Ayahuasca
Een hippe magische drank vol therapeutische pretenties
door Agnes Tieben – Skepter 28.1 (2015)
Steeds vaker verschijnen in de media verhalen over het wonderbaarlijke brouwsel ‘ayahuasca’. Dit hallucinogene middel wordt van oudsher in het noordwestelijk Amazonegebied gedronken tijdens religieuze bijeenkomsten, tegenwoordig is het vooral populair in spiritueel-therapeutische kringen. Zelfs wetenschappers lijken interesse te hebben.
Ayahuasca gebruik je niet voor de lol, waarschuwde onlangs een Bekend Nederlands fotomodel de televisiekijkers, en zij is niet de enige die er zo over denkt. Veel gebruikers van ayahuasca melden diepe ervaringen: onderdrukte emoties komen boven, jeugdtrauma’s en frustraties worden onder ogen gezien en verwerkt, inzicht ontstaat in wat wel en niet belangrijk is in het leven… Zou het echt mogelijk zijn dat dit het effect is van een hallucinogeen drankje?
Geschiedenis
Het etnobotanisch onderzoek naar de drank begon in de negentiende eeuw, toen avontuurlijke wetenschappers in het Amazonegebied onbekende planten gingen verzamelen. Verschillende ontdekkingsreizigers deden verslag van hun ervaringen met het brouwsel dat de inheemse bevolking ayahuasca, yage of pinde noemde. In 1858 meldde cartograaf Manuel Villavicencio in een reisverslag dat het middel voor tovenarij en waarzeggerij werd gebruikt.
Richard Schultes, de grondlegger van de moderne etnobiologie, was de eerste die wetenschappelijk onderzoek deed naar ayahuasca: hij ontdekte in de jaren zestig dat het hoofdbestanddeel van de drank steeds de liaan Banisteriopsis caapi was. Daarnaast werden allerlei andere planten aan de rituele drank toegevoegd, waaronder vrijwel altijd ook Diplopterys cabrerana en Psychotria viridis.
Goddelijke planten
Het bekendste werk van Schultes is het populairwetenschappelijke Plants of the Gods, dat hij samen met chemicus Albert Hofmann, de ontdekker van LSD, schreef. Zij noemen in hun boek ayahuasca ‘misschien wel het interessantste hallucinogeen van Zuid-Amerika’. De gebruiker moet volgens hen worden gezien als een ontvanger die met het middel wordt ingesteld op een andere golflengte dan de alledaagse realiteit. Onder gunstige omstandigheden kan het besef ontstaan dat er een transcendente werkelijkheid bestaat, waarin schepper en ego, zender en ontvanger één zijn, aldus de schrijvers. Ook zagen zij direct een rol voor psychotrope middelen in de (psychoanalytische) psychiatrie, omdat verdrongen traumatische herinneringen ermee bovengehaald zouden kunnen worden.
Het was een gedachte die veel opgeld deed in de jaren vijftig en zestig — toen LSD onder de naam Delyside in 1947 op de markt kwam, was het volgens de bijsluiter prima geschikt voor analytische psychotherapie: ‘Om de blootlegging van onderdrukt materiaal te bevorderen en mentale ontspanning te geven, vooral bij angsttoestanden en dwangneurosen.’
Daarnaast kwam het middel van pas bij experimentele studies naar de aard van psychoses: ‘Door zelf Delyside in te nemen, is de psychiater in staat om een inzicht te krijgen in de wereld van ideeën en gevoelens van de geesteszieke patiënt. Delyside kan ook gebruikt worden om kortdurende modelpsychoses op te wekken bij normale mensen, om zodoende studies naar de pathogenese van mentale aandoeningen mogelijk te maken,’ aldus de bijsluiter.
Uit en in de mode
Het middel leidde wellicht bij gebruikers tot mentale ontspanning, veel wetenschappelijk inzicht werd er niet mee verkregen. LSD werd halverwege de jaren zestig verboden, en door de lage kwaliteit van het onderzoek kon LSD niet voldoen aan de eis die wetgeving in 1962 stelde, namelijk dat nieuwe geneesmiddelen aantoonbaar effectief dienden te zijn. De medische belangstelling verdween — al hielden een paar bastions dapper stand.
