Homeopaten zijn ervan overtuigd dat alle homeopatische middelen specifieke symptomen oproepen bij gezonde proefpersonen. Zulke symptomen treden naar verluidt niet op als iemand een placebo inneemt. Het zou heel makkelijk moeten zijn om een placebo van een echt middel te onderscheiden: neem het in en kijk wat het effect is.
De Amerikaanse arts Lewis Sherman voltooide zijn studie in 1870 en ging daarna in Milwaukee werken, waar hij in contact kwam met de bekende homeopathische arts James Douglas. Hij raakte geheel overtuigd van Hahnemanns leer en sloot zich aan bij een homeopathische medische vereniging. In 1877 publiceerde hij een populair boek over homeopathie. Een jaar later hield hij een lezing voor de Milwaukee Academy of Medicine, waar hij ook lid van was. Bij deze gelegenheid lanceerde Sherman een verrassend voorstel. Hij riep zijn collega’s op te onderzoeken of de ‘dertigste Hahnemanniaanse verdunning’ van monnikskap (Aconitum C30) effect kon hebben op gezonde personen, zoals aanhangers van Hahnemann beweerden. (Kaptchuk, 2004)
Sherman stelde voor om een geblindeerde test uit te voeren met honderd bekwame homeopathische artsen. Zij zouden elk tien buisjes ontvangen, waarvan slechts één pilletjes met Aconitum C30 bevatte, een middel dat volgens homeopaten onder meer hevige angst veroorzaakt. In de overige negen buisjes zaten pilletjes die louter met alcohol waren bevochtigd. De buisjes moesten worden genummerd en verzonden door een leek aan wiens integriteit niemand kon twijfelen. Hij was de enige die mocht weten in welke buisjes het homeopathische middel zat. De homeopaten konden het middel opsporen door de pilletjes zelf in te nemen of door ze aan proefpersonen te geven. Artsen die het gebruik van hoge verdunningen aanbevolen, maar niet aan de test wilden meedoen, zouden volgens Sherman de verdenking op zich laden dat ze onoprecht waren.
De Medische Academie vergaderde over het voorstel en was unaniem van mening dat het een faire test was die men graag wilde ondersteunen. Er werd besloten om er zoveel mogelijk bekendheid aan te geven, onder meer door advertenties te plaatsen in homeopathische tijdschriften. De reacties waren verdeeld. Enkele artsen die homeopathie aan studenten onderwezen, prezen het initiatief als een stap in de goede richting. Maar er waren ook hooggeleerde tegenstanders, waaronder professor Hoyne van het Hahnemann College in Chicago. Naar zijn oordeel was het onzinnig om iets te willen bewijzen dat al talloze malen eerder was bewezen.
Men werd het erover eens dat de codering en verzending van de buisjes zou worden toevertrouwd aan prof. Ladd, een moraalfilosoof. De pilletjes werden geleverd door een gerenommeerde homeopathische apotheek. Enkele leden van de homeopathische vereniging van Wisconsin overtuigden zich er persoonlijk van dat de Aconitum C30 werkzaam was door zelf enkele pilletjes in te nemen. Helaas waren er uiteindelijk niet meer dan 25 artsen uit tien verschillende staten die zich voor de test aanmeldden. Slechts negen daarvan gaven na enige tijd aan prof. Ladd door welk buisje ze hadden uitgekozen, terwijl de rest niets meer van zich liet horen. Niemand bleek het juiste buisje te hebben gekozen. Het kostte de nodige moeite om een homeopathisch tijdschrift te vinden dat bereid was deze resultaten te publiceren.
De Milwaukee test was niet de eerste dubbelblinde en placebogecontroleerde proef met een homeopathisch geneesmiddel. Al in 1835 waren er in Neurenberg enkele critici die een bijeenkomst organiseerden waar ze genummerde flesjes uitreikten. De helft was gevuld met Natrium muriaticum C30 en de rest met zuiver water. De inhoud van de flesjes stond op een verzegelde lijst. De deelnemers moesten drie weken later vertellen of ze al of niet iets bijzonders hadden ervaren nadat ze het middel innamen. Dat was slechts bij 8 van de 50 proefpersonen het geval, waaronder drie die gewoon water hadden gekregen. Een bezwaar tegen deze test was, dat veel deelnemers er waarschijnlijk al bij voorbaat niets van geloofden en mogelijk ook niet goed wisten waarop ze moesten letten. (Stolberg, 2006)
Het is beter om de beoordeling over te laten aan deskundigen. Je mag van homeopaten verwachten dat ze vaak in staat zijn om vast te stellen of ze al of niet last krijgen van symptomen die door een C30 potentie zijn opgewekt. Het zou nuttig kunnen zijn om de Milwaukee test nog eens op grotere schaal te herhalen. Om de test vlotter te laten verlopen, kunnen er minder buisjes worden gebruikt, bijvoorbeeld vijf in plaats van tien.
