Dronken van de maan
door Jan Willem Nienhuys
Volgens een Duitse professor zou de maan rijden onder invloed veroorzaken. Een schrijnend staaltje van pseudo-wetenschap werd bij het doorvertellen nog verder verminkt.
Op 1 februari 2000 berichtte Allan Hall vanuit Berlijn in de Sunday Times dat rijden onder invloed iets met de volle maan te maken had. Laat je autosleutels maar thuis als de maan aan de hemel staat, was volgens Hall het advies van twee Duitse geleerden. Kennelijk was het verschil tussen ‘de maan staat aan de hemel’ en ‘de maan is vol’ hem niet helemaal duidelijk.
Hall had zijn verhaaltje overgeschreven van een persbericht van het Duitse persagentschap DPA van 28 januari. Twee wetenschappers, Prof. Dr. med. Hans-Joachim Mittmeyer van het Instituut voor Forensische Geneeskunde aan de Universiteit van Tübingen en Norbert Filipp van de regionale gezondheidsdienst van Reutlingen, hadden de resultaten van 16.495 bloedproeven geanalyseerd. (1) Van dit aantal bleken er 668 toe te behoren aan personen die wettelijk nuchter waren. Van de overige 15.827 personen met te veel op bleken er 4.512 meer dan 2 promille te hebben, zwaar bezopen dus.
Volgens DPA hadden M&F vastgesteld dat twee dagen voor volle en nieuwe maan het aantal dronkelappen gemiddeld 175 was, terwijl het op de 3de en 19de dag na nieuwe maan maar 120 was.
Het DPA-bericht kwam in een aantal kranten terecht en ook de internetversie van Der Spiegel had het bericht (in de papieren versie heb ik het niet zien staan). Die Welt plakte aan het bericht een intro vast: Als het hemellichaam aan het firmament staat, dan worden meer chauffeurs met een kegel gepakt. Misschien had Hall zijn astronomische ‘citaat’ daar wel aan ontleend.
Het DPA-verhaal beweerde verder dat het gemiddelde aantal dronkelappen 161 per dag was in een gemiddelde maanmaand. Dit getal was kennelijk verkregen door 4512 te delen door 28. Dat is fout, want een maanmaand heeft 29,53 dag, en dat geeft een gemiddelde van 153 (in plaats van 161), wat keurig midden tussen de twee genoemde extremen in ligt.
Op de een of andere manier speelde Hall het klaar om een en ander als volgt weer te geven: ‘More of those with an excess of 2 ml of alcohol per 100ml [sic] of blood inside them – drunk according to German law -were caught by the police during the five day full Moon cycle.’ Hall dacht verder dat die 161 sloeg op het gemiddelde van een periode van vijf dagen die ongeveer op volle maan begon, en dat de uitschieter naar beneden op dag 19 het daggemiddelde over de rest van de maancyclus was. Hij miste bovendien de mededeling dat er vlak voor nieuwe maan ook een dronkemanspiek was.
De bekende skepticus Bob Carroll verwerkte het verhaal van Hall ogenblikkelijk in zijn bekende skeptische internetencyclopedie (www.skepdic.com), maar vertrouwde het verwarde verhaal toch niet helemaal, en legde het voor aan de psycholoog Ivan Kelly (de astrologiedeskundige van onze Amerikaanse zusterclub CSICOP), die het weer doorspeelde aan mij.
Nu was Hall weliswaar in de war met de getallen en van astronomie had hij ook geen kaas gegeten, maar hij had wel in de gaten wat de boodschap van M&F was: overmatig alcoholgebruik kan mede bepaald worden door de specifieke fasen in het maanritme. In het Duits klinkt het natuurlijk wat gewichtiger: ‘Excessives Alkoholtrinken kann durch den Mondrhythmus phasenhaft mitbestimmt werden.’ Hall vereenvoudigde dit tot: er is een duidelijke correlatie tussen nieuwe en volle maan en de hoeveelheid alcohol die genuttigd wordt. Een redactioneel artikel vereenvoudigde het nog verder: als de maan vol is, gaat het drankgebruik omhoog. Meer automobilisten onder invloed worden gepakt aan het begin en eind van de maancyclus dan op andere dagen. Je vraagt je af wat deze anonieme redacteur bedoeld zou hebben met maancyclus, en het begin daarvan.
