Ik probeer bij te houden hoeveel alternatieve artsen er zijn (voor 2011 zie hier en voor 2016 hier) en het is weer tijd voor een update. Samengevat, de alto’s gaan door met krimpen en hun organisaties zien het ook niet meer zitten, althans ze doen weinig moeite om te zorgen dat de gegevens op hun websites correct zijn. Bijna de helft van hun leden is of wordt dit jaar 65 of ouder, en ook klopt bijna de helft van de gegevens op de diverse websites niet. Net of de helft van de ramen van een gebouw kapot zijn.
Ik beperk me al enige tijd tot de leden van vier artsenverenigingen: de acupuncturisten (NAAV), de antroposofische artsen (NAAV), de AVIG (allerhande alternatiefs) en de manuele artsen (NVAMG). De M staat tegenwoordig voor musculoskeletaal in plaats van manueel.
Acupunctuur
Eerst maar de NAAV. Tien jaar geleden had deze vereniging nog 305 leden, en vorig jaar was het aantal gedaald tot 137, althans volgens hun website. Diezelfde 137 stonden ook dit jaar in augustus weer op de NAAV-site, inclusief een uitgeschreven en een overleden arts. Dit jaar heb ik echter geprobeerd aan de hand van de websites van betrokkenen te controleren of de gegevens nog wel klopten. Alles bij elkaar was zowat de helft van de opgaven op de NAAV-site fout. Begin september bleek echter de NAAV-website vernieuwd, en de ledenlijst ook ietwat verbeterd. Het is nu ook zo’n kaart met omgekeerde druppels. Of de betrokkenen man of vrouw zijn, is niet meer te zien, en andere informatie zoals het specialisme van betrokkene evenmin. Er was 1 nieuw lid; voorts had Tineke S., die in 2018 was uitgeschreven, kennelijk een cursusje gedaan en ze had haar BIG-inschrijving terug, maar er waren 13 NAAV’ers vertrokken, niet allemaal omdat ze gestopt waren met praktiseren. Zo is de bekende Egmondse homeopaat Nico van A. nog volop actief. Resteren nog 126, maar ik schat dat er een dozijn van deze niet meer praktiseren. Van deze artsen is of wordt 46% dit jaar 65 jaar of ouder; er zijn vier 80-plussers. Volgens de vernieuwde website van de NAAV staan er 140 leden in hun register, maar op de kaart staan er toch echt maar 126. Praktiserende NAAV’ers betalen volgens de oude website 660 euro per jaar (dat stond er op 1 september nog, zie archive). Voor dat geld zou je toch hopen dat de ledenadministratie op orde is.
Al in 2015 is er een tweede vereniging van arts-acupuncturisten opgericht, de WAVAN. Omdat de NAAV was gestopt met opleiden, wilde de WAVAN (de W staat voor wetenschappelijk) dit overnemen. De WAVAN is echter zo mogelijk een nog treuriger club dan de NAAV. Ze heeft volgens haar ledenlijst maar 51 leden (meer dan 30 nog steeds NAAV-lid). Daarvan zijn er zes uitgeschreven als arts. Volgens een verborgen deel van de WAVAN-website bestaat het bestuur uit vijf personen en is de voorzitter een uitgeschreven arts. Volgens de Kamer van Koophandel en de homepage van de WAVAN is geen van die vijf bestuurslid, en bestaat het bestuur uit vier personen. De huidige penningmeester is een uitgeschreven holistisch arts.
Overigens moet men hier niet uit concluderen dat de acupunctuur aan het verdwijnen is. Naast de nog geen tien NAAV-leden in Amsterdam zijn er circa honderd NVA-acupuncturisten, verreweg de meeste geen arts. De NVA vindt het niet eens de moeite waard om te vermelden of iemand arts is. Om de NVA-artsen te vinden moet men dus duizend of meer NVA-leden een voor een opzoeken.
Antroposofen
Met de antroposofische artsen lijkt het relatief goed te gaan. Vorig jaar stonden er 75 personen op hun toen overzichtelijke alfabetische ledenlijst (was 92 in 2011). Er vertrokken afgelopen jaar een paar, maar er kwamen ook nieuwe bij, en ook acht voormalige leden die opnieuw op de ledenlijst stonden. De stand is nu 88, van wie bijna de helft 65-plusser is. De NVAA beweert echter dat er in Nederland 135 antroposofische artsen zijn, waarbij ze wijselijk verzwijgen hoeveel er precies lid van hun club zijn en hoeveel daarvan praktiseren. Maar schijn bedriegt. Bij controle blijkt 40 procent van de opgaven onjuist en naar schatting zijn er een stuk of 15 gestopt met praktiseren. Noor P. is bijvoorbeeld al in 2018 gestopt.
