door Jan Willem Nienhuys (10/02/2013)
Chiropractor S.I. Molina uit Assen noemt zich ‘Dr.’ op zijn website. Hij is niet gepromoveerd, dat wil zeggen heeft geen proefschrift geschreven en verdedigd, en bedient zich dus ten onrechte van een beschermde titel. Op 6 februari 2013 werd hij door de kantonrechter te Assen veroordeeld tot een voorwaardelijke boete van 1500 euro met een proeftijd van twee jaar. Bestuurslid van de Vereniging tegen de Kwakzalverij Cees Renckens (rechts op de foto) en Skepsis-secretaris Jan Willem Nienhuys (links) gingen luisteren bij de rechtszaak. Hieronder is hun beider verslag.
[Het hof heeft inmiddels in hoger beroep beslist dat een Amerikaanse opleiding tot chiropractor (Doctor of Chiropractic) het recht geeft om in Nederland een universitaire doctorstitel voor de naam te plaatsen, ook al heeft er geen promotie plaatsgevonden en zijn chiropractoren geen artsen. De heer Molina mag zich dus voortaan met instemming van het gerechtshof in Leeuwarden Dr. Molina noemen.]
Een middagje Assen
J.W. Nienhuys en C.N.M. Renckens
De zaak Molina kwam op een aanvankelijk zonnige woensdagmiddag bij het kantongerecht in Assen voor. Servando I. Molina Teran (33) is een chiropractor die praktijk voert in Assen en die zich op zijn website ‘Dr. Molina’ noemt. Op de websites van de VtdK en Kloptdatwel is al uitvoerig gesproken over Molina:
21 juni 2011: Titelfraude door chiropractoren
15 februari 2012: OM waarschuwt chiropractor die de titel dr misbruikt
15 februari 2012: Persbericht VtdK en Skepsis over titelmisbruik onder chiropractoren
Daarna bleef het enige tijd stil, omdat eerst het klaagschrift van Molina’s advocaat Job van Broekhuijze behandeld moest worden. Het komt maar zelden voor dat een verdachte die er genadig afgekomen is met een voorwaardelijk sepot, eist dat de rechter zich uitspreekt. Het klaagschrift werd dan ook afgewezen op 28 juni 2012. Het hele klaagschrift was overbodig omdat door de opzettelijke overtreding van de voorwaarden van het sepot er al genoeg reden voor een rechtszaak was. Vervolgens werd echter verzuimd dit door te geven aan de Officier van Justitie. Als Renckens niet het hele land had afgebeld om uit vinden wat er gebeurd was, was de hele zaak wellicht geruisloos vergeten.
Hoe dan ook, op 6 februari 2012 was het eindelijk zover. Renckens, die de aangifte had gedaan, en Nienhuys waren bij de zitting aanwezig als belangstellenden. De eerste verrassing was er al in de wachtruimte. Daar kwamen Van Broekhuijze en zijn kantoorgenote mevrouw mr. E.H.C.M. Biemans in vol ornaat opdagen, maar de verdachte was er niet. Volgens Van Broekhuijze had dat weinig zin, omdat het toch eigenlijk ging om de status van alle chiropractoren.
Toen de zitting begon, werd Van Broekhuijze al meteen door de rechter terechtgewezen: niks proefproces, het ging uitsluitend over het strafbare feit van de verdachte, meneer Molina. De rechter en de officier van justitie namen er aanstoot aan dat de verdachte niet zelf verschenen was. De reden is dat de rechter bijvoorbeeld van hem te weten wilde komen of hij zelf wel snapte hoe de Nederlandse titelbescherming in de Nederlandse samenleving is ingebed. Dat zouden wij als toehoorders ook wel willen weten. Molina, geboren in Mexico en opgeleid in Texas, weet misschien helemaal niets van de Nederlandse gebruiken. Die extra informatie die de ondervraging van de verdachte oplevert is niet zozeer van belang om vast te stellen of hij schuldig is, maar wel voor de bepaling van de strafmaat.
Een tweede verrassing was dat Molina voor twee feiten terecht stond. Het eerste feit was zijn titelmisbruik vanaf de aangifte tot aan het ogenblik dat hij in verband met de voorwaardelijke seponering zijn onterechte titel van zijn welkomstpagina had verwijderd, en het tweede feit is het daarop volgende titelmisbruik toen hij zijn titel weer terugzette, waarschijnlijk op instigatie van zijn juridisch adviseur.
De positie van de Officier van Justitie was helder en ook voor de rechter was er geen twijfel mogelijk. In Nederland betekenen de letters ‘dr.’ voor je naam dat je gepromoveerd bent door het schrijven en verdedigen van een proefschrift. Artikel 7.22 van de WHW geeft nauwkeurig aan hoe die graad in Nederland behaald moet worden en art. 7.23 gaat over hoe men buitenlandse graden in Nederland erkend kan krijgen. WHW 7.23 lid 1 zegt dat men een buitenlands diploma in Nederland in de naam tot uitdrukking mag brengen op dezelfde wijze als in het land waar het diploma behaald is. In het bijzonder geldt dat voor de chiropractorstitel. Een chiropractor mag in ons land D.C. achter de naam schrijven of voluit Doctor of Chiropractic schrijven, hoewel de officier in een bijzinnetje stelde dat ook daarover discussie zou kunnen bestaan. De ‘accreditatie’ van de opleiding in de VS wordt niet door de overheid aldaar gedaan, maar door de chiropractoren zelf. Misschien verschillen de regelingen ook nog per lidstaat. Lid 4 van artikel 7.23 WHW gaat uitdrukkelijk over de doctorstitel (‘dr’, punten en hoofd- en kleine letters zijn irrelevant). Wie bijvoorbeeld in de VS gepromoveerd is, mag daar PhD achter de naam schrijven. Wil men dan in Nederland ‘dr.’ voor de naam schrijven, dan hoort men dat officieel te laten beoordelen door de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). In de VS wordt de aanduiding ‘dr.’ voor de naam, en de aanspreekvorm ‘doctor’ gebruikt door een nogal heterogene groep: artsen, tandartsen, gepromoveerden, dierenartsen, natuurgenezers, optometristen, osteopaten en ook chiropractoren. Het is een aanspreekvorm zoals ‘dokter’ in Nederland, maar geen wettelijk beschermde titel die een specifiek diploma aanduidt. Zoiets als ‘Mr.’ voor een man, dat mag ook niet in Nederland, zoals de Officier van Justitie beklemtoonde. Dat hoefde ze natuurlijk niet omstandig uit te leggen aan meesters in de rechten zoals de rechter en de advocaten.
