijn knieën, kapotte horloges en onvervulde verlangens. Dit is erger dan verkeerd. Het is door en door verdorven.

Noten

1. Aan de horoscoop is duidelijk te zien dat hij slaat op iemand met het teken Stier (geboren ruwweg 19 dagen na het begin van dat teken op 20 april). Het eerste huis bestaat uit alles wat binnen pakweg twee uur opgaat, dus een opgaande maan in het derde huis is astrologisch gezien onzin en Shermer had geluk dat Carla niets van astrologie wist (noot van de redactie).
2. Per 28 april 2003 is James van Praagh te zien bij de zieltogende omroep Veronica (noot van de redactie).

Meer informatie

Boerenkamp, HG (1988). Helderziendheid bekeken. Uitgeverij De Toorts; digitale heruitgave door de stichting Skepsis.

Nanninga, Rob (2006) Cold reading met geesten: spiritistische mediums als tv-amusement. Skepter, 19(1), 14-19.

Nanninga, Rob (2007) Op zoek naar het Zesde Zintuig. Analyses van 9 uitzendingen.

Hoon, Henry de (2008). Met Beau op zoek naar het Zesde Zintuig. (blog)

Nanninga, Rob (2009) Paranormale conversaties. Skepter 22(1), 40-44.

Koller, Maarten (2009) Een miskraam van Derek Ogilvie. Skepter 22(1), 45-46

Dit is een vertaling en bewerking van een artikel dat eerder verscheen in Skeptic 10.1, waarvan Michael Shermer uitgever en hoofdredacteur is. De namen van de proefpersonen A, B, C, D, en E zijn ficties van Skepter.

Uit: Skepter 16.2 (2003)

Vond u dit artikel interessant? Overweeg dan eens om Skepsis te steunen door donateur te worden of een abonnement op Skepter te nemen.

Steun Skepsis

Michael Shermer is uitgever en hoofdredacteur van Skeptic Magazine.