Placebotherapie
Handleiding voor startende ondernemers
door Michael Heap
Bent u aardig en behulpzaam en bereid een leugentje om bestwil te vertellen? Dan kunt u placebotherapeut worden.
Een placebotherapeut, een goedaardig soort kwakzalver, kan mensen helpen die te kampen hebben met diverse medische en psychologische problemen. Als je zorgt dat je klanten niet wegblijven bij de reguliere geneeskunde, kun je veel eer inleggen met de volstrekt bijwerkingsloze methoden die hieronder beschreven worden. Sterker nog, vele patiënten zullen je op handen dragen.
In wat volgt, gaat het er niet in de eerste plaats om hoe je patiënten kunt bedriegen. Het hoofddoel is altijd om het effect van de behandeling zo groot mogelijk te maken.
Geneeskrachtige omgeving
Een gewone spreekkamer is een prima omgeving. Deze moet een ontspannen atmosfeer uitstralen. Zorg voor een gemakkelijke stoel of sofa. Een boekenkast met gewichtige medische boeken is een mooie extra. Leg ook een paar boeken of tijdschriften ergens op een tafel, met als het even kan één die opengeslagen ligt. Daarmee wekt je de indruk dat je een wetenschappelijk artikel aan het lezen bent. Vergeet niet regelmatig te wisselen. Een anatomische wandplaat aan de muur en een model van het menselijk brein op je bureau doen het ook goed. Sommige kwakzalvers hebben ingelijste getuigschriften, al dan niet zelfgemaakt, aan de muur hangen. Verdere parafernalia zijn gepersonaliseerd brief- en aantekenpapier, afsprakenbriefjes, visitekaartjes, mappen voor aantekeningen over patiënten en niet te vergeten een dossierkast met een slot. De vertrouwelijkheid van de patiëntengegevens is een groot goed.
Uiterlijk en gedrag
Je wekt het vertrouwen van de patiënten door uiterlijk en gedrag. Je kunt jezelf gewichtige titels toekennen en ze in Britse stijl met letters achter je naam zetten. Hou je aan de wet en gebruik geen beschermde titels (in Nederland bijvoorbeeld doctor of arts) als je daar geen recht op hebt. Als man draag je nette kleren (jasje, dasje) en als vrouw iets elegants maar ingetogens. Hier en daar iets extra’s zoals een vlinderdas óf een pochet kan wel, maar je moet het niet overdrijven. Je kunt natuurlijk ook een witte jas aantrekken om de suggestie te wekken dat je gewone kleren beschermd moeten worden tegen wat er kan gebeuren tijdens werktijd. Zorg er wel voor dat de jas brandschoon is.
Wat gedrag betreft, moet je tegelijk gezag en bezorgdheid voor de patiënt uitstralen. Het is lonend om enigszins verontschuldigend over te komen. Patiënten houden niet van te opschepperig gedrag. Maar er is nog een reden. Veel patiënten zijn wat verlegen en generen zich om de kostbare tijd van de dokter te verknoeien (hoewel ze daar natuurlijk wel voor betalen). Als je dan suggereert dat je je extra voor ze wilt inspannen, maak je van die zorgen gebruik. De patiënt zal zich meer inzetten voor de behandeling en als die niet slaagt ook meer vergevingsgezind zijn.
Kennismaken
Je moet de eerste afspraak in alle gevallen helemaal besteden aan een grondige bepreking van het probleem en het hele leven van de patiënt. Dat kost zeker anderhalf uur. Vraag naar de vroege jeugd, opvoeding, onderwijs, huwelijk, kinderen, hobby’s en wat de patiënt daar voor gevoel bij had of heeft, en of er ook problemen waren (pesten op school bijvoorbeeld). Ook de hele medische geschiedenis met inbegrip van psychische problemen en relevante levensstijl (eten, drank, roken, drugs) moet de revue passeren. Het probleem waar het om gaat, moet flink worden uitgediept: geschiedenis, ernst, en of er variatie is en waardoor. Als de patiënt bij dit alles emotioneel wordt, toon dan veel begrip en geef voldoende tijd voor het luchten van emoties. Dat verstevigt de band tussen patiënt en therapeut. Geef blijken van herkenning bij alles wat de patiënt over zijn of haar toestand vertelt en schrijf het allemaal op.