Voorstanders van onderzoek naar psychotrope middelen richtten in 1986 de Multidisciplinary Association for Psychedelic Studies op, later volgden meer stichtingen met vergelijkbare doelen. Mede dankzij deze organisaties wordt er nu, heel af en toe, weer over experimenteel therapeutisch onderzoek met hallucinogene middelen gepubliceerd, en een aantal diehards pleit om de paar jaar voor meer respect in de wetenschappelijke tijdschriften.
Heilige Geefme
In het verlengde van die hernieuwde aandacht zijn ook traditionele hallucinogenen zoals ayahuasca weer populair. Wie in de zoekmachine Pubmed ‘ayahuasca’ als trefwoord intoetst, krijgt een redelijke lijst met zoekresultaten: tot 1995 zijn 23 studies met ayahuasca bekend, vanaf 1995 tot halverwege 2014 zijn het er 122. (Met ‘LSD en psychotherapie’ zijn er met enige goede wil 15 te vinden over de afgelopen tien jaar.)
Het gebruik van ayahuasca is vanaf de jaren negentig duidelijk toegenomen. Het middel, dat in de volkscultuur altijd een rol is blijven spelen als sjamanistisch ‘medicijn’, kreeg meer bekendheid door de groeiende groep gelovigen in Brazilië die ayahuasca drinken tijdens hun kerkdiensten. Zij zijn ervan overtuigd dat de drank een sterk reinigend, genezend en transformerend effect heeft. De kerken bieden een eclectische mix van katholicisme, sjamanisme, new age en Oosterse en Afrikaanse spiritualiteit.
De grootste, Santo Daime (dai-me = geef me), werd in 1930 gesticht door Raimundo Irineu Serra. De kerk heeft inmiddels wereldwijd vestigingen, waarvan twee in Nederland. In 2001 besloot de rechtbank in Amsterdam dat de kerk, in het kader van de godsdienstvrijheid en wegens het beperkte risico voor de volksgezondheid, de drank tijdens rituelen mag gebruiken. In Amsterdam en Den Haag zijn vrijwel wekelijks diensten.
Symposia
Rond ayahuasca worden met enige regelmaat wetenschappelijke congressen gehouden. Wat wordt daar besproken en waar gaan de onderzoeken over?
In 2011 werd een Europees symposium over ayahuasca georganiseerd aan de Universiteit van Amsterdam waar de Engelse spreker Danny Diskin het onderwerp aankaartte. Diskin (in het dagelijks leven werkzaam als medium en tarotlegger) uit zijn twijfels over de objectiviteit in de academische wereld. Hij vindt volgens het symposiumverslag wetenschappers ‘bijgelovig’ wat betreft ayahuasca, en hij waarschuwt dat zij moeten oppassen niet dezelfde fout te maken als de gevestigde wetenschap in de negentiende eeuw, toen die voor het eerst met het mesmerisme en Chinese geneeskunde in aanraking kwam. Wat hij hiermee bedoelt blijft onduidelijk, maar hij gaat er kennelijk van uit dat deze methoden tegenwoordig als effectief beschouwd worden. Wetenschappers missen veel door hun theoretische vooroordelen, zo gaat hij verder. Hij stelt de situatie in een laboratorium tegenover die van de sjamanistische praktijk: in het eerste geval is de zuiverheid van de te analyseren stof heel belangrijk, in het tweede geval is de ‘zuiverheid’ van de persoon die het middel toedient belangrijk. Een soortgelijk probleem doet zich voor bij psychologische studies: wetenschappers zijn geïnteresseerd in statistisch significante data terwijl de ayahuascagebruiker geïnteresseerd is in de eigen unieke ervaring. Diskin roept — het zal niemand verbazen — op tot ‘open, transdisciplinair onderzoek’ waar ruimte is voor het inheemse, sjamanistische perspectief.
