Oproep aan de Wereldgezondheidsorganisatie
Het concept-rapport over homeopathie van de WHO
door Cees Renckens, Tom Schoepen en Willem Betz
Sinds haar oprichting in 1948 publiceert de WHO strategische documenten waarin zij de mondiale gezondheidsproblemen beschrijft en haar plannen ontvouwt. Beroemd en prijzenswaardig was het in 1977 van start gegane Action Programme on Essential Drugs, dat een lijst gaf van 300 essentiële geneesmiddelen en vaccins. Dit actieprogramma ging in 1986 deel uitmaken van de WHO-strategie ‘on the rational use of drugs’, die daarnaast pleitte voor nationale regelingen van geneesmiddelenregistratie, meer scholing en uitwisseling van informatie, het beperken van misleidende geneesmiddelenreclame en meer onderzoek naar tropische ziekten.
Zeer bekend is ook haar Health for All in the Year 2000, dat het resultaat was van een conferentie in Alma Ata in 1978. De aanbevelingen in dit document waren onomstreden en behelsden onder meer de richtlijn dat ontwikkelingslanden ten minste 5 procent van hun bruto nationaal product aan gezondheidszorg moesten besteden.
Vergeleken met de hierboven genoemde beleidsplannen was het WHO-Rapport Traditional Medicine Strategy 2002-2005, dat in mei 2002 werd gepubliceerd, van een deprimerend niveau. Het Department of Essential Drugs and Medicine Policy is inmiddels samengevoegd met het Department Traditional Medicine en staat onder leiding van dr. Xiaorui Zhang. Zij was verantwoordelijk voor dit strategierapport over de traditionele geneeswijzen (TM), waarin merkwaardigerwijs ook de in het westen populaire alternatieve geneeswijzen werden ‘meegenomen’.
Het rapport bevat volgens het persbericht ‘the first global strategy on traditional and alternative medicine’. Het is een zeer pro-alternatief rapport, dat regelgeving en overheidsbeleid ten aanzien van alternatieve geneeswijzen aanbeveelt en dat bijvoorbeeld voorbijgaat aan de gebruikelijke toetsing van geneesmiddelen door ‘assumed safety’ na langdurig gebruik te accepteren. Landen als China, Noord- en Zuid-Korea en Vietnam worden geprezen als landen die de traditionele geneeskunde geheel hebben geïntegreerd in hun gezondheidssysteem. De inheemse flora wordt voorgesteld als een rijke en nog onontgonnen bron van nieuwe geneesmiddelen, waarvan de vermeende baten slechts ten goede zouden mogen komen van Derde Wereldlanden. De Zuid-Afrikaanse plant Sutherlandia microphylla zou veelbelovend zijn om aidspatiënten in gewicht te laten aankomen. Het ressentiment tegen de ‘westerse geneeskunde’ is op elke pagina voelbaar.
Sinds 2002 gaat dr. Xiaorui Zhang onverdroten verder op de ingeslagen weg en wordt de situatie steeds ernstiger. Nog in 2003 verscheen het WHO-rapport Acupuncture: Review and Analysis of Reports on Controlled Clinical Trials. De totstandkoming van dit overzicht onttrekt zich aan beoordeling door de buitenwereld en onttrekt zich ook volledig aan het zogeheten peer review-systeem dat in normale medische publicaties veel onzin en bias tegenhoudt.
Klakkeloos
De gevolgen zijn ernstig. Zonder enig probleem en met grote minachting voor de heersende mening in de geneeskunde wordt beweerd dat de werkzaamheid van acupunctuur bij onder meer acute dysenterie, hooikoorts, hoge bloeddruk, reumatoïde artritis, tekort aan witte bloedcellen als gevolg van chemotherapie bij kanker, galsteenkolieken, beroerte en ischias bewezen is. Alleen al opvolging van de aanbeveling om bij dysenterie, een gevaarlijke en niet zelden dodelijke infectieziekte, acupunctuur toe te passen, zou direct mensenlevens eisen.
Omdat de juridisch en medisch gezien geringe status van een dergelijk rapport maar bij weinig burgers bekend is, beroepen alternatieve genezers zich maar al te graag luidkeels op de inhoud van het rapport. ‘Erkend door de WHO’: dat klinkt immers vertrouwenwekkend.
Inmiddels is uitgelekt dat er een vergelijkbaar rapport in voorbereiding is, nu met als onderwerp het wetenschappelijk onderzoek naar de homeopathie. Wij hebben bij toeval kennis kunnen nemen van dit geheim ontwerp-rapport, dat eind november 2004 door dr. Zhang aan een aantal experts is aangeboden. Onze bezwaren hebben wij onmiddellijk aan dr. Zhang overgemaakt. Een reactie bleef echter uit zodat wij genoodzaakt zijn hierover te alarmeren alvorens de WHO daadwerkelijk tot publicatie overgaat.