Hedendaags onderzoek dat door homeopaten is uitgevoerd, maakt echter duidelijk dat het waarschijnlijk niet mogelijk is om een placebo van een echt middel te onderscheiden door het zelf in te nemen. Dat is een probleem omdat de homeopathie is gebaseerd op het idee dat homeopathische middelen bij gezonde personen specifieke effecten opwekken die ze bij zieken kunnen bestrijden.
_________________________________
Deze tekst verscheen eerder in Skepter 26/1 (2013) als aanvulling op het artikel
Op zoek naar het similiaprincipe: Homeopaten weerleggen Hahnemanns leer.
Kaptchuk, Ted (2004). Early use of blind assessment in a homeopathic scientific experiment. JLL Bulletin, www.jameslindlibrary.org.
Stolberg, Michael (2006). Inventing the randomized double-blind trial: the Nuremberg salt test of 1835. Journal of the Royal Society of Medicine, 99(12), 642-643.
p
Vanmiddag stuitte ik toevallig op een zeer recente dubbelblinde proving, uitgevoerd door homeopaten en het ziet er op het eerste gezicht wel degelijk uit. Ze gebruikten het middel Okoubaka aubrevillei C12, maar de uitkomst viel de onderzoekers vast tegen. Ze konden geen significante verschillen vinden tussen de groep die het middel kreeg en de placebogroep. Zie http://j.mp/1l4gcKl
@ Pepijn
Niet zo erg recent, want die proef had ik een half jaar geleden al uitvoerig beschreven in het Skepterartikel waarnaar ik hierboven verwees en dat ik zojuist online heb gezet.
Beetje dom van me, ik wilde het net even rechtzetten 😉
Was even in de veronderstelling dat het in het Skepter artikel om eerder onderzoek van Teut ging.
Even teruggezocht hoe ik gisteren op die proving van Teut uitkwam: er stond een verslagje van het 6de European Conference on Integrative Medicine in Berlijn in een nieuwsbrief van het NIKIM. Teut heeft daar gepresenteerd:
vooral dat ‘onbegrijpelijke’ 😉
Het is en blijft verbazingwekkend en ergerlijk dat het sprookje dat “homeopathie” heet, na al vele jaren geleden te zijn weerlegd als zijnde een leuk maar volstrekt waardeloos ideetje, door kwakzalvers en aanhangers toch nog steeds op een manier wordt verkondigd alsof het ook maar enige kern van waarheid zou bevatten. Dergelijke verkondigers die beter zouden kunnen en moeten weten en desondanks tegenover hun klanten toch volhouden dat ze gelijk hebben, zijn dus bedriegers. Onze overheid deed zelfs mee aan dit bedrog door deze aperte flauwekul op te nemen in de Geneesmiddelenwet. Deze misstand zou door wetswijziging zo spoedig mogelijk weer ongedaan moeten worden gemaakt.
Uit onderzoek blijkt dat de werking van reguliere medicijnen voor minstens de helft bestaat uit het placebo effect. Dat wil zeggen, kennelijk heeft het vertrouwen dat een medicijn genezing biedt een weldadig effect op de patient. In die zin is het met homeopathische medicijnen niet anders: het werkt wel degelijk, omdat de patient het gevoel heeft dat hij actief aan zijn genezing werkt. Hoewel ik er dus redelijk overtuigd van ben dat homeopathische medicijnen fysiologisch niet werken, vraag ik me af of we de homeopathie wel de das om moeten doen als veel mensen er wel degelijk baat bij hebben. Het verstrekken van omschadelijke suikerkorreltjes die mensen helpen is toch onschuldig? Uiteraard in aanmerking genomen dat de homeopathische medicijnen het nemen van reguliere medicijnen niet in de weg staat.
@Borger,
Het lijkt me sterk dat de helft van reguliere medicatie ‘placebo-effect’ is. het onderzoek van
Asbjørn Hróbjartsson en Peter C. Gøtzsche
http://www.nejm.org/doi/full/10.1056/NEJM200105243442106
suggereert anders. En dat was een onderzoek naar pijn, wat op zich al tamelijk subjectief is. Bacteriën gaan niet dood van placebo-antibiotica, en placebo-vaccinaties zijn ineffectief. Placebo-insuline doet echt niks, vermoed ik.