De NVAA heeft een oubollig logo dat voor de patiënt in één oogopslag moet duidelijk maken wie bonafide antroposofisch arts is. Slechts 7 artsen reproduceren dat logo en nog 8 anderen vinden het wel de moeite waard om hun NVAA-lidmaatschap te vermelden, maar passen ervoor om hun websites met het logo te ontsieren. Al met al lijkt de antroposofische genezerij min of meer stabiel, maar als organisatie wordt de NVAA kennelijk niet eens serieus genomen door de eigen leden. Overigens, de arts-acupuncturisten zijn een stuk enthousiaster over het gebruik van hun verenigingslogo. Meer dan de helft van de NAAV’ers doet dat op de eigen website.
Allegaartje alternatief
De AVIG is een allegaartje van allerlei soorten alternatieve artsen. Homeopaten en natuurartsen vormen het leeuwendeel, er zijn tegenwoordig ook flink wat acupuncturisten lid, maar er zijn er ook die zich biofysisch of orthomoleculair of neuraaltherapeut noemen. Ook zijn er een paar bio-energetische tandartsen. In 2016 had de AVIG nog 285 leden, van wie 168 homeopaat. Het secretarisloze bestuur bestaat uit drie homeopaten en de niet-arts Sabine Uitslag. Dit jaar is het aantal praktiserende AVIG-leden volgens de ledenlijst 247 van wie 119 homeopaat. Je kunt dus wel zeggen dat de niet-homeopaten zwaar zijn ondervertegenwoordigd in het bestuur. Op de AVIG-kaart staat dat er 140 homeopaten zijn, maar artsen die op twee adressen praktiseren worden daarbij dubbel geteld. Bij de AVIG is het aantal 65-plussers eveneens 46%. Ook hier wemelt de adreslijst van de fouten, maar iets minder erg dan bij de antro’s en de acu’s. Ik kom op 25% grove fouten. Ook lijkt 5% tot 10% niet meer te praktiseren. De AVIG beweert van 32 leden dat ze huisarts zijn, maar dat klopt in 12 gevallen niet (meer). Die ex-huisartsen zijn zwaar in overtreding, want hun club publiceert de gegevens precies zoals zij ze opgeven.
Het karakter van de AVIG lijkt geleidelijk te veranderen. Vooral de wat jongere nieuwe leden noemen zich beoefenaren van levensstijlgeneeskunde. Met andere woorden, als u echt iets mankeert, moet u daar waarschijnlijk niet wezen.
Manuelen
Tot slot de manuele artsen. Die noemen zich nu beoefenaren van de musculoskeletale (MSK) geneeskunde, in goed Nederlands geneeskunde van spieren en botten. De reguliere geneeskunde heeft een specialisme dat daar op lijkt, namelijk de orthopedie. De MSK’s denken dat allerlei afwijkingen aan spieren en botten, met name rugpijn, met een soort massage of fysiotherapie kunnen worden gecorrigeerd, een opvatting die is afgekeken van de chiropractors en osteopaten.
De ‘ledenlijst’ van de MSK, net zoals bij de AVIG een soort kaart met ondersteboven druppeltjes, heeft een ernstig defect: bij bijna niemand wordt een website vermeld. Bij de bovenstaande clubs telde ik een niet of onjuist vermelde website als een grove fout. Dus zowat 100% is hier fout. Deze kaart vermeldt wel nadrukkelijk wie er precies manueel en wie orthomanueel is, maar of de betrokkene man of vrouw is, wordt verzwegen (22% is vrouw). Negeren we deze omissies, dan is nog steeds 15% fout. In 2011 telde ik 145 manuele artsen, nu zijn het er 111 (vorig jaar 107). In die 111 zijn dan wel twee personen begrepen die zelf op hun website meedelen gestopt te zijn. De club is een fractie jeugdiger dan de overige clubs: slechts 40% is 65-plusser. Maar er zijn 13 leden zonder website, voornamelijk ouderen, en ik kan me niet goed voorstellen hoe een arts in deze tijden behoorlijk zelfstandig praktijk kan voeren zonder website. Het is best mogelijk dat al die artsen zonder website in feite gestopt zijn.
Bij vorige gelegenheden heb ik ook nagegaan hoeveel de vier clubs samen aan leden hadden, na verrekening van dubbellidmaatschappen. Omdat de opgaven van deze organisaties zo onbetrouwbaar zijn, heb ik daar nu van afgezien.
Mijn voorspelling dat de herregistratie in 2018 veel oudere alternatieve artsen buiten spel zou zetten is niet uitgekomen. Ik vermoed dat ze op de een of andere manier hun alternatieve consulten voor regulier hebben laten doorgaan, en dat de officiële instanties daar buitengewoon soepel mee zijn omgegaan. Een minderheid heeft wellicht cursussen-zonder-examen gevolgd. Daar slaag je voor als je de kunst met open ogen te slapen beheerst.