Terwijl Piet Borst in zijn maandelijkse wetenschapscolumn in NRC Handelsblad met de ‘mobielvrees‘ afrekende, prijkte er op de voorpagina een vreemd bericht: ‘Gsm-muis krijgt geen alzheimer’. Een week later deed de NRC er nog een schepje bovenop door een vaag artikel over de GSM-muizen te plaatsen.
door Dirk Koppenaal (23/01/2010)
HET onderzoek was uitgevoerd onder leiding van Gary Arendash van het Florida Alzheimer’s Disease Research Centre. Hij beschikt over speciale ‘Alzheimermuizen’, waarbij net als bij Alzheimerpatiënten stapeling van een eiwit (amyloid-β) in hersencellen optreedt. De muizen kunnen ook minder goed dingen onthouden. Arendash gebruikte verschillende methoden om het muizengeheugen te testen. Zo laat hij de muizen bijvoorbeeld zwemmen in een badje met een verborgen plateau en enkele oriëntatiepunten, zodat hij kan meten hoe snel ze het plateau terugvinden.
Dankzij zijn muizenmodel publiceert de onderzoeksgroep van Arendash aan de lopende band artikelen over middelen en behandelingen die Alzheimer zouden kunnen tegengaan. Een bakje koffie, appelsap, groene thee en een zuurstofbehandeling scoorden goed, terwijl vette vis vol omega-3 geen effect scheen te hebben. Het mediagenieke onderzoeksteam dacht met GSM eindelijk eens een negatief resultaat de wereld in te kunnen sturen, maar haalde tegen de eigen verwachting in alle kranten met de mogelijk heilzame werking van GSM-straling.
Kooien met Alzheimermuizen en ‘gezonde’ laboratoriummuizen werden rondom een antenne geplaatst en gedurende ongeveer een half jaar tweemaal per dag blootgesteld aan de maximum GSM-stralingsdosis die een mobieltje zou mogen produceren. Na afloop van het experiment werden de muizen geëuthanaseerd en werden hun organen onderzocht. De resultaten waren opmerkelijk: bij de Alzheimermuizen waren de eiwitkluwes in hun hersencellen sterk verminderd. Dit sloot aan bij het eerdere gedragsonderzoek waaruit bleek dat de bestraalde Alzheimermuizen een evengoed geheugen hadden als gewone muizen. Ze hadden bovendien geen schade opgelopen, want er werd geen toename van tumoren gevonden en ook allerlei biochemische markers waren helemaal onaangetast. Voor de zekerheid stelde men tevens vast dat in een buisje met bestraald fijngemaakt hersenweefsel de eiwitten verdwenen.
De onderzoekers achten het mogelijk dat de heilzame werking van GSM te danken was aan een lichte temperatuurstijging tijdens de behandelingen. De Alzheimermuizen werden een hele graad warmer. De radiogolven konden de muizen inderdaad iets opwarmen, maar het gemeten effect was tien keer zo groot als je zou verwachten en uitzonderlijker dan de gerapporteerde Alzheimerresultaten. De onderzoekers hebben helaas niet nagemeten in hoeverre de temperatuurstijging zich ook in een glas water voordeed. Ze hebben er geen verklaring voor. Bij muizen die slechts eenmalig werden bestraald, liep de temperatuur niet merkbaar op.
Het is jammer dat Arendash de column van Piet Borst niet kon lezen voordat hij zijn onderzoek startte. Piet Borst maakt duidelijk dat veel onderzoek niet deugt, omdat de onderzoekers niet kunnen uitsluiten dat een andere dan de beoogde factor het effect veroorzaakt. Bij epidemiologisch onderzoek onder bevolkingspopulaties is dat moeilijk en moeten we vertrouwen op een goede proefopzet en statistische oplossingen. Bij laboratoriumexperimenten met proefdieren of cellen heeft de onderzoeker echter alle factoren en parameters in eigen hand. Daar waar we lachen om de afgezaagde mop over het experiment met de dove kikker, is veel GSM-onderzoek geen haar beter. Wat Arendash en collega’s, maar ook veel klassiek opgeleide biologen niet begrijpen, is dat in stralingsonderzoek dosimetrie essentieel is. Je kunt “spring” fluisteren of gillen naar een pootloze kikker, het beestje springt echt niet. Vind je echter een dosis afhankelijk effect tussen straling en de biologische parameter die je meet, dan kun je derde factoren uitsluiten.
Arendash blindeerde zijn onderzoek niet en de bestraalde muizen werden in een aparte ruimte gehuisvest. De kritiek richt zich ook op het feit dat de hele muis werd bestraald en niet alleen de kop. Maar daar maak ik me minder zorgen over zolang geen enkel mechanisme kan verklaren hoe GSM-straling een biologisch systeem schade zou kunnen toebrengen. De kwantummechanica legt uit hoe het slechts wat warmte kan produceren. Onderzoekers die wijzen naar verandering van biologische parameters, zoals heat shock proteins, productie van vrije radicalen, verminderde activiteit van herstelenzymen, beïnvloeding van receptor-ligand binding, beïnvloeding van de bloed-hersen-barrière, etc. gaan hardnekkig voorbij aan de meest elementaire vraag: “HOE doet GSM-straling dat?”. Zolang niemand kan verklaren hoe er zo’n mechanisme kan bestaan, blijft het spokenjagen.
Naar mijn idee is proefdieronderzoek een noodzakelijk kwaad. De onderzoeker moet zijn experimenten zo opzetten dat met een minimaal aantal dieren een maximum resultaat wordt verkregen. Het onderzoek van Arendash is echter zo opgezet dat de uitkomst bij voorbaat niets anders oplevert dan zielige muizen.
Een uitgebreid artikel over GSM-straling uit het tijdschrift Skepter staat elders op deze website.)
Oorspronkelijk was dit artikel gepubliceerd op het (oude) Skepsis-blog en bestond de mogelijkheid om daaronder in discussie te gaan, waar geregeld uitvoerig gebruik van werd gemaakt. De discussie onder dit bericht kan de geïnteresseerde teruglezen in deze pdf (39 pagina’s).