Centrum Ibiza
Het transdisciplinaire en het sjamanistische perspectief kwamen ook aan bod op het in september vorig jaar door ICEERS gehouden ayahuascacongres op Ibiza. ICEERS werd opgericht door de Nederlandse filmmaker Ben de Loenen, die enthousiast raakte over hallucinogene planten toen hij een film maakte over het Afrikaanse middel ibogaïne. In een televisieprogramma uit 2010 vergeleek De Loenen de werking met een spiegel: het haalt zaken naar boven die je liever niet ziet, maar die wel nodig zijn om te veranderen. Voor verslaafden, die volgens hem vaak last hebben van oude trauma’s, zou het daarom erg geschikt zijn. Hoe dat confronteren en het oplossen van trauma’s dan precies in zijn werk gaat, weet De Loenen nog niet, maar daar wil hij juist onderzoek naar doen. Dat er met ibogaïne al veel onderzoek gedaan is bij verslaafden, en dat het als afkickmiddel ongeschikt is bevonden vanwege het hoge percentage dodelijke ongelukken, kwam in het programma niet aan bod. De Jellinekkliniek is daar overigens wel vrij duidelijk over.
Onder de 56 sprekers op Ibiza waren sjamanen, filmmakers, juristen, psychologen, psychiaters, (etno-)farmacologen en antropologen. Sponsors waren de eerder genoemde organisaties die onderzoek naar psychotrope middelen willen bevorderen.
Degeneratie
Een van de bekendste en productiefste ‘ayahuascawetenschappers’ is de Amerikaanse etnobotanicus Dennis McKenna, oprichter van het Heffter Research Institute, een zusterorganisatie van ICEERS. Hij deed onder meer onderzoek naar langetermijneffecten van ayahuasca onder Braziliaanse kerkgangers: die waren, ook na jarenlang gebruik, nog steeds gezond, zo kon hij melden.
McKenna’s wetenschappelijke publicaties suggereren dat hij een koele wetenschapper is, maar de boeken en films waaraan hij meewerkt tonen dat hij er curieuze ideeën over geestelijke en lichamelijke gezondheid op nahoudt. In zijn vorig jaar verschenen boek Return to the brain of Eden toont hij zich bijvoorbeeld fervent aanhanger van de ‘raw food’-beweging. Omdat wij mensen tegenwoordig niet meer vrijwel uitsluitend fruit eten, zoals onze verre voorouders, zijn wij gedegenereerd, met alle gevolgen van dien. Het tij kan nog worden gekeerd — met rauw voedsel, tantrische seks, sjamanisme en ayahuasca en vergelijkbare middelen.
Dennis McKenna is overigens de jongere broer van de nog meer in de publiciteit tredende, maar in 2000 overleden, Terence McKenna. Die werd beschouwd als de intellectuele mysticus van de rave -cultuur, de hippe subcultuur die eind jaren tachtig ontstond met als centrum het acid house feestcircuit op Ibiza. Net als zijn broer was hij ervan overtuigd dat psychedelica de mensheid konden redden. Onder invloed van die middelen deed hijzelf allerlei baanbrekende inzichten op, zoals over de buitenaardse herkomst van psylocibine-paddenstoelen. Tijdens een trip zag hij dat de sporen daarvan via een komeet op aarde zijn beland.
Tabaksbladeren
Een andere wetenschappelijk actieve spreker is de Braziliaanse farmacoloog Rafael dos Santos. Van hem verscheen vorig jaar een rapport waarin hij een aantal ernstige vergiftigingen en sterfgevallen bespreekt ten gevolge van ayahuasca. Dos Santos stelt dat de ongelukken veelal niet met zekerheid aan ayahuasca kunnen worden toegeschreven. Hij heeft daar feitelijk misschien wel gelijk in, maar erg geruststellend zijn de gevalsbeschrijvingen niet. Een vrouw van 71 die aan een driedaagse healing meedeed, stortte op de derde dag in en overleed korte tijd later. In het oorspronkelijke rapport werd haar overlijden toegeschreven aan nicotinevergiftiging door ayahuasca, maar dat is een foutieve voorstelling van zaken aldus Dos Santos, omdat de nicotinevergiftiging niet per se door ayahuasca hoeft te zijn ontstaan. Daar zit wel nicotine in, maar de drank was ook met tabaksbladeren bereid.
Een ander geval betrof een achttienjarige jongen die na afloop van een ayahuascaceremonie ging zwemmen en verdronk. Ook hier, concludeert de auteur, zou de oorzaak van de verdrinking best iets anders kunnen zijn dan de ayahuasca. Het is duidelijk dat Dos Santos, die tevens moderator van het symposium op Ibiza was, ayahuasca niet graag in een kwaad daglicht gesteld ziet.