In het begeleidend schrijven wordt gesteld dat ‘the draft is intended for a restricted audience only’ en de ontwerp-tekst ‘may not be reviewed in any form or by any means outside the restricted audience’. Commentaar werd ingewacht voor eind januari 2005.
Lezing van het ontwerp-rapport maakt al snel duidelijk waar deze geheimzinnigheid voor nodig is. De inhoud van Homeopathy: Review and Analysis of Reports on Controlled Clinical Trials is namelijk geen snars beter dan die van het acupunctuurrapport. Het rapport refereert aan het beruchte onderzoek van Jacques Benveniste over het geheugen van water. Die studie haalde inderdaad Nature. Maar er wordt nauwelijks gerept over de latere schaamtevolle herroeping van dat artikel! (1)
Het ontwerp-rapport herneemt ook klakkeloos de fout geciteerde conclusie van de Duitse wetenschapper Klaus Linde, wiens onderzoek in 1997 in The Lancet verscheen. Linde kwam tot het besluit dat de klinische effecten van homeopathie niet volledig aan placebo kunnen toegeschreven worden (iets wat Linde intussen weer ingetrokken heeft). Maar hij voegde er ook aan toe geen enkel bewijs te hebben gevonden dat homeopathie duidelijk werkt. De WHO doet hiermee wat talloze homeopaten eveneens doen: selectief kritisch denken.
‘Factually wrong’ en ‘highly problematic’
Voor de homeopathie wordt een aantal indicaties gepresenteerd, waarbij de werkzaamheid ervan zou zijn aangetoond: tropische diarree bij kinderen, hooikoorts, beginnende griep, fibromyalgie, stomatitis bij chemotherapie, postoperatieve ileus, om er maar enkele uit het rapport te noemen. Ook worden onzinnige verklaringen aangedragen die de werkzaamheid van submoleculair verdunde middelen zouden kunnen verklaren. De uitspraken over de rol van het schudden tijdens de bereiding van homeopathische middelen zijn regelrecht hilarisch. (2)
Net als in het acupunctuurrapport gaat men volledig voorbij aan de kritische overzichten door de meest gezaghebbende auteurs en instanties die gespecialiseerd zijn in wetenschappelijk onderzoek naar alternatieve behandelwijzen: de website Bandolier (Oxford university), de Cochrane Library en professor Edzard Ernst (Exeter university). Die noemt het rapport alvast ‘misleading and factually wrong’.
Nog dramatischer voor de geloofwaardigheid van dit rapport is het recente oordeel van de voornaamste auteur die het citeert, Klaus Linde: ‘I consider the interpretation of the available [literature] in the draft report as overoptimistic and would find it highly problematic if this would be circulated as an official WHO paper.’ (3)
Wetenschap bij meerderheid van stemmen?
Het heeft er alle schijn van dat de numerieke meerderheid van Derde Wereldlanden in de WHO de doorslag geeft en dat zij haar beleid laat bepalen door het criterium populariteit van sommige alternatieve middelen. Als het gebruik van wijwater en ingestraalde tomaten toeneemt voor de behandeling van teenschimmels, gaat de WHO dan ook door de knieën voor populariteitsargumenten?
De minachting voor wetenschappelijke maatstaven bij het beoordelen van alternatieve en traditionele geneeswijzen heeft echter een funeste invloed op het gezag van de WHO in de westerse wereld en bevordert daar bovendien de kwakzalverij in niet onaanzienlijke mate. Er zijn nu al heel wat alternatieve behandelaars die, refererend aan het acupunctuurrapport, zieke mensen een rad voor de ogen draaien. Vaak gaat het om mensen met een ernstige aandoening die ten einde raad zijn.
De WHO blaast koud en warm tegelijk door zulke rapporten te legitimeren onder het mom van ‘verder onderzoek’, maar schept intussen wel een gevaarlijk precedent. In de Derde Wereld zal de te welwillende beoordeling van de ‘traditionele geneeskunde’ door de WHO beslist ook geen gunstig effect hebben op de dringende noodzaak aan een rationele en effectieve geneeskunde.
Wij verzoeken Minister Demotte dan ook om bij de WHO aan te dringen op het hanteren van de hoogste wetenschappelijke maatstaven. Daarnaast moet bevorderd worden dat voortaan niet bij meerderheid van stemmen wordt beslist over welke geneeswijze dan ook, maar dat er ondubbelzinnig wetenschappelijke criteria worden aangelegd. (4) Wij dringen er ook op aan dat dr. Zhang het ontwerp-rapport laat reviseren door waarheidslievende experts. Verloedering van de WHO vinden wij immers geen prettig schouwspel. (5)
Cees N.M. Renckens is vrouwenarts en voorzitter van de Vereniging tegen de Kwakzalverij.