Toen Beecher voor het eerst het placebo-effect bestudeerde, namelijk door te kijken hoe groot de genezingspercentages waren in de placeboarm van dubbelblinde onderzoeken, kwam hij op gemiddeld 35%, maar hij had het natuurlijk verloop gewoon meegerekend.
Sindsdien is gebleken dat zelfs bij onderzoeken met behoorlijke controles het ‘echte’ (nieuwe) middel goed tevoorschijnkwam, ook als later bleek dat het waardeloos was. Met andere woorden: de verwachtingen van de behandelaars en onderzoekers maken op de een of andere manier dat een middel het goed lijkt te doen. Het placebo-effect zoals gevonden bij onderzoeken is dus waarschijnlijk deels veroorzaakt door de roze kleur van de bril van de onderzoeker, en niet eens ‘natuurlijk verloop’, laat staan een reële verbetering bij de patiënt.
Het kan niet worden uitgesloten dat de verwachtingen van patiënten van medicijnen worden veroorzaakt door goede ervaringen met werkzame middelen.
Acceptatie van het placebo-effect als iets reëels houdt in dat men liegen en bedriegen als therapie goedkeurt en aanmoedigt, en dat men het ook redelijk vindt daar geld voor te vragen.
Wie een werkzame behandeling instelt moet maar proberen het placebo-effect dáárvan te verbeteren, bijvoorbeeld door deskundig onderzoek, goed luisteren, goed uitleggen enzovoorts.
Bij de homeopathie is men er nog niet eens in geslaagd om aan te tonen dat er een “placebo-effect” is dat niet simpelweg komt door een partijdige manier van verwerking van onderzoeksgegevens (en desnoods onderzoeken in de prullenbak gooien als ze niet het gewenste resultaat opleveren).
Het is zelfs denkbaar dat de faam van de ‘werkzaamheid’ van onwerkzame middelen wordt veroorzaakt doorde onwerkzaamheid. Dat zit zo: wie alsmaar een middel gebruikt en niet beter wordt maar er wel in gelooft, zal over de behandeling blijven spreken. Wie behandeld is en nergens last meer van heeft, spreekt daar niet meer over en heeft ook weinig bekerinsgdrift.
Waarom zou je mensen placebo in de vorm van homeopathie verkopen als geneesmiddel terwijl reguliere geneesmiddelen om te worden geregistreerd aan eisen van o.a. werkzaamheid moeten voldoen, werkzaamheid die in behoorlijke mate moet liggen boven die van placebo. Dat is ten eerste in sterke mate onethisch en verder m.i. meten met 2 maten, een bedrog dat door homeopaten moedwilllig in stand wordt gehouden.
Eigenlijk willen de pleitbezorgers van ‘placebo’s’ waar terug naar de situatie van pak hem beet 130 jaar geleden, toen het iedereen vrijstond ‘medicijnen’ aan te bieden en er op grote schaal onzinmiddelen werden aangeboden, en zelfs zieltogende tuberculosepatiënten hoog opgaven van de zelf ervaren wonderbaarlijke genezingen. In het ene middel zat meel, in een ander middel een laxeermiddel (vaak aloë) of petroleum of opium. Het was vrijwel altijd lastig om opzet tot bedrog te bewijzen.
De uitzonderingen voor homeopathica (in Europa) en allerlei supplementen (in de VS) hebben aangetoond dat fabrikanten grof misbruik maken van uitzonderingen. Situaties zoals in Nederland waar de fabrikanten hun hand overspelen en dan het lid op de neus krijgen, zijn er niet zoveel.
Ik zou ook wel willen weten uit welk onderzoek dan blijkt dat bij álle reguliere medicijnen de werking voor minstens de helft bestaat uit het placebo-effect. Dat er altijd een placebo-effect meespeelt, is een bewering die ik wel wil geloven en die ik ook wel in serieuze literatuur ben tegengekomen. Zoals bijvoorbeeld in dit artikel uit Skepter van Bram de Boer:
http://www.skepsis.nl/homeopathisch.html
Daar worden hoge percentages genoemd, maar die hebben specifiek betrekking op pijnbestrijding (hiervoor al door Jan Willem genoemd) en kalmering. De aandoening moet zich natuurlijk wel lenen voor een placebobehandeling. Voor kanker en AIDS geldt dat zeer zeker niet, ondanks dat er genoeg homeopaten zijn die het tegendeel beweren. Ik zou niet graag onder homeopathische verdoving geopereerd willen worden. Een homeopathische anticonceptiepil is gelukkig nog niet uitgevonden. Homeopathische tabletten tegen malaria bestaan wel, maar de malariaparasiet lacht erom (http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/?term=Homeopathic+treatment+of+malaria+in+Ghana).