Je kunt nog wat simpele getallen verzamelen door de patiënt te wegen en diens lengte te meten. Zorg dat er een tabel of grafiek is die het verband tussen lengte en gewicht aangeeft. Voel ook de pols, inspecteer de tong, ‘om te kijken of de kleur wel goed is’ en onderzoek de vingernagels.
Behandeling
Er zijn veel placebobehandelingen en ik geef de elementen waar die zoal uit kunnen bestaan. In de eerste plaats is er natuurlijk de placebopil, -poeder, -drank of wat dan ook. Je moet de patiënt uitleggen dat het middel speciaal voor hem of haar is uitgekozen op basis van het kennismakingsgesprek en de theorie achter jouw methode. Het spul zelf moet uiteraard volmaakt onschadelijk zijn. Je kunt ook iets met een geurtje gebruiken dat de patiënt moet inademen.
Er is veel onderzoek gedaan naar de invloed van grootte, vorm en kleur van pillen en capsules, maar de meeste behandelaars zijn niet in de gelegenheid om daar effectief gebruik van te maken. Je kunt vitaminepillen (met lage dosering) nemen, onschuldige kruiden of homeopathische middelen. Mochten er toch bijwerkingen bekend zijn, stel de patiënt daar dan van op de hoogte. Als aanbeveling kun je zeggen: ‘Dit medicijn is speciaal voor u uitgekozen om te helpen bij […]. Een van de voornaamste bestanddelen is […]. Neem er dagelijks een bij het ontbijt en bij het slapen gaan, gedurende tien weken.’ Zorg dat deze instructies ook op papier staan en zet er ‘zeer belangrijk’ boven.
Vloeibare middelen kunnen gewoon kraanwater zijn, maar een kleurtje (wat vruchtensap) is geen slecht idee. Vertel de patiënt dat je het water hebt voorzien van de juiste trillingsfrequenties die in resonantie zijn met het zelfgenezend vermogen, bla bla bla. Doe dat instralen ook echt zelf, zodat je niet staat te liegen.
Naast ‘medicijnen’ kun je ook een ontspanningsoefening aanbieden, die je in verband brengt met de theorie achter je geneesmethode: ‘Als je dit doet, zul je de blokkades in jezelf voelen wegsmelten.’ Zo’n oefening moet eenvoudig zijn, zodat de patiënt hem probleemloos iedere dag kan doen. Een goede techniek is rustig ademhalen, waarbij de patiënt zich concentreert op de ritmische bewegingen van de ademhaling. De patiënten kunnen tevens hun verbeelding laten werken door zich voor te stellen hoe de ontspanning door hun lichaam vloeit of door te denken aan een veilige, rustige plek, een mooie tuin, met geurige bloemen en dergelijke. Rustige achtergrondmuziek, wierook of geurkaarsen kunnen daarbij ook goede diensten bewijzen.
Doelgerichte visualisaties worden door veel patiënten op prijs gesteld. Vertel de patiënt dat jullie je beiden gaan richten op het probleem. De patiënt moet zich daar een concrete voorstelling van maken. Dat mag in de vorm van een metaforisch beeld, bijvoorbeeld een donkere wolk wanneer iemand last heeft van een depressie. Vervolgens stelt de patiënt zich voor hoe de genezing plaatsvindt. De patiënt kan zich bijvoorbeeld een beeld vormen van een orgaan dat weer helemaal gezond is of van een tumor die slinkt of wordt aangevallen door immuuncellen. Spreek zelf ook zulke suggesties uit.
