Weerstand tegen vaccinatie
Het recht om anderen te besmetten
door Jan Willem Nienhuys – Skepter 24.1 (2011)
INENTEN tegen besmettelijke ziekten kan gerust beschouwd worden als een grote triomf van de medische wetenschap, al zijn er mensen die dat fanatiek betwisten.
De allereerste ‘inentingen’ waren tegen pokken (variola). Dat gebeurde met smetstof van mensenpokken. Het was een techniek uit het Ottomaanse rijk, in Engeland in 1722 geïntroduceerd door Lady Mary Wortly Montague. In de loop van de achttiende eeuw circuleerden er anekdotes over bescherming tegen variola door besmetting met koepokken, maar het was de Engelse arts Edward Jenner die in 1796 door middel van gericht experimenteren aantoonde dat inenten met koepokstof (vaccineren, van vacca = koe) inderdaad dat effect had. De pokken zijn uiteindelijk in 1979 uitgeroeid, maar nog in de twintigste eeuw maakten de pokken 300 miljoen slachtoffers.
Vele andere afschuwelijke ‘kinderziekten’ zijn ook grotendeels bedwongen door middel van inentingen. Helaas zijn die ziekten nog niet helemaal uitgeroeid. Dat komt door bijgeloof en onwetendheid. Medeschuldigen zijn personen die de angsten van burgers voor eigen gewin aanwakkeren.
Paul Offit is kinderarts en deskundig op het gebied van vaccins. Hij was zelf betrokken bij de ontwikkeling van een vaccin tegen rotavirussen. Hij schreef diverse boeken over het onderwerp en Deadly Choices: How the Anti-Vaccine Movement Threatens Us All (2011) is zijn meest recente boek. Het beschrijft in detail hoe in de VS de oppositie tegen vaccinatie groeide en wie de hoofdrolspelers zijn.
Om welke ziekten gaat het? Bekende kinderziekten zijn difterie, kinkhoest, bof, mazelen en rode hond (zie kader). Deze zijn zo besmettelijk dat zonder vaccinatie iedereen er vroeger op jeugdige leeftijd mee in aanraking kwam en meestal ook ziek werd. Vaak gaat het om een week of wat met koorts te bed liggen, maar in sommige gevallen gaat de patiënt dood of blijft levenslang invalide, bijvoorbeeld door hersenbeschadiging.
De antivaccinatiebeweging verkondigt zo’n onoverzienbare stapel onwaarheden, dat het misschien nuttig is om eerst even uit te leggen hoe en waarom vaccins werken. Als het menselijk lichaam in contact komt met micro-organismen, worden die bestreden door het immuunsysteem. Dat ‘herkent’ de indringers aan moleculen met kenmerkende vormen op hun oppervlak. Hoe gaat dat ‘herkennen’ bij het eerste contact? Het immuunsysteem heeft permanent een gigantisch leger politieagenten rondlopen, elk met een eigen individuele ‘sleutel’. Deze politieagenten proberen voortdurend of hun sleutel past op alles wat ze zoal tegen het lijf lopen. Komen ze iets tegen dat past, dan slaan ze alarm. De sleutel wordt dan meteen in grote aantallen gekopieerd en de afweer komt op gang. De indringers blijven zich ondertussen vermenigvuldigen, wat aanvankelijk sneller kan gaan dan het immuunsysteem kan bijhouden. Nadat de indringer is uitgeroeid, blijven er nog steeds heel veel politieagenten met de bijpassende sleutel in omloop. Mocht dezelfde indringer opnieuw langskomen, dan heeft het immuunsysteem al genoeg voorsprong en merken we er niets van.
Een vaccin bevat wat stukjes van de buitenkant van nare indringers. Als de politieagenten merken dat hun sleutel hierop past, dan slaan ze loos alarm en wordt de complexe machinerie opgestart.
Vanaf het ogenblik van geboorte worden we blootgesteld aan miljoenen verschillende bacteriën. In onze mond alleen al leven honderden verschillende soorten bacteriën, op onze huid ook een enorm aantal en in onze ingewanden onoverzienbaar veel. Offit schrijft dat elke bacterie enkele duizenden componenten bevat waar het immuunsysteem op kan reageren. Er bestaat een schatting dat het menselijk immuunsysteem toegerust is op de mogelijkheid dat 100.000 verschillende ‘politieagenten’ tegelijk alarm slaan. En gezien het bovenstaande is dat maar net genoeg.