Wat mij betreft is er helemaal geen sprake van dat de homeopathie “de das wordt omgedaan”. De regels voor homeopathische geneesmiddelen dienen simpelweg gelijk te zijn aan die voor andere geneesmiddelen. Nu kent de Geneesmiddelenwet de homeopathica nog steeds een voorkeurspositie toe. Het gelijktrekken van de regels zal ertoe leiden dat homeopathica niet meer als geneesmiddel geregistreerd en verhandeld kunnen worden (er is immers geen bewijs van werkzaamheid). Big Homeo kan de middeltjes nog wel als “gezondheidsproduct” proberen te slijten. En patiënten die zweren bij homeopathie kunnen gewoon hun homeopaat of homeopathisch arts om een receptje vragen, waarna het placebo geheel volgens de leer van Hahnemann geïndividualiseerd wordt klaargemaakt. Hahnemann zelf zou het toejuichen.
Wie zou zo’n “recept” moeten klaarmaken? 🙂
De homeopathische bedrijven verkopen nog steeds homeopathische middelen (zonder indicatie), dus klaarmaken hoeft niet. Plus dat er een overheidsgarantie is dat de ingrediënten zuiver zijn en dat het middel in reguliere zin niet giftig is.
Het klaarmaken van een middel in de apotheek is een probleem. Het eerste probleem is dat van bepaalde middelen niet helemaal duidelijk is wat het eigenlijk is, bijvoorbeeld ‘Mercurius solubilis’. Het tweede probleem is dat er tal van onsmakelijke en rare basisingrediënten zijn zoals de inhoud van tuberkels van tuberculosepatiënten, kakkerlak en geroosterde badspons, die niet zomaar in een apotheek beschikbaar zijn.
Laten we aannemen dat het basisspul er wel is, en dat het wel nog in de eerste drie stappen getritureerd moet worden, d.w.z. verwreven met een gematteerde porseleinen stamper. Volgens paragraaf 270 van de Organon moet men per ‘verdunningsstap’ een uur lang wrijven en schrapen.
Daarna moet men gaan verdunnen. Telkens 99 druppels uittellen, en dan 1 druppel erbij in een schoon nimmer gebruikt flesje direct is de glasfabriek en dan 100 maal schudstoten: dan ben je toch al gauw 4 minuten bezig, zelfs als je met een pipet in plaats van met druppels tellen werkt.
Maal 27 (om van C3 naar C30 tekomen) ben je nog eens 7 kwartier bezig. Als dit in de apotheek gedaan wordt, is een medewerker dus 5 uur bezig (ik reken een kwartier pauze mee), kosten voor de apotheek aan salaris: 5 maal 40 euro (schatting, het kan ook wel meer zijn). Ik reken de kosten van al die flesjes en alcohol maar niet mee.
Het zou vlug zijn afgelopen met de homeopathie als de patiënten voor een homeopathisch middel 250 euro moesten betalen.
Je kunt natuurlijk het middel bestellen bij gespecialiseerde homeopathische apotheken die al allerlei middeltjes hebben klaarstaan. Die hebben er natuurlijk ook veel werk aan plus dat ze nog behoorlijk wat kosten maken voor het bewaren van van alles en nog wat waar bijna nooit iemand naar vraagt.
Die homeopathische bedrijven verkopen dan toch al gauw helemaal niks meer als ze alleen nog maar dubieuze “gezondheidsproducten” zonder indicatie mogen afleveren, zoals Dragstra hierboven suggereerde? Die worden echt niet vet van wat oertincturen en bewerkelijke standaardbereidingen.
Alleen nog enkele als zodanig gecertificeerde apotheken mogen zelf nog lege artis geneesmiddelen bereiden. Die zien u aankomen met zo’n bewerkelijk magisch recept!
Homeopathie werkt totaal niet op deze manier dus de uitkomst is zo ie zo niet kloppend. Erg flauw dit.
@remco Die homeopaten die betrokken waren bij deze proef (Sherman en zijn collega’s) waren er indertijd anders wel van overtuigd dat dit een zinnige proef was. Hadden zij het dan bij voorbaat al helemaal mis volgens jou?