Handoplegging in de een of andere vorm wordt sterk aanbevolen. Je moet wel goed uitleggen waarom zo’n vorm van (bijna-)contact nodig is en je moet zorgen dat de patiënt zich er prettig bij voelt. Door dit vooraf te bespreken maak je tevens duidelijk dat je heel voorzichtig omgaat met de gevoelens van je patiënten. Om misverstanden uit te sluiten, kun je het contact beperken tot hoofd, schouders, handen of voeten. Ga bijvoorbeeld achter de patiënt staan terwijl die in een makkelijke stoel zit, en steun diens hoofd met je handen. Vraag de patiënt om het hoofd helemaal op je handen te laten rusten. Gebruik dan bovenvermelde methode inclusief de visualisatie van genezing.
Handoplegging en dergelijke is al heel oud. Het legitimeert een zekere mate van intiem, fysiek contact die niet bedreigend is en die het effect van de behandeling kan versterken, vooral als de klacht een emotionele component heeft. Sommige behandelaars leggen kristallen, stenen of klankschalen op de patiënt, waarbij wat uitleg kan worden gegeven over heilzame vibraties.
Schedelmassage kan als aanvullende of vervangende techniek worden gebruikt. Wrijf in kringen over de schedel van de patiënt en zeg dat je blokkerende negatieve energie verwijdert. Diep en hoorbaar ademen en in trance gaan (of doen alsof) en dan genezende suggesties uiten, maakt vaak een enorme indruk. Zeg ook af en toe: ‘Hoe voelt dat?’ Een andere techniek is dat je met de hand langs het lichaam strijkt (zonder het aan te raken) om de negatieve energie te verwijderen of de aura glad te schrijken. Schud de energieresten van je handen alsof het waterdruppels zijn.
Het kan nuttig zijn om een apparaat aan te schaffen dat er geavanceerd en wetenschappelijk uitziet. Zo zijn er commerciële biofeedback-toestellen die de huidweerstand meten (hoge weerstand = droge huid = ontspanning) en waarbij de patiënt zelf de graad van ontspanning kan volgen. Desgewenst kun je ook zeggen dat de meter aangeeft dat het prima gaat, zonder dat de patiënt het kan zien.
Druk patiënten altijd op het hart dat ze gezonder moeten gaan leven om het beste uit de behandeling te halen. Je moet zo nodig theoretisch kunnen verklaren hoe negatieve energieën of toxines (een geleerd woord voor gifstoffen) uit het lijf kunnen worden verwijderd. Als je een goede band met de patiënt hebt opgebouwd, zul je verbaasd zijn hoe gemakkelijk je adviezen worden geaccepteerd. Aanraders zijn: gezond eten; meer bewegen; minder of niet meer roken; niet te veel alcohol, meer tijd voor jezelf nemen en voor dagelijkse ontspanning.
Patiënten die deze adviezen opvolgen, hebben daar profijt van en zullen denken dat het aan je behandeling te danken is. Wie de adviezen niet opvolgt, zal geneigd zijn het eventueel mislukken van de behandeling aan zichzelf te wijten.
Hoe lang duurt de behandeling? Ik adviseer om een vast aantal behandelingen te geven, ergens tussen de vier en tien keer, eens per week. Zeg tegen de patiënten dat het herstel daarna nog door zal gaan, maar dat ze altijd kunnen terugkomen als ze denken daar baat bij te hebben. Als de patiënt terugkomt, dan mag je concluderen dat hij vertrouwen in je heeft. Mocht je hem niet terugzien, dan kun je veronderstellen dat hij genezen is. Het is een win-winsituatie.
Uiteraard zullen er ook patiënten zijn die helemaal niet opknappen, maar dan treedt een psychologisch mechanisme in werking. De patiënten beseffen dat ze op eigen risico een niet-erkende therapeut hebben uitgezocht. Als dat niks oplevert, kunnen ze alleen zichzelf verwijten dat ze geen betere behandelaar hebben gezocht. Dat vinden ze geen prettig gevoel en daarom zeggen ze liever: ‘het was de moeite van het proberen waard’, ‘de dokter was heel aardig’, ‘hij deed zijn best’, en ‘ik weet zeker dat hij veel mensen geholpen heeft’. Als mensen door hun reguliere arts worden behandeld, zijn ze eerder geneigd om zich over het effect te beklagen: ‘die rotpillen van de dokter deden niks!’.
