Antwoorden op de denkfoutenquiz

door Suzanne Weusten – Illustraties Viktor Beekman – Skepter 35.2 (2022)

De vragen van deze quiz vindt u hier: De grote SKEPTER-denkfoutenquiz

1 Maurice de Hond ging vooral op zoek naar argumenten die zijn gelijk bevestigden en negeerde de tegenargumenten. Dat is confirmation bias — we zijn geneigd bewijsmateriaal in ons voordeel waardevoller te beschouwen en minder kritisch te bekijken dan bewijzen die tegen ons standpunt pleiten.

2 De medestanders van De Hond trapten in de valkuil van group think. Het feit dat we met veel zijn, versterkt allicht de indruk dat we het bij het rechte eind hadden — sterker, het uiten van twijfel bedreigt de consensus en daarmee de groep. In combinatie met confirmation bias wordt dit tunnelvisie.

3 Richard en Monica vallen bij hun overweging over echtscheiding ten prooi aan de sunk cost fallacy. Op een gegeven moment hebben we ergens zoveel energie of kapitaal in gestoken, dat het ondraaglijk wordt de waarheid onder ogen te zien en ons verlies te nemen. Maar een hopeloos project blijft hopeloos, of we er nu veel of weinig in hebben geïnvesteerd.

4 Mensen hechten veelal meer belang aan het heden dan aan de toekomst: een vogel in de hand is beter dan tien in de lucht. Dat is present bias. Ons huidige zelf heeft weinig boodschap aan ons toekomstige zelf; we kunnen ons nauwelijks voorstellen hoe ons toekomstige zelf zich voelt. Een levensjaar nu is voor iedereen veel meer waard dan dat levensjaar over vijftig jaar.

5 Los van mogelijke andere dingen die in dit huwelijk spelen, herinneren zowel Jan als Jackie zich vooral de taken die ze zelf hebben uitgevoerd: die zijn ‘beschikbaar’ in hun geheugen. Deze selectieve herinnering vertroebelt hun oordeel. Vandaar dat men spreekt van het availability effect.

6 In hun ijver factoren te vinden die succes bepalen, zagen de jongeren alleen de twee mannen zonder academische opleiding die het gemaakt hadden. Al die niet-geslaagde mensen met een niet-voltooide universitaire studie — en geslaagde met een voltooide — vergaten ze.
Dat is survivorship bias. Talrijk zijn de verhalen over heiligen die gelovigen in doodsnood helpen — van de gelovigen die niet zijn geholpen, hoor je zelden iets.

7 Hier is sprake van hindsight bias: onze neiging te denken dat onze voorspellingen preciezer zijn dan ze in werkelijkheid waren. En met de kennis van nu is het gemakkelijk om te denken dat we dit vooraf hadden kunnen voorzien.

8 De volgers van Doutzen Kroes lijken te vallen voor het halo effect. Als we één in het oog springende fraaie eigenschap van iemand zien, in dit geval het uiterlijk van Kroes, hebben we de neiging om te denken dat die persoon in andere opzichten ook wel goed of capabel zal zijn.
Andersom kan ook, dan spreekt men van het horn effect: iemand die we niet mogen, of iemand die lastig is of volgens ons iets op zijn kerfstok heeft, beoordelen we bij objectief gelijke prestaties toch vaak minder dan een ons sympathiek persoon.

9 De neiging om negatieve gebeurtenissen en berichten eerder op te merken en te onthouden dan positieve heet de negativity bias. Tien complimenten kunnen soms minder indruk maken dan één onaardige opmerking.

10 Charles waardeert zijn huis hoger dan de makelaar dankzij het endowment effect, oftewel het bezitterseffect.We zijn gehecht aan onze spullen, en dat verhoogt de subjectieve waarde ervan: bezit opgeven is pijnlijk.
Daarnaast werkt hier waarschijnlijk ook de status quo bias, vergelijkbaar met de present bias, en voor Charles speelt vast ook mee dat hij eigenhandig veel aan het huis gedaan heeft — wel het Ikea-effect genoemd.

