De onderzoeker Bruce Barrett uit Wisconsin heeft nog maar eens echinacea onderzocht. Er kwam alweer uit dat het niet werkt. Hij houdt nog een slag om de arm.
door Jan Willem Nienhuys (18/03/2011)
Het onderzoek zelf kunt u hier bekijken, en het commentaar van het Geneesmiddelen Bulletin van heden hier.
Er is heel veel onderzoek naar echinacea gedaan, en bij de VtdK vindt u een samenvatting van alles wat er bij de VtdK en Skepsis over is gerapporteerd. Barrett deed al eerder onderzoek in 2002, en toen was het resultaat: met echinacea duurde verkoudheid gemiddeld 6,27 dagen; met alfalfa duurde de verkoudheid 5,75 dagen (dus gemiddeld een halve dag korter, maar het verschil was niet significant); bij de proef waren 148 studenten betrokken.
Deze keer pakten Barrett (foto) et al. het grootser aan. In een heel strak opgezet onderzoek werden meer dan 700 deelnemers met beginnende verkoudheid over vier groepen verdeeld: een groep kreeg niets, een groep kreeg (geblindeerd) placebopillen, een groep kreeg (geblindeerd) echinaceatabletten en de vierde groep kreeg ongeblindeerd echinaceatabletten. De echinaceatabletten waren gebaseerd op een mengsel met ongeveer gelijke delen wortel van E. angustifolia en idem van E. purpurea (foto). Tabel 5 van het artikel meldt dat de deelnemers misschien een beetje konden raden wat ze gekregen hadden.
Verrassend genoeg maakte blinderen of niet eigenlijk niet zoveel uit. Met ‘adjusted global severity’ van 10.0, 10,1, 10,1 en 10,3 hoeft men al nauwelijks meer te kijken met welke groepen deze getallen corresponderen. Overigens waren de deelnemers ook nog op een andere manier ingedeeld: namelijk zonder of met ‘klinische interactie’, of met extra aandacht van de dokter. Over de verschillen die ontstaan door verschillende hoeveelheden aandacht zullen Barrett et al. apart rapporteren. Er werden uiteindelijk 719 deelnemers door loting ingedeeld in groepen, en er vielen maar zes af.
Bij dit onderzoek was het verschil tussen de beide geblindeerde groepen weer een halve dag, deze maal in het voordeel van echinacea. Maar alweer was het verschil niet significant. Barrett en coauteurs zagen nog wel een lichtpuntje, want volgens hen was er toch wel een trend. En misschien hadden ze ook niet het goede preparaat onderzocht. Enzovoorts. Dr. Bijl van het GeBu heeft weinig lovende woorden voor deze poging om een positieve draai aan de uitkomst te geven.
De verschillen tussen de twee geblindeerde groepen kan men in de laatste kolom van Tabel 2 (zie het artikel) bekijken. De zogeheten 95%-betrouwbaarheidsintervallen voor dfe verschillen tussen de geblindeerde groepen bevatten allemaal 0. Kijkt men bij de subgroepen van patiënten die zich minder dan een etmaal na het begin van de verkoudheid meldden, dan zijn de verschillen nog onbenulliger.
Ik heb wat gerekend aan de gegevens. Als ik de beide echinaceagroepen samenvoeg en de andere twee eveneens, krijg ik als uitkomst voor de gemiddelde duur van de klachten en de standaardfout in dat gemiddelde:
•364 echinaceaslikkers: gemiddelde duur verkoudheid 6,55 dag (standaardfout 0,18 dag)
•349 overigen: gemiddelde duur verkoudheid 6,95 dag (standaardfout 0,19 dag)
•verschil tussen de gemiddelde duren: 0,40 dag, met een standaardfout van dit verschil van 0,26 dag; p = 0,26 (tweezijdig)
Zou het misschien toch…?
Voor de aardigheid kunnen we nagaan wat de implicaties zouden zijn van de hypothese dat echinacea een verkoudheid met 1/7 (14%) kan verkorten, zodat deze dus maar zes dagen in plaats van een week duurt. Wel, als dat echt zo was, dan hebben Barrett en de zijnen wel ontzettend erg pech gehad, want dan zou de berekende kans op de feitelijk gevonden verkorting van niet meer dan 0,40 dag ongeveer 1 procent geweest zijn. De auteurs rekenen het op een wat andere manier uit (ze kijken alleen naar de geblindeerde groepen) en zeggen dat zelfs een verkorting met 1/5 (20%) nog niet volgens de statistische conventies kan worden uitgesloten door deze onderzoeking. Maar gezien het feit dat er bij het eerdere onderzoek van Barrett ook al geen effect werd gevonden, vind ik het erg onaannemelijk dat Barrett nu alleen maar vreselijke pech gehad heeft.
Als we even letten op de variabiliteit in de duur van de verkoudheid, dan zien we dat het gemiddelde van omstreeks een week voorzien is van een standaarddeviatie van ruim drie dagen. Dat betekent dat om en nabij een derde van de proefpersonen minder dan vier of meer dan tien dagen liep te snotteren of keelpijn had. Het kan ook zijn dat er een paar griepgevallen tussendoor liepen. Bij een dergelijke variabiliteit is een dag minder of meer hooguit te constateren als je honderden verkoudheden met en zonder remedie zorgvuldig natelt. Individuele personen kunnen het niet merken, denk ik.
Verder onderzoek?
Echinacea is onderzocht als middel bij beginnende verkoudheid: geen effect gevonden. Al eerder zijn er proeven gedaan waarbij gekeken werd naar preventie: krijgen kinderen die elke dag een echinaceapreparaat krijgen minder bovensteluchtweginfecties? Het antwoord van Taylor (2003) was nee (voor de volledigheid: een onderzoek van Cohen uit 2004 in Israëlische kindercrèches gaf een totaal ander resultaat). Ook bij volwassenen was het antwoord nee (Linde, 1998). Als de proefpersonen van tevoren een week lang echinacea (of niet) slikten en dan opzettelijk besmet werden, bleek er ook geen verschil te zijn tussen de groep met profylaxe en zonder (Turner, 2006).
Er is eigenlijk helemaal geen reden om te denken dat echinacea iets doet. Vanwege de prikkelende smaak wordt gedacht dat deze plant het immuunsysteem stimuleert. Maar het hele begrip ‘stimuleren van het immuunsysteem’ is onzin. Hoe dan ook, Barrett et al. hebben nog gekeken naar wat gegevens van hun proefpersonen op dit gebied (neutrofielen en IL-8), maar daar kwam ook al niets uit.
(titelfoto: James St. John | Wikimedia Commons)
Oorspronkelijk was dit artikel gepubliceerd op het (oude) Skepsis-blog en bestond de mogelijkheid om daaronder in discussie te gaan, waar geregeld uitvoerig gebruik van werd gemaakt. De discussie onder dit bericht kan de geïnteresseerde teruglezen in deze pdf (43 pagina’s).