Mw. mr. Biemans deed voornamelijk het woord. Ze hield vol dat ‘dr.’ een passende benaming was voor een persoon van het hoge opleidingsniveau van Molina. Wij vernamen uit haar mond zelfs dat Molina eigenlijk een arts was (als Molina dat zelf zou zeggen, zou hij het nog veel erger aan de stok krijgen met IGZ, hij is op geen enkele manier BIG-geregistreerd, laat staan als arts; ook in de VS zou hij zich geen M.D. mogen noemen). Volgens haar was het verschil dat een arts mocht snijden en geneesmiddelen voorschrijven. Ondertussen kregen we nog een korte cursus ‘Geschiedenis en wezen van de chiropraxie’. De chiropraxie zou eigenlijk al heel oud zijn en in 1895 zijn herontdekt door Palmer. (De sceptische versie is dat de kruidenier en magnetiseur David Palmer de methode gejat heeft van de osteopaat Andrew Still.) Eigenlijk kwam het erop neer dat de beide advocaten weigerden in te zien dat de Angelsaksische aanspreekvorm ‘doctor’ niet verwijst naar een specifiek diploma, en dat ze het voor Molina van het grootste belang vonden dat Molina zich met deze titel kon onderscheiden van andere chiropractoren die geen ‘Doctor of Chiropractic’ waren. Uit het betoog werd niet duidelijk waarom ‘Doctor of Chiropractic’ dit doel niet kon dienen. Mr. Van Broekhuijze zat er grotendeels voor spek en bonen bij, maar werd al spoedig scherp terechtgewezen door de rechter omdat hij wel alsmaar storende handgebaren zat te maken. Op een gegeven ogenblik mocht hij een vertoog houden over de mate van erkenning van chiropractische organisaties. Zo beweerde hij dat chiropractors alleen maar niet BIG-erkend waren omdat ze het gebruik van röntgenapparatuur niet hadden willen afzweren. De aanvraag van een BIG-status voor chiropractors zou thans opnieuw lopen.
Maar er was slechts één vraag van werkelijk belang: heeft Molina een proefschrift geschreven en heeft hij in de VS het recht zich PhD te noemen? Daarop moesten zijn beide raadslieden het antwoord schuldig blijven. Ook op de tweede vraag: ‘Als hij dan zo’n hoogwaardige opleiding heeft gehad, waarom is hij dan niet naar DUO gegaan om zijn titel te laten erkennen?’ kwam geen antwoord, anders dan een herhaling van het argument dat volgens WHW 7.23 lid 1 zoiets helemaal niet nodig is: iedereen in de VS spreekt ze aan met doctor, dan mag het hier toch ook?
Opvallend was dat zowel rechter en officier van justitie probeerden uit te leggen waar die titelbescherming voor is: als iemand zich tot een zorgverlener wendt, dan geeft die titel een garantie dat de betrokkene aan bepaalde eisen heeft voldaan.
De Officier was kort in haar eis. Voor beide feiten samen 2000 euro boete, voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De advocaten vroegen om een schriftelijk vonnis, om hoger beroep makkelijker te maken. Nadat de rechter zich even terug had getrokken voor beraad (met de griffier) deed hij toch direct mondeling uitspraak. Voor beide feiten elk 750 euro boete, voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Het geheel had bijna anderhalf uur geduurd.
In feite was de zienswijze van de rechter (‘dr.’ = gepromoveerd) dezelfde als die van de Officier van Justitie en die van DUO en ook dezelfde als die Nienhuys herhaalde malen aan Van Broekhuijze en Biemans had uitgelegd, de laatste maal per e-mail op 16 en 21 februari 2012. Zelfs het instituut waar Molina was afgestudeerd had expliciet verklaard dat diens diploma recht gaf op de titel Doctor of Chiropractic, afgekort als D.C. achter de naam. Daarop had ze als commentaar slechts dat het ‘nu aan de rechter is om een einde aan de discussie te maken’. Te vrezen valt dat het duo Van Broekhuijze – Biemans zich niet bij het oordeel van de kantonrechter zal neerleggen, want al voor de zitting zeiden ze dat ze bij niet-vrijspraak in beroep zouden gaan.
In feite is Molina het slachtoffer van de ondeskundige adviezen van Van Broekhuijze, want Molina heeft nu de komende vijf jaar een niet-blanco strafblad.
Oorspronkelijk was dit artikel gepubliceerd op het (oude) Skepsis-blog en bestond de mogelijkheid om daaronder in discussie te gaan, waar geregeld uitvoerig gebruik van werd gemaakt. De discussie onder dit bericht kan de geïnteresseerde teruglezen in deze pdf (13 pagina’s).