In de hele zorgsector (regulier en alternatief) gebruikt men vaak een speciale terminologie om de eigen status te beschermen in geval van mislukking. Men zegt niet: ‘de behandeling werkte niet’, maar: ‘de conditie van de patiënt was hardnekkig, resistent, onbehandelbaar, te chronisch, te acuut, atypisch enzovoorts’, of ‘de verbetering komt nog’, of ‘er is geen verdere achteruitgang’. ‘U had eerder moeten komen’ doet het ook altijd goed, en bij psychische problemen was de patiënt nog niet klaar voor de behandeling.
Uitleg over de behandeling
Betoog bij voorkeur dat je methode is gebaseerd op oeroude principes of tradities uit een ver land, die je combineert met de modernste wetenschappelijke inzichten. Een traditionele oosterse methode is uiteraard veel attractiever dan een uit de lage landen. Het lijkt misschien wat oneerlijk om de indruk te wekken dat een zelfbedachte therapie oude wortels in het Oosten heeft, maar je zult verbaasd zijn hoeveel ideeën met enig recht oosters en oud kunnen worden genoemd.
De termen ‘natuurlijk’ en ‘holistisch’ zijn zeer bruikbaar. Je kunt ook spreken over ‘healing’ of ‘helen’, dat een veel bredere betekenis heeft dan genezen. Het kan onder meer betekenen dat de patiënt de ziekte accepteert, daar beter mee om leert gaat, beter tegen het leven opgewassen is, minder klachten rapporteert en zich gelukkiger voelt. Gebruik frasen zoals ‘ik behandel de hele mens’. Zeg dat op een kalme en geruststellende wijze, met een glimlachje en een knikje met het hoofd. In welk opzicht de klant beter wordt, moet je vaag houden.
Noem je behandeling niet ‘alternatief’ maar liever ‘complementair’, want het zou onethisch zijn om te suggereren dat je patiënten de reguliere geneeskunde niet meer nodig hebben. Wek nooit de indruk dat ze met hun reguliere behandeling mogen stoppen. Je kunt ze alleen wat extra’s bieden. De laatste jaren wordt er steeds vaker gesproken over een ‘integrale’ benadering. Dat klinkt nog beter dan ‘complementair’. Zet je niet af tegen de wetenschappelijke geneeskunde, maar vertel dat je methode nog in onderzoek is: ‘de wetenschap weet nog niet precies waarom dit werkt’, of ‘we beginnen nu pas te ontdekken hoe het werkt’. Dat is niet onwaar als je het over het placebo-effect hebt.
Wetenschappelijk klinkende begrippen als negatieve energie, blokkades, subtiele trillingen en resonantie blijken in de praktijk zeer bruikbaar te zijn om de patiënt een beeld te geven van wat er mis is en wat de behandeling daaraan kan doen. Je kunt ook zeggen dat je toxines uit het lichaam elimineert, het immuunsysteem versterkt, de productie van endorfinen of serotonine bevordert en de biodynamische resonantie in balans brengt (die laatste heb ik zojuist zelf bedacht). Het idee dat ziekte veroorzaakt wordt doordat een of andere subtiele vloeistof of de levenskracht (nog zo’n nuttig woord) in zijn natuurlijke stroming wordt tegengehouden, is nog alomtegenwoordig. In de reguliere geneeskunde heeft men trouwens ook regelmatig met soortgelijke problemen te maken, bijvoorbeeld als darmen, luchtwegen of bloedvaten verstopt zijn geraakt.
Een gouwe ouwe is ‘Mogelijk zul je merken dat het eerst nog een tijdje slechter gaat, voordat de verbetering begint.’ Deze wijsheid is afkomstig van de homeopaten, die er een prachtig Duits woord voor hebben, ‘Erstverschlimmerung’. Ook andere genezers zijn hier inmiddels van op de hoogte. Op deze wijze wordt elke verandering die de patiënt ondergaat een bewijs van werkzaamheid van de behandeling. Het is dat de bedenker (Hahnemann) allang dood is, maar anders had hij de Nobelprijs voor kwakzalverij verdiend, alleen al hiervoor.