Willem Betz en Tom Schoepen zijn bestuursleden van Skepp (Studiekring voor Kritische Evaluatie van Pseudo-wetenschap en het Paranormale)
Noten voor de Skepsis-website
1. Het rapport zegt over Benveniste:
‘A study published by a group led by Benveniste (Davenas, 1988) attracted wide attention. (…) Although these studies have proved irreproducible, subsequent studies using a modified method (…) have shown positive results, which have been reproduced by several different laboratories….’.
Een van de studies die geciteerd werd, was die van Belon et al. uit 1999. Die was het onderwerp van een zorgvuldig uitgevoerde test van de BBC, en die ondanks de ondubbelzinnige claims geen specifiek effect kon aantonen van ultraverdunningen (zie Parariteiten, juni 2003). Noch de onmiddellijke ontkrachting van Davenas et al., noch de latere van Hirst et al. uit 1993, nog de weerlegging van de BBC worden genoemd.
2. Het rapport zegt over de rol van het schudden namelijk:
Theoretical work predicts that a body of water containing about 1015 – 1017 molecules will spontaneously self-organise into a ‘coherent domain’ similar to electrons in a free electron laser (Del Giudice, 1988). It appears that such coherent domains could be triggered by the process of dilution and agitation used in the preparation of homeopathic medicines.
Woorden van soortgelijke strekking vinden we in een aflevering van het internetmaandblad Chembytes e-zine van februari 2002 van de chemicus-homeopaat Lionel Milgrom, die in het concept-rapport geciteerd wordt, hoewel hij in de literatuurlijst ontbreekt.
Een en ander heeft natuurlijk niets te maken met de ‘Clinical Trials’ uit de titel van de ontwerp-rapport. Deze wartaal verhult echter dat het geciteerde artikel niet gaat over vaste structuren die voldoende lang bestaan om gekopieerd te worden, maar over de mogelijkheid dat de bewegingen van de rotatieassen van vrije watermoleculen een samenhang vertonen. Nu zitten watermoleculen doorgaans met waterstofbruggen vast aan een of meer buren, en structuren die zo ontstaan hebben een levensduur van ongeveer 10-14 seconde en op diezelfde tijdschaal verdwijnt elk patroon in de toevallige bewegingen van de moleculen. Voor die gemeenschappelijke beweging is er geen voorkeursrichting, maar Del Giudice speculeert dat die in de nabijheid van stoffen met een ladingsverdeling (zoals eiwitten) kan ontstaan. Hoe speculatief dit ook mag klinken, Del Giudice laat zich niet uit over het effect van agitatie (schudden) en verdunnen. Hoe dit mechanisme zou werken in alcohol of melksuiker (de mediums die gewoonlijk voor het homeopathisch verdunnen worden gebruikt) is ook al onduidelijk. Hoe het effect van stoten als tegen een leren boekband (Organon der moderne geneeskunst, paragraaf 270, noot 3) enig effect kan hebben op moleculen die gedurig met snelheden van honderden meters per seconde op elkaar stoten, is hoe dan ook onduidelijk.
Dit beroep op het het uiterst speculatieve artikel van Del Giudice et al. kan op één lijn gesteld worden met Hahnemanns ‘bewijs’ via de koppeling van een anekdote over de bedwelmende geur van rozen met die over de flauwgevallen Byzantijnse keizer Alexius die met rozenwater werd bijgebracht door zijn zuster (Organon, paragraaf 117, noten 1 en 2.).
3. E-mail bericht van Linde aan Betz.
4. De eerste auteur richtte namens de Vereniging tegen de Kwakzalverij een dergelijk verzoek al in februari 2005 tot minister Hoogervorst, de Nederlandse minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De Nederlandse minister heeft er nog niet op gereageerd. Ook over het eerste rapport over tradionele geneeskunde werd in november 2002 indertijd de mening van de toenmalig waarnemend minister De Geus gevraagd. Die liet toen bij monde van een ambtenaar op 10 februari 2003 weten dat elk land vrij is de aanbevelingen van de WHO, die geen supranationale bevoegdheden heeft, naast zich neer te leggen. Een reden om zich te distantiëren van dat rapport zag De Geus toen (in 2003) niet.
5. Kortere versies van dit artikel verschenen in NRC Handelsblad op 31 maart 2005 en De Standaard op 12 april 2005. Dr. Zhang schreef een antwoord dat gepubliceerd werd in NRC Handelsblad van 8 april 2005. Een vrijwel identieke versie staat op de bovenvermelde site van Skepp.