Oudere vaccins waren soms weinig subtiele mengsels van complete dode bacteriën of virussen – of van levende ziekteverwekkers, zoals in het oorspronkelijke koepokvaccin. Zulke vaccins bevatten heel veel componenten, en het immuunsysteem van de gevaccineerde maakte dan tegen elk van die componenten een afweer. Een pokkenvaccin bevatte meer dan 200 componenten, en het oorspronkelijke difterievaccin bevatte wel 3000 componenten. In vergelijking daarmee bevatten de meeste moderne vaccins maar een stuk of tien componenten. In vergelijking met wat elk mens vanaf de geboorte immunologisch te verduren heeft, is dat helemaal niets. Bovendien begint er bij contact met bacteriën en virussen een soort race omdat ze zich vermenigvuldigen, terwijl vaccins zich niet vermenigvuldigen.
Wie beweert dat het immuunsysteem van kinderen te zwaar belast wordt door al die inentingen, diskwalificeert zich als serieuze geprekspartner. Helaas zijn er ook dokters die zulke onzin verkopen.
Geen risico
Een vaccin maken is niet eenvoudig. Het zijn per slot van rekening geneesmiddelen bestemd voor gezonden. Daar worden hoge eisen aan gesteld op het gebied van zuiverheid en veiligheid. Er zijn vele tienduizenden proefpersonen (twee miljoen bij het Salk-vaccin) nodig om na te gaan of het goed werkt en of er geen bijverschijnselen zijn. Zelfs dan is men nog niet zeker, en daarom is er een speciaal bureau dat bijwerkingen registreert. In de VS heet dat Vaccine Adverse Event Reporting System (VAERS).
Al snel na de introductie (1998) van een vaccin tegen rotavirus ontdekte de VAERS dat de vaccinatie heel af en toe een soort darmverstopping veroorzaakte. Om een idee te geven van hoe moeilijk zoiets te ontdekken is: dit type potentieel dodelijke verstopping komt jaarlijks 2000 keer voor in de VS, maar voornamelijk bij kinderen van vijf tot negen maanden. De VAERS had vijftien meldingen betreffende babies van twee maanden, die kort tevoren tegen rotavirus waren gevaccineerd. Hoeveel zou men er eigenlijk van precies die leeftijd verwachten in een paar weken tijd na de vaccinatie? Er werd onmiddellijk gestopt met vaccineren toen het duidelijk was dat het inderdaad geen toeval kon zijn. Het duurde daarna nog eens zeven jaar voor er een veiliger vaccin was ontwikkeld.
Vaccinatie is gericht tegen ziekten die men gemakkelijk door besmetting kan oplopen. Zolang bijna iedereen is ingeënt, loop je ook zonder vaccinatie niet veel risico om ziek te worden. Maar als veel mensen gaan geloven dat het niet meer nodig of ongewenst is, dan kunnen we snel terugkeren naar tijden van massale kindersterfte en grote aantallen dove, blinde, verlamde of geestelijk gehandicapte kinderen. Wie niet is ingeënt en dan ziek wordt, is niet alleen zelf slachtoffer, maar steekt ook anderen aan. Het is net als in het autoverkeer: wie rijdt met defecte remmen riskeert niet alleen zijn eigen leven, maar ook dat van andere weggebruikers.
Er zijn namelijk altijd personen die niet beschermd zijn. Dat zijn niet louter kinderen van bijgelovige ouders, maar ook kinderen bij wie iets aan het immuunsysteem mankeert. Zo slaat een vaccin bij een klein percentage (in de orde van vijf procent) niet aan. Ook zijn er kinderen die een behandeling tegen leukemie krijgen die het immuunsysteem platlegt. Soms zijn de betrokkenen allergisch voor een bestanddeel van een vaccin. En dan zijn er natuurlijk kinderen die zo jong zijn dat ze de gewenste vaccinatie nog niet hebben gehad. Baby’s worden geboren met antistoffen van hun moeder, maar na een tijdje is die bescherming weg en kunnen ze besmet worden. Ook zonder er zelf ooit iets van te merken kan iemand drager en ziekteverspreider zijn, bijvoorbeeld van polio.
Ouders die hun kinderen niet laten vaccineren omdat ze de mogelijke gevolgen (waaronder dood en levenslange invaliditeit) voor lief nemen, doen er goed aan zich te realiseren dat ze hierdoor ook andere kinderen in gevaar brengen.