Je behandeling moet een mooie naam hebben. Begin met een bijvoeglijk naamwoord zoals positief, dynamisch, biodynamisch, magnetisch, biomagnetisch, natuurlijk, holistisch, bio-energetisch, morfisch, morfogenetisch, isometrisch, alfa- , omega- of quantum (met een q, want kwantum behoort tot de echte wetenschap). Combineer dit met een zelfstandig naamwoord zoals energie, balans, resonantie, feedback, frequentie, en dan ten slotte iets van therapie of methode erachter. Je kunt natuurlijk ook zelf een woord bedenken: biokinesthetica of qiqingtherapie.
Sommige kwakbehandelingen zijn vernoemd naar de bedenker, maar doe dat niet wanneer je naam te gewoontjes klinkt of verkeerde associaties wekt. Dus wel Bachremedies, maar liever geen Beukermethode. Wat vind je van An-Wei-Ji therapie? An wei ji is Chinees voor placebo (‘troost dosis’), dan ben je eerlijk met nog een snufje oosterse mystiek.
Als mensen je komen raadplegen, pardon consulteren, dan ben je natuurlijk niet zomaar een homeoloog, nee, je bent een consultatief homeoloog, of nog beter een senior homeologisch consultant. Op dit punt is elke bescheidenheid misplaatst.
Welke klachten?
Verscheidene klachten kunnen met een goed opgezette placebotherapie succesvol worden behandeld. Vele daarvan hebben een aanzienlijke psychologische component. Men noemt ze soms ‘psychosomatisch’, al is deze term nu niet meer zo populair en lijkt het verstandig om woorden die met ‘psych’ beginnen te vermijden in het contact met de patiënt. Mogelijk heeft de patiënt meer last van de klachten wanneer hij gestrest is. De symptomen kunnen dan erger worden of de patiënt kan er minder goed mee omgaan en maakt er zich meer zorgen over. Om deze en andere redenen zijn de klachten variabel. Ze worden soms erger en nemen daarna weer af. Daar kun je je voordeel mee doen, want de patiënt komt vaak op het dieptepunt naar je toe. Er is dan alle kans dat het vanzelf weer de goede kant opgaat nadat de behandeling is begonnen. Het is vrijwel zeker dat de patiënt dit dan aan jouw behandeling zal toeschrijven. Daar komt bij dat veel aandoeningen een natuurlijk verloop hebben, waarbij de patiënt hoe dan ook na een tijdje beter is. Dit is heel duidelijk het geval bij onschuldige infecties zoals een verkoudheid.
Los van het bovenstaande heb je goede kans op bevredigende resultaten bij de volgende aandoeningen: migraine, spanningshoofdpijn, huidklachten zoals eczeem en psoriasis, astma (pas op dat je de patiënt niet aanpraat met zijn of haar inhalatiemedicijnen te stoppen), prikkelbaredarmsyndroom, oorsuizen of -fluiten, pijn in het algemeen (bijvoorbeeld ten gevolge van artritis), slapeloosheid, milde depressie, chronische vermoeidheid (ook wel CVS of ME genoemd), hoge bloeddruk, maagzweren en onvruchtbaarheid. Patiënten die willen afvallen of die willen stoppen met roken, kun je een daarop aangepaste behandeling geven.