Afkicken
Van de Duits-Mexicaanse psychologe Anja Loizaga-Velder, die op Ibiza een voordracht gaf over de inzet van ayahuasca bij drugsverslaving, verscheen vorig jaar een artikel in de Journal of Psychoactive Drugs. Zij doet hierin verslag van interviews die zij had met veertien deelnemers en hun behandelaars in therapeutische projecten in Zuid-Amerika. Zowel patiënten als behandelaars zijn heel positief en menen dat ayahuasca het therapeutisch proces versnelt. Er zou ook een duidelijk inzicht ontstaan in de oorzaak van de verslaving. Een deelnemer vond echter de spirituele connectie die hij voelde met de natuur het meest motiverend om te stoppen met alcohol (of dat ook lukte wordt niet vermeld). Een van de therapeuten vat zijn visie op het werkingsmechanisme als volgt samen: ‘Drugsverslaving is een vorm van liegen tegen zichzelf en ayahuasca werkt als ontmaskeraar. Het is onmogelijk om te liegen onder invloed van ayahuasca, de verslaafde wordt gedwongen te zien wat hij altijd negeerde, het is uiterst verontrustend, maar een kans om te veranderen. Het kan heel pijnlijk zijn, maar het is de beste manier om mensen te confronteren met zichzelf, er is geen enkel westers medicijn dat dit kan evenaren.’
Braakmiddel
Een andere recente wetenschappelijke publicatie, in het Journal of Religious Health van Marc Blainey, werpt licht op de geloofsovertuigingen van Belgische aanhangers van Santo Daime. Het woord ‘hallucinaties’ gebruiken de kerkgangers liever niet, dat impliceert dat verkregen inzichten illusies zijn. Naar sjamaans gebruik wordt geloofd dat de planten door het geven van visioenen communiceren met de gebruikers. De medicinale werking van de drank zit hem in het vermogen om onderdrukte emoties, gedachtepatronen en blokkades boven te halen. Gewoonlijk komen die naar buiten door over te geven, aldus de studie.
De verhalen van de Amsterdamse Geraldine Fijneman, die Santo Daime in Nederland introduceerde, sluiten hierbij aan. Jaren geleden werd bij haar een hersentumor geconstateerd waardoor ze nog maar een paar maanden te leven zou hebben. In het tijdschrift Bres verhaalde zij in 1994 hoe ze na het drinken van Santo Daime (het sacrament wordt ook Santo Daime genoemd) alle gifstoffen van jaren eruit kotste waarna ze plotseling inzag hoe ze met haar tumor moest omgaan en wat die haar te vertellen had.
Rationele therapie
Er komen allengs meer studies naar de geestelijke en lichamelijke effecten van ayahuasca bij regelmatige gebruikers. Dat is nuttig, want op deze manier kan uiteindelijk een beeld ontstaan van de gezondheidseffecten op langere termijn.
Het onderzoek naar therapeutische toepassingen lijkt minder nuttig. Vrijwel iedereen die hier enthousiast over is, blijkt achterhaalde theorieën uit de psychoanalyse te huldigen of anderszins onwaarschijnlijke, spirituele of religieuze overtuigingen aan te hangen. De inzet van hallucinaties met bijvoorbeeld LSD als therapeutisch gereedschap is wetenschappelijk onhoudbaar gebleken, dus het is onwaarschijnlijk dat vergelijkbare middelen als ayahuasca ooit tot een rationele therapie zullen leiden.
Literatuur
- Schultes & Hoffman: Plants of the Gods, Their Sacred Healing and Hallucinogenic Powers, Inner Traditions Bear And Company (2001, 2e herziene editie)
- Wright, Gynn & McKenna, Return to the Brain of Eden, Inner Traditions Bear And Company (2001, 3e herziene editie)
- Loizaga-Velder & Verres: Therapeutic Effects of Ritual Ayahuasca Use in the Treatment of Substance Dependence – Qualitative Results, Journal of Psychoactive Drugs, (2014)
- Guimarães dos Santos: A critical evaluation of reports associating ayahuasca with life-threatening adverse reactions, Journal of Psychoactive Drugs (2013)
- Blainey: Forbidden Therapies: Santo Daime, Ayahuasca, and the Prohibition of Entheogens in Western Society, Journal of Religion and Health (2015)