Vaccinslachtoffers
Al in de tijd van de pokkenvaccinatie was er heftige weerstand. Er werden onzinnige leugens verteld over de samenstelling van het vaccin en het zou vreselijke bijwerkingen hebben. Gevaccineerden zouden zelfs in koeien of monsters kunnen veranderen. De befaamde prent van ds James Gillray uit 1802, die boven dit artikel staat, was geen overdrijving. Hij gaf aan wat mensen echt dachten. Offit laat zien hoe de antivaccinatieretoriek eigenlijk nog steeds dezelfde is, hoewel men tegenwoordig wat subtieler is. Men is niet meer ‘tegen’ maar ‘bezorgd en kritisch’. De allang weerlegde leugen van Wakefield dat vaccins autisme veroorzaken, wordt echter nog steeds verspreid.
Toen eind 19de eeuw de rol van ziektekiemen duidelijk werd, werd die theorie krachtig bestreden door de antivaccinationisten. Godsdienstige redenen leidden ertoe dat er in 1898 in Engeland een wet werd aangenomen die het mogelijk maakte dat ‘gewetensbezwaarden’ de vaccinatie weigerden. Daardoor daalde de vaccinatiegraad van 50 naar 20 percent en bleven de pokken endemisch in Engeland (niet in Schotland en Ierland). In de VS is tegenwoordig iets dergelijks aan de gang. Eerst was er alleen een wet in de staat New York die vrijstelling van vaccinatieplicht verleende aan mensen wier geloof vaccineren verbood, maar van lieverlede is er een situatie ontstaan waarbij men voor zo’n vrijstelling slechts op een formuliertje hoeft aan te kruisen dat men filosofische of godsdienstige bezwaren heeft.
De eerste serieuze Amerikaanse oppositie tegen vaccinatie begon in 1982 met de vertoning van de tv-documentaire DPT: Vaccine Roulette, die zich vooral richtte tegen het kinkhoestvaccin. Dat gaf inderdaad nogal wat bijwerkingen, omdat het bestond uit soep van dode bacteriën. Eén per 100.000 ingeënte kinderen (35 per jaar) hield er blijvende hersenbeschadiging aan over, aldus een Britse studie van professor David Miller. Het was zoveel minder dan de dood van 14.000 anderen, die ermee werd voorkomen, dat dit op de koop toe werd genomen. De uitzending leidde tot de oprichting van Dissatisfied Parents Together (DPT), waarin Barbara Loe Fisher (moeder van een kind dat ook geleden had van de DTP-vaccinatie) de meest prominente rol speelde. DPT verlangde (en kreeg uiteindelijk) meer onderzoek, betere controle op bijwerkingen en een compensatieprogramma voor vaccinslachtoffers.
Nergens traden de effecten van vaccinatieangst duidelijker aan de dag dan in het Verenigd Koninkrijk. Daar had in 1973 de neuroloog en kinderarts John Wilson betoogd dat het kinkhoestvaccin schadelijk was en in het VK misschien wel 100 doden per jaar veroorzaakte. Nadat Wilson met deze boodschap op de tv was verschenen, zakte het vaccinatiepercentage van 79 naar 31 percent, met als gevolg 6000 ziekenhuisopnamen en 600 doden. Vervolgens kreeg David Miller opdracht grondig na te gaan hoe het zat met hersenschade door vaccinatie, en in 1979 kwam deze met het al genoemde resultaat van 1 op 100.000.
In de VS gingen tal van ouders compensatie eisen voor vaccinatieschade, zodat de prijs van het vaccin van 12 cent per dosis naar meer dan vier dollar steeg. De een na de andere vaccinmaker stopte ermee omdat ze de miljarden dollars aan toegewezen schadevergoedingen (die voor een groot deel in de zakken van advocaten verdwenen) niet meer konden betalen. In de rechtszalen werd nauwelijks gekeken of de claims van de bedroefde ouders en de gewiekste letselschadeadvocaten wel ergens op sloegen. Ook andere vaccins werden van schadelijkheid verdacht.
In de VS werd uiteindelijk in 1986 het Vaccine Injury Compensation Program (VICP) gestart en ook de eerder genoemde VAERS opgericht. Het VICP kende tamelijk royale compensaties toe, maar zonder dat daar al te dure advocaten aan te pas hoefden te komen en zonder dat de vaccinmakers eraan failliet gingen. Gaandeweg werd het VICP overigens wel wat strenger. Dit wordt allemaal door Offit in detail beschreven.