11 De bias die artsen lange tijd beïnvloedde, wordt gender bias genoemd. Dit is de neiging om als vanzelfsprekend het eigen geslacht als maat van alle dingen te nemen en vervolgens eigenschappen en gedragingen van het andere als afwijkend te beschouwen of te negeren. Overigens wordt nog steeds een op de drie hartinfarcten bij vrouwen niet als zodanig herkend.
We zien deze bias ook terug op andere maatschappelijke terreinen: zo worden de leidinggevende capaciteiten van vrouwen systematisch lager ingeschat dan die van mannen en worden symptomen van vrouwen vaker ‘somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten’ genoemd.

12 ‘Neem een hond, dan blijf je gezond?’ Een samenhang is nog geen oorzakelijk verband. Het kan best zijn dat er een samenhang is tussen hondenbezit en risico op invaliditeit, maar dat wil niet zeggen dat een hond je gezond houdt. Misschien is er zelfs wel sprake van een omgekeerde causaliteit: mensen die al slecht ter been en kwetsbaar zijn, nemen immers minder gauw een hond.

13 Het ging in de discussie over de kloof tussen arm en rijk, niet om Schimmelpennincks vermogen. Maar met deze tu quoque zette Groenhuijsen wel de toon. Retorisch sterk, maar niet sjiek. Anderen noemen dit wel de jijbak, of ad hominem. Daarvan bestaan vele vormen; de subtielste is wel: ‘Jij als gerespecteerd interviewer zou je toch niet van dat soort trucs moeten bedienen.’

14 Femke troost zich met de self-serving bias. Als iets misgaat, schrijven we dat graag toe aan de ongelukkige omstandigheden, als we succes hebben, aan onze eigen verdienste.
Geslaagde zakenlui schijnen maar moeilijk te kunnen inzien dat hun eigen loopbaan een kwestie van geluk was, en die van daklozen een kwestie van pech.

15 Baudet zal bij zichzelf gedacht hebben: post hoc, ergo propter hoc — daarna, dus daardoor. Maar als de ene gebeurtenis direct na de andere plaatsvindt, wil dat uiteraard niet zeggen dat de eerste de laatste veroorzaakt. Hoe graag we dat ook zouden willen.
Als de Hartstichting en de FIFA beargumenteren dat er niets aan de hand is omdat ze geen stijging zien, kan hun worden verweten: ‘afwezigheid van bewijs is nog geen bewijs van afwezigheid’. Misschien zijn bijwerkingen te zeldzaam om al opgemerkt te worden, misschien wordt er verkeerd gemeten, enzovoort.

16 Wie direct (of: liever) aan een asielzoeker als moordenaar dacht, maakt zich schuldig aan wat wetenschappelijk een representativiteitsfout heet, maar in dit geval gewoon aan discriminatie.
We vinden beweringen aannemelijker naarmate ze beter aansluiten bij onze vooroordelen en stereotypen. Als we iemand eenmaal in een groep hebben ondergebracht — asielzoeker, millennial, vrouw, hartchirurg — verwachten we van diegene ook alle gedragingen die we bij zo’n groep vinden horen. Het was daarnaast kennelijk ondenkbaar dat een echte Fries de moord zou hebben gepleegd — ook al waren er daarvan veel meer dan van asielzoekers.

17 De neiging om slachtoffers verantwoordelijk te houden voor het onheil dat hun is overkomen, zou je de justworld bias kunnen noemen.
Graag zouden we leven in een wereld die geordend en eerlijk is en waar mensen krijgen waar ze recht op hebben. Als aan dat beeld wordt getornd, verzinnen we een redenering om het toch overeind te kunnen houden. Hij zal het er wel naar gemaakt hebben, boontje komt om zijn loontje, men noemt geen koe bont of er zit een vlekje aan, en dan had ze maar niet zo’n kort rokje moeten aantrekken.

18 Het getal dat de proefleider geeft, wordt opgevat als een anker voor de orde van grootte en beïnvloedt de schatting, vandaar dat men wel spreekt van de anchoring bias. Vraag mensen de getallen van 10 tot en met 1 te vermenigvuldigen, en ze komen veel hoger uit dan wanneer je ze vraagt van 1 tot en met 10 te gaan.
Turkije heeft 82 miljoen inwoners.

Uit: Skepter 35.2 (2022)

Vond u dit artikel interessant? Overweeg dan eens om Skepsis te steunen door donateur te worden of een abonnement op Skepter te nemen.

Steun Skepsis

Suzanne Weusten is psycholoog en journalist.