.
In de Skeptical Inquirer van october/november (Volume 49, No. 5) wordt door Craig A. Foster en Kelsey M. McGinn teruggeblikt naar een uitgave van het blad uit 1979, met daarin een verhaal over een verdwenen panda, ontsnapt uit Blijdorp, wiens ontsnapping blijkbaar veel mensen in Nederland wist te mobiliseren. Hans van Kampen, Nederlands wetenschapsredacteur en ufo-onderzoeker, beschreef in zijn verhaal “De zaak van de vermiste panda” hoe mensen collectief kunnen geloven iets bijzonders gezien te hebben.
Volgens Van Kampen ontsnapte op 10 december 1978 een kleine panda uit Blijdorp. Medewerkers van de dierentuin waarschuwden het Algemeen Dagblad. Helaas werd de panda dood aangetroffen op een spoorlijn, ongeveer 500 meter van zijn verblijf, rond dezelfde tijd dat het nieuws over de vermiste panda publiekelijk werd gedeeld.
Einde verhaal, zou je zeggen. Totdat mensen uit heel Nederland, die niet wisten dat de panda al dood was gevonden, de dierentuin belden met tips over de vermiste panda. Binnen een paar dagen ontving de dierentuin honderd tips over waar het vermiste dier te vinden was. Omdat deze meldingen kwamen nadat de panda dood en begraven was, stond het dierentuinpersoneel voor een raadsel. De krant van 13 december onthulde uiteindelijk de trieste waarheid over de panda, en daarna kwamen er geen nieuwe meldingen meer binnen.
Ufo’s
Van Kampen herkende in dit verhaal de analogie met de waarnemingen van ufo’s. Hij schrijft:
“Het is interessant om te weten dat deze panda-gebeurtenis plaatsvond een paar dagen vóór een wereldwijde “UFO-hype”. Sinds half december 1978 merkten onderzoekers van beweringen over zogenaamde UFO’s een drastische toename in UFO-meldingen. De meest gepubliceerde hiervan was een gebeurtenis in Nieuw-Zeeland, waar midden in de zomer nachtelijke lichten werden waargenomen laag boven de horizon en hoog in de lucht.”
“Toen de kranten berichten begonnen te publiceren over de Nieuw-Zeelandse UFO’s en nadat een film die in Nieuw-Zeeland was gemaakt op televisie werd vertoond, raakten veel mensen over de hele wereld geïnspireerd om omhoog te kijken. In Zuid-Afrika, beweerde mevrouw Meagan Quezet dat zij en haar zoon plotseling vijf of zes buitenaardse wezens hadden ontmoet. In Italië werd een UFO waargenomen nabij Gran Grasso, die ervan werd verdacht een energiecentrale te hebben beschadigd.”
“Op 27 december 1978 werd ik door de Rijkspolitie in de regio Dordrecht opgeroepen om gelijktijdige waarnemingen van een ogenschijnlijk onverwacht licht aan de zuidoostelijke hemel te onderzoeken. Vanwege het vroege tijdstip van de oproep – rond 6 uur ’s ochtends – besefte ik meteen dat dit een uitgelezen kans was om de Nederlandse politie de ware aard van het fenomeen en de feilbaarheid van “ervaren ooggetuigen” en menselijke waarneming te laten zien. Ik kon verbinding maken met het communicatiesysteem van de politie en rechtstreeks met de betrokken agenten praten. Vanaf drie verschillende locaties, vele kilometers van elkaar, werden waarnemingen gemeld van een langzaam bewegend, helder nachtelijk licht. Sommige politieagenten beweerden dat ze het licht dichterbij zagen komen en weer zagen vervagen, terwijl anderen op verschillende momenten het licht zagen op- en neergaan.”
Allen waren het er echter over eens dat ze de “UFO” boven de zuidoostelijke horizon hadden gezien. Uiteindelijk lukte het me om deze politieagenten ervan te overtuigen dat ze de heldere planeet Venus hadden gezien, die zich op de aangegeven positie bevond en achter enkele wolkenbanken verscheen en verdween. Ook de sikkel van de afnemende maan versterkte het “kiekeboe”-effect van die specifieke ochtend.”
Het pandaverhaal was volgens van Kampen indicatief voor de kwaliteit van elke bewering die sterk op menselijke getuigenissen berust. Zoals ook het monster van Loch Ness en de Verschrikkelijke Sneeuwman (Bigfoot) regelmatig gezien worden.
Bigfoot
De zaak van Bigfoot is sterk gebaseerd op menselijke getuigenissen over het zien, of in sommige gevallen horen, van de tweevoeter. De conventionele wetenschappelijke visie is dat Bigfoot niet bestaat, wat betekent dat de mensen die beweren Bigfoot te hebben gezien of gehoord, zich vergissen of liegen. Bigfoot-fanaten zijn het daar natuurlijk niet mee eens en beweren dat ten minste enkele getuigenissen over het zien van Bigfoot kloppen.
De zaak van de vermiste panda verschilt echter op één uiterst belangrijk punt van de discussie over Bigfoot: we kunnen er gerust van uitgaan dat er in Nederland inderdaad geen zwervende panda’s rondliepen. De afwezigheid van een echte panda bewijst dat veel oprechte publieke meldingen over de aanwezigheid van een panda daar plaatsvonden waar er geen echte panda was. Mensen kunnen zo bewijs leveren voor een dier dat ze niet daadwerkelijk zijn tegengekomen. Dit staat wetenschappelijk ook wel bekend als het “rode panda-effect”.
Het rode panda-verhaal onderstreept en benadrukt menselijke fouten als verklaring voor paranormale beweringen die zwaar leunen op getuigenverklaringen. Het is niet redelijk om te concluderen dat Bigfoot bestaat – ondanks het voortdurende onvermogen om Bigfoot-botten, -haar, -poep of -fossielen te vinden – wanneer misvattingen en fraude als gevestigde verklaringen gelden.
De menselijke perceptie en het geheugen zijn simpelweg niet zo betrouwbaar als mensen graag zouden willen geloven.
Van Kampen besluit: “De zaak van de Rijkspolitie was in feite de perfecte zaak. Ik twijfel er niet aan dat als serieuze “UFO”-onderzoekers ter plekke ten tijde van de waarneming zouden kunnen werken, bij voorkeur te midden van de waarnemers, “UFO’s” niet meer zouden bestaan. Helaas lijkt dat doel net zo ongrijpbaar als “UFO’s” zelf.”