Ondertussen was in Europa het onderzoek van prof. David Miller onder vuur komen te liggen. Zijn resultaten bleken niet reproduceerbaar. Bij een proces in 1988 in Engeland, dat vier maanden duurde, werd Millers artikel grondig bekeken en aan flarden gescheurd. Hij had in feite maar zeven kinderen gevonden die hersenschade van het vaccin hadden gekregen. Tijdens het proces bleek dat drie daarvan voor en na de vaccinatie normaal waren. Drie anderen hadden een virusinfectie gehad en een had het zogeheten syndroom van Reye, dat waarschijnlijk door aspirine wordt veroorzaakt. De bewering dat het kinkhoestvaccin tot epilepsie en geestelijke handicaps kon leiden, bleek onwaar. Dergelijke gevallen uit DPT: Vaccine Roulette traden, zo bleek in 2006, alleen op bij een aangeboren genetische afwijking die het gevolg is van een spontane mutatie bij de conceptie. De ouders hadden begrijpelijkerwijs gedacht dat dit ongelukkige toeval door de vaccinatie kwam. Dat is ze niet te verwijten, maar de media en de activisten die zonder nader onderzoek hun leed gebruikten, valt wel iets te verwijten.
Zachte dwang
Offit geeft ook een voorbeeld van een ernstig probleem met een vaccin waar een energiek ouderpaar (Kathy en John Salamone) terecht actie tegen ondernam, maar dan zonder paniekzaaierij. Dat was het orale poliovaccin ontwikkeld door Sabin. Het werd in de VS op grote schaal gebruikt omdat het eenvoudig en goedkoop kon worden toegediend. (In Nederland gebruikte het RVP het Salk-vaccin.) Er zat een sterk verzwakt maar levend virus in. In één per half miljoen gevallen raakte het gevaccineerde kind daardoor levenslang verlamd.
Tegenwoordig is de antivaccinatiebeweging in de VS geheel losgezongen van de realiteit. Jenny McCarthy dankt haar bekendheid vooral aan haar uiterlijk (ze was ooit Playmate of the Year), en haar motivatie is haar autistische zoontje. Van wetenschap heeft ze geen benul. Ze wordt gesteund door een puissant rijke vader van een autistisch kind, J.B. Handley. Ook andere mensen zonder enige kennis van zaken doen mee, zoals de acteur Jim Carrey en de komiek Bill Maher, die zichzelf apatheïst noemt en bekend is van een satirische film over godsdienst, Religulous. Er zijn ook enkele artsen die in dit circus meedoen, maar die weten geen van alle het fijne van immunologie.
Offit besluit zijn boek met een hoofdstuk waarin hij naar oplossingen zoekt. Die zijn er eigenlijk niet. Veel weerstand tegen vaccinatie is gewoon pure complottheorie, eigenlijk een soort rebellie tegen een gezag zonder gezicht. Eén mogelijkheid is zachte dwang: ongevaccineerden het gebruik van bepaalde voorzieningen ontzeggen, of een vaccinatiebewijs eisen in beroepen waar men veel publiek ontmoet, bijvoorbeeld in de gezondheidszorg. Een gruwelijke mogelijkheid is dat het roer pas drastisch zal worden omgegooid nadat er een grote epidemie is ontstaan. De overheid mag zich best wat meer inspannen om voorlichting over vaccinatie te geven en daarbij meer bevlogenheid tonen.
Ik geef voor enkele ziekten de aantallen gevallen per honderdduizend (gph) en aantallen doden per honderdduizend (dph) van de totale bevolking, zo mogelijk zoals Offit ze in zijn boek vermeldt. Ter vergelijking: griep is 1-10 dph en het verkeer eist ongeveer 5 dph.
Kinkhoest, veroorzaakt door de bacterie Bordetella pertussis. Hoge koorts en ernstige langdurige hoestbuien, waar het kind in kan stikken. Veroorzaakt soms longontsteking, en door zuurstoftekort permanente hersenbeschadiging. Voor de introductie van het vaccin in de VS ongeveer 220 gph en 5 dph. Tegenwoordig is de sterfte 0,01 dph.