Bij al deze problemen kun je de patiënt voorhouden dat er kans is op een aanzienlijke verbetering of misschien zelfs een volledige genezing. Het zou daarentegen onethisch zijn om dingen als kaalheid of slechtziendheid te gaan behandelen, want die verdwijnen niet vanzelf. Veel kwakzalvers bieden ook behandeling aan in geval van kanker, diabetes en hartklachten. Dat vind je misschien onethisch. Maar als je in de verleiding komt om kankerpatiënten te gaan helpen, moet je maar bedenken dat tegenwoordig alle aanvullende behandelingen waardering krijgen, mits de patiënt niet wordt overgehaald de conventionele (dus de bewezen effectieve) behandeling te staken. Dat heeft niets te maken met de medische aard van kanker, maar daar hoeven kwakzalvers zich niet druk om te maken. De sociologie van kanker maakt dat een enorme verscheidenheid aan industrieën, organisaties en personen er een graantje van mee kunnen pikken.
Meer ethiek
Hoewel je slechts een placebo aanbiedt, hoor je je te houden aan de hoogste ethische standaarden. Het welzijn en de waardigheid van de patiënt moet voor jou altijd op de eerste plaats komen. Je mag nooit, maar dan ook nooit, door je handelingen of opdrachten of aanbevelingen hun welzijn schaden. Heel belangrijk is dat je de reguliere behandeling die ze tegelijk krijgen, niet doorkruist of hindert. Dat is niet alleen gevaarlijk, maar het schaadt ook het succes van je eigen behandeling. Als je verhalen hoort van iemand die door een niet-reguliere behandeling genas, wordt er zelden bij verteld dat de betrokkene meestal tegelijk bij een gewone dokter onder behandeling was.
Ik noemde al dat je je als een echte professional moet gedragen en geen ongepaste familiariteit met de patiënt moet suggereren. Je moet alles wat de patiënten tegen je zeggen en alle documenten over hen met de grootste vertrouwelijkheid behandelen. Je moet de gegevens over hen goed, duidelijk en volledig bijhouden. Dat is heel belangrijk.
Stel de huisarts van je patiënt ervan op de hoogte dat je zijn of haar patiënt behandelt, tenzij de patiënt hier bezwaar tegen maakt. Vat de klacht en de behandeling samen, en als de behandeling afgerond is, vat dan het resultaat samen. Vele kwakzalvers weten dat dit hun reputatie verhoogt, en je hebt zelfs een kans dat de dokter je aanbeveelt bij patiënten die hem vragen of hij een betrouwbare genezer kent die een aanvullende behandeling kan geven.
Het bovenstaande suggereert misschien dat de behandelaar een tikje oneerlijk is – net als de rest van de geneeskunde, al dan niet complementair. Maar vergeleken met de geraffineerde reclamemaker die schatten verdient aan zijn farmaceutische klanten, is een lieve jonge meid die enthousiast in de voeten van haar klanten knijpt in het oprechte geloof dat ze aan hun organen ‘werkt’ reuze braaf, en hetzelfde geldt voor therapeuten die magische krachten toeschrijven aan ingestraald water. Je moet goed beseffen dat een ‘leugentje om bestwil’ niet wordt verteld om jezelf te promoten, maar om het vertrouwen van je patiënten in je behandeling te vergroten. Een gewone dokter vertelt ook liever aan haar patiënt dat die een goede kans heeft om beter te worden, dan dat de laatste drie patiënten die ze voor deze klacht behandelde alleen maar verder achteruit zijn gegaan. En als ze een specialist aanbeveelt, zal ze liever zeggen dat die een goede reputatie heeft dan dat zijn resultaten pover zijn.
Bedrijfsvoering
Als je in zaken wilt blijven, moet je natuurlijk zorgen voor publiciteit. Daar ga ik niet al te diep op in, want dat is een kwestie van zakelijk instinct, niet van placebobehandeling. De plaatselijke pers kan je goed helpen. Soms is het mogelijk om tegen betaling een artikel geplaatst te krijgen waarin reclame wordt gemaakt voor je praktijk, terwijl het er uitziet alsof de redactie het heeft geschreven. Veel kranten en tijdschriften willen echter maar al te graag verslag doen van nieuwe en geheimzinnige behandelmethoden, zoals een verhaal over een complementair therapeut die slapeloosheid behandelt met Indiase hoofdmassage, met Hopi oorkaarsen, kristallen, homeopathie, kruiden, reflexologie, acupunctuur of regressietherapie. Dat is stukken interessanter dan een huisarts die temazepam voorschrijft. Allerlei gratis advertentieblaadjes staan ook vol met kwakzalverij, daar kan de jouwe nog wel bij.