Dit was interessant genoeg om eens uit te zoeken wat M&F zelf schreven. Dat was een verrassing! Ze vertellen eerst het een en ander over wat er bekend is over invloed van de maan, en zes van hun 19 verwijzingen zijn naar kritische artikelen van Kelly en anderen, zoals SKEPP-lid Ronny Martens. Deze artikelen beklemtonen telkens maar weer dat er nul komma nul bewijs is voor maaninvloeden. De statistiek van vermeende bewijzen rammelt, en herhaalde onderzoekingen geven telkens weer wat anders te zien. M&F halen ook diverse studies (zoals de sprookjes van Arnold Lieber) aan waar de kritische artikelen geen spaan van heel hadden gelaten.
M&F laten dan twee grafieken zien, van alle personen onder invloed en van de dronkaards, het resultaat van gegevens verzameld over 50 maancyclussen (vier jaar). De ‘bezopen’-grafiek heeft pieken op dag 12, 26 en 27, geteld vanaf nieuwe maan, hetgeen niet helemaal hetzelfde is als twee dagen voor volle en nieuwe maan. De grafiek heeft alleen maar dagen 0 tot en met 28, en M&F hebben kennelijk dag 29 maar weggelaten (de helft van de maanmaanden heeft ook een dag 29).
In feite beweren ze drie dingen over hun grafiekjes: de totale groep is niet uniform over de maancyclus verdeeld, de zatladders zijn niet uniform over de maancyclus verdeeld, en de verdeling van de dronken groep wijkt af van de totale ‘onder invloed’-groep.
Maar ze presenteren in het geheel geen statistisch argument. Ze wijzen gewoon naar de pieken en dalen en roepen ‘O kijk toch eens!’ Helemaal geen statistisch argument is misschien een beetje te streng geoordeeld. Ze zeggen namelijk dat gezien het grote aantal gevallen een en ander geen puur toeval kan zijn.
Volgens de traditie is er pas iets te onderzoeken als je voor één enkele van tevoren geplande uitkomstmaat een p onder de 0,05 krijgt, en dus is een minimum van 0,20 na drie keer proberen echt helemaal niks. M&F hebben ook geen enkele poging gedaan om bijvoorbeeld de gegevens te corrigeren voor weekend-effecten (in het weekeinde zijn er meer drinkende automobilisten).
Dagen tellen vanaf de dag van nieuwe maan geeft extra onnauwkeurigheden. Op dag 12 van de maancyclus waren er bijvoorbeeld 173 zatte chauffeurs gepakt, maar dat wil zeggen dat deze 173 bloedproeven minimaal 11 etmalen na het tijdstip van nieuwe maan en maximaal 13 etmalen na nieuwe maan afgenomen werden. Volle maan is in drie van de vier cyclussen op dag 15, en in de overige gevallen op dag 14. Dus om te zeggen dat ‘dag 12′ twee dagen voor volle maan is, is gewoon fout. Maar er is helemaal geen resultaat, dus er is ook geen reden om na te gaan of de conclusie blijft staan als preciezer gerekend wordt.
Ik heb Mittmeyer om commentaar verzocht, eenmaal per fax, en eenmaal per brief. Ik kreeg geen antwoord. Ik heb ook Bob Carroll een versie van dit rapport toegestuurd en hem daarna nog gewezen op een paar onnauwkeurigheden in zijn bericht hierover in zijn Skeptic’s Dictionary. Telkens had hij binnen een etmaal correcties aangebracht. Wat een verschil!
Samenvattend, de studie van Mittmeyer en Filipp is pompeuze pseudo-wetenschap die via DPA en Allan Hall en de redactie van de Sunday Times omgezet is in driedubbel overgehaalde onzin. Men moet vrezen dat deze onzin tot in lengte van dagen de ronde blijft doen in occultistische kringen, en misschien nog wel verder vervormd wordt.
(1) Hans-Joachim Mittmeyer und Norbert Filipp, Alkoholkonsum und mondperiodischer Einfluss. In: Markus A. Rothschild (herausg.) Das neue Jahrtausend: Herausforderungen an die Rechtsmedizin, Festschrift für Prof. Dr. med. Dr. h.c. Volkmar Schneider zum 60. Geburtstag. Schmidt-Römhild, Lübeck, 2000, (p. 213-217).
(2) Als u het zelf wilt narekenen: mijn getallen staan in de genoemde Skeptic Dictionary.
Met dank aan Bob Carroll, Ivan Kelly, Martin Mahner en andere Duitse skeptici die me voorzagen van materiaal.