Mazelen (morbilli), veroorzaakt door een virus. Hoge koorts, rode vlekjes en niet zelden longontsteking, middenoorontsteking en hersenontsteking. Men kan er ook doof of blind van worden. Voor de invoering van inenting ca. 2000 gph en 0,25 dph. Mazelen is enkele dagen besmettelijk als de patiënt ogenschijnlijk een flinke verkoudheid heeft en de vlekjes nog niet te zien zijn. Zonder inenting loopt men 90 procent kans om ziek te worden als men in de buurt van een zieke is, en met inenting 100 of 200 keer zo weinig.
Bof (parotitis epidemica), ook veroorzaakt door een virus. Opvallendste symptoom is ontsteking van de speekselklier, resulterende in een dikke wang en hals, maar sommige patiënten krijgen hersenvliesontsteking; in ongeveer een op de honderd gevallen is opname in een ziekenhuis noodzakelijk. Bof kan leiden tot permanente doofheid en onvruchtbaarheid.
Difterie, veroorzaakt door een bacterie, Corynebacterium diphteriae, die een soort keelontsteking veroorzaakt waarin men kan stikken. Kinderen gingen er vroeger vaak dood aan (ca. 1900: 15 dph). Een vaccin tegen difterie is al in 1913 ontwikkeld, en al eerder was er een tegengif tegen het gif dat de bacterie afscheidt en dat verantwoordelijk is voor de hersenschade die difterie kan veroorzaken. Tegenwoordig is komt de ziekte bijna niet meer voor. In Nederland is er al twintig jaar geen enkel geval meer.
Kinderverlamming (poliomyelitis), eveneens door een virus veroorzaakt, verliep vroeger ‘zelden’ dodelijk (1 dph) maar in vijftien maal zoveel gevallen bleef de zieke levenslang verlamd.
Rodehond (rubella), veroorzaakt door een virus, verloopt mild. Voor de tijd van inentingen werden er echter jaarlijks grote aantallen (ca. 25 gph) kinderen doof, blind of met een hersenbeschadiging of met een hartdefect geboren doordat de moeder de ziekte tijdens de zwangerschap had opgelopen.
Hib, voluit Haemophilus influenzae type b. Voor 1933 zag men deze aan voor de oorzaak van griep, vandaar de naam. In vroeger tijden was Hib ongeveer even gevaarlijk als polio, vanwege de bloedvergiftiging, long- of hersenvliesontsteking die de infectie kan veroorzaken. Voor de vaccinatie in 1990 begon: 0,5 dph en vijfmaal zoveel gevallen van hersenbeschadiging, epilepsie en doofheid. Na vaccinatie daalde in de VS het aantal gevallen met een factor 400.
Hepatitis B, eveneens een virusziekte, wordt overgedragen door contact met lichaamsvloeistoffen van anderen, zelfs een tandenborstel van een ander gebruiken volstaat. In 1980, toen het vaccin werd ingevoerd, kwamen er veel acute gevallen voor (100 gph, voornamelijk jongeren) en waarschijnlijk wel vijfmaal zoveel chronische gevallen. Van de chronische hepatitislijders sterft uiteindelijk circa veertig procent aan cirrose of leverkanker.
Pneumokok. Deze bacterie (voluit: Streptococcus pneumoniae) is vaak op de huid van mensen te vinden zonder dat deze schade aanricht. Maar soms veroorzaakt hij oorontsteking (1400 gph), longontsteking die ziekenhuisopname noodzakelijk maakt (400 gph), bloedvergiftiging (10 gph) en hersenvliesontsteking (1 gph).
Tetanus. Deze wordt veroorzaakt door de bacterie Clostridium tetani, die op grote schaal voorkomt in de grond en in poep van vele dieren. Tetanus is niet besmettelijk. De bacterie scheidt een zenuwgif af, en vaccinatie heeft als effect dat men antistoffen tegen het gif ontwikkelt. Wie op ‘natuurlijke’ wijze tetanus krijgt, heeft 50 procent kans om dood te gaan. Wereldwijd 0,8 dph alleen al bij baby’s van wie de navelstreng op een onhygiënische manier wordt doorgesneden.
Rota. Dit ingewandsvirus veroorzaakt soms koorts en diarree (320 gph in de VS, waarvan ongeveer 1 op 12 zo ernstig dat ziekenhuisopname nodig is). In de VS gebeurt het maar zelden dat de zieke door uitdroging sterft, maar wereldwijd is dat heel anders (10 dph). Inenting tegen rotavirus zit niet in het Rijksvaccinatieprogramma (RVP), maar wel in het Amerikaanse.