Zorg dat je een aantal positieve getuigschriften van patiënten loskrijgt. Je zult ontdekken dat je die niet zelf hoeft te bedenken. Vergeet niet om toestemming te vragen voordat je ze gebruikt in je folders en op je website.
Het kan een goede strategie zijn om samen met enkele collega’s een locatie te huren. Je kunt dan samen adverteren en je onderneming aanprijzen als een holistisch centrum of een kliniek voor natuurlijke geneeskunst. Het maakt niet uit als je collega’s hele andere methoden en theorieën gebruiken, want het vult elkaar allemaal aan en kan worden afgestemd op de behoeften van de patiënt.
Laatste tip: volg wat beginnerscursussen in diverse onorthodoxe behandelmethoden, bijvoorbeeld hypnose, reflexologie, Emotional Freedom Techniques, reiki, klankschalen, kleurentherapie en aromatherapie. Je kunt daar nuttige technieken uit opdoen die je in je eigen behandeling kunt inbouwen.
Voorwaarts!
Je moet hoe dan ook niet je gewone betrekking opgeven voordat je een bloeiende eigen zaak hebt, maar als het eenmaal zover is, zul je snel ontdekken dat het veel winstgevender is om anderen in jouw methode op te leiden. Reken maar uit. Als je voor vijftien mensen een weekendworkshop organiseert die 500 euro per persoon kost, dan levert dat na aftrek van de onkosten duizenden euro’s meer op dan je in dezelfde tijd aan consulten kunt verdienen. Door cursussen te geven verhoog je bovendien de status van je behandeling en kun je een netwerk creëren van therapeuten die jouw methode toepassen.
Het kost natuurlijk nogal wat in het begin, zodat het nodig kan zijn om enkele partners of medewerkers te vinden die je gratis kunt onderrichten in je therapie. Zie je bedrijf als een vliegtuig: dat moet ook eerst wat vaart maken voor het kan opstijgen.
Als je anderen gaat trainen heb je een organisatie nodig met een fraaie naam. Wat vind je van: Vereniging voor Holistische Homeologie (VHH), Genootschap van Biomorfische Genezers (GBG) en het Instituut voor Curatieve Acutherapeuten (ICA). (1) Ik heb deze namen zojuist zelf bedacht. Je kunt er ook nog Nederlands, Europees of Internationaal voor zetten, daar wordt het indrukwekkender van.
Het publiek weet al dat beroepsgroepen zoals verpleegkundigen en fysiotherapeuten ‘geregistreerd’ zijn (voor de officieel geregistreerde beroepen in Nederland zie: www.bigregister.nl ). Dus benadruk in je reclame dat al jouw therapeuten geregistreerd zijn (ze staan in jouw register). Zo word je zelf ook een geregistreerde therapeut, wat zeg ik: een erkend geregistreerd en gediplomeerd therapeut!
Als je eenmaal een organisatie hebt, kun je adverteren met je eigen erkende opleidingen, die leiden tot (door jou) erkende diploma’s. Let op het meervoud. Je begint met één cursus, die een diploma geeft en het recht om bijvoorbeeld de letters LAL achter de naam te zetten (Licentiaat Agogische Lichttherapie). Daarna kun je vervolgcursussen (uiteraard met eigen diploma’s) aanbieden en gespecialiseerde workshops in bijvoorbeeld Lichttherapie voor Kinderen en Lichttherapie bij Pijn.
Degenen die je op je cursussen wilt krijgen, zijn andere kwakkers (die over jouw cursus lezen in een of ander gezondheidsblad), verder personen uit de zorgsector zoals verpleegkundigen, bezigheidstherapeuten en iedereen die wat wil bijverdienen of die erover denkt van baan te veranderen. Voorbeelden zijn teleurgestelde leerkrachten, failliete ondernemers, huisvrouwen die zich vervelen, noem maar op. Het is bovendien niet ongebruikelijk dat iedereen die met ‘succes’ door een kwakzalver is behandeld, vervolgens anderen wil helpen met dezelfde methode.
Selecteer zo mogelijk een kleine kerngroep van opleiders die zich mogen afficheren als sterren in jouw methode. Als stichter ben je zelf natuurlijk ook een beroemdheid binnen je eigen organisatie. Misschien word je geen internationaal bedrijf, maar sprekers of docenten die uit een ver buitenland zijn gekomen om bij jou op te treden, doen het altijd heel goed: ‘Een unieke gelegenheid om te trainen onder leiding van een van de meest vooraanstaande autoriteiten op het gebied van Biomorfische Kristal Genezing.’
Nog een meesterlijke truc: je moet je training niet geven in een hotel of conferentieoord, maar in een ziekenhuis, medische faculteit of instelling voor hoger onderwijs. De meeste universiteiten hebben het allang opgegeven om uit te stralen dat ze centra van geleerdheid zijn. Ze moeten sappelen voor elke cent en ze verhuren graag hun ruimtes aan eenieder die betaalt. Dat geeft jouw club natuurlijk toch nog wat extra gewicht. Als het je ethisch gezien niet te ver gaat, kun je de instelling die je het cursuszaaltje verhuurde, vermelden op het certificaat dat de cursisten na afloop ontvangen. Je zou er bijvoorbeeld op kunnen zetten ‘seminar aan de Universiteit van Zusofzo’, zodat je cursisten de indruk kunnen wekken dat ze universitair zijn opgeleid. Een alternatief is dat je de modaliteit van ‘leren op afstand’ kiest (dus een pak drukwerk en een formulier met examenvragen waarop ze de antwoorden op hun gemak thuis kunnen invullen).
Soms worden opleidingsactiviteiten door een aparte afdeling van de desbetreffende organisatie verzorgd, die dan natuurlijk School, Academie of Instituut heet, bijvoorbeeld de International Institute of Applied Morphobionics (een internationaal instituut heeft uiteraard een buitenlandse naam) of de Academie voor An Wei Jin Geneeskunde. De namen scheppen een weids beeld van grote collegezalen, bibliotheken of laboratoria, hoewel het in werkelijkheid eerder een gehuurd kantoor, een rijtjeshuis of slechts een postbus is. Vrees niet: vele succesvolle kwakkers hebben geen enkele last gehad van de nederige werkelijkheid. En wie weet, misschien schop je het ooit nog tot een echt ziekenhuis, zoals de homeopaten.
Je organisatie moet natuurlijk een nieuwsbrief hebben en een tijdschrift waarin de leden onder andere over hun klinische werk kunnen schrijven. Andere activiteiten zijn het organiseren van een beroepsverzekering voor de leden, het stichten van plaatselijke afdelingen en een jaarcongres.
Dit soort dingen doe je natuurlijk pas als je het echt gemaakt hebt. Maar in dat geval heb je dit soort van kenmerken van legitimiteit en gezag wel nodig om je onderneming uit te breiden of in stand te houden. Als je club eenmaal een behoorlijk inkomen verschaft aan een voldoende groot aantal personen zit je gebeiteld. ‘Maar dat kan toch niet’, zul je zeggen, ‘als je niks effectievers dan een placebo te bieden hebt?’ Geloof me, dat kan best.
Ik zou nog een laatste suggestie willen doen. Het zou dapper en buitengewoon eerlijk zijn om je methode gewoon openlijk ‘Placebotherapie’ te noemen, en je club de Nederlandse Vereniging van Placebo Therapeuten (NVPT). Volgens mij zou dat moeten werken. Ik ben minder optimistisch over de NVKT (die de Kwaktherapie bedrijft).
Noot
1. De naam ICA (International Chiropractors Association) is overigens al vergeven.
Een eerdere versie van dit artikel verscheen in de Skeptical Intelligencer, vol 8, 2005, 18-25.