Gekruide leugentjes
Advertenties voor geneeskrachtige kruiden
door Marie Prins
Een betere gezondheid, betere seks, een langer leven. Allemaal binnen handbereik voor wie de juiste kruiden slikt — ten minste als we de advertenties moeten geloven. Maar dat hoeft natuurlijk niet.
Voedingssupplementen zijn stoffen die tussen medicijnen en voedingsstoffen in liggen. Voor de wet zijn het overigens voedingsstoffen en vallen ze onder de Warenwet. Dikwijls worden ze aanbevolen in termen die erg op medische termen lijken zoals: ‘Goed voor de doorbloeding’. (Volgens de Keuringsraad Aanprijzing Gezondheidsproducten (KAG) is dit laatste geen medische claim, maar een ‘gezondheidsaanprijzing’.) In de regel worden ze ook als pillen, poeders, of drankjes verkocht. Het zijn geen vrij verkrijgbare geneesmiddelen zoals bijvoorbeeld paracetamol of Maalox. In dat laatste geval vindt u namelijk de letters RVG gevolgd door een nummer op de verpakking.
Voor erkende geneesmiddelen mogen uiteraard echte medische claims worden gemaakt bij deze geneesmiddelen worden natuurlijk ook de tegenindicaties en de bijverschijnselen vermeld.
Niets van dit alles bij voedingssupplementen. Men krijgt dikwijls de indruk dat het een soort haarlemmerolie is: in verdekte bewoordingen wordt gesuggereerd dat het (bijna) overal goed voor is. Zo wordt van een kruidenmengsel beweerd dat het goed is voor de doorbloeding, de gevoeligheid van de spieren, de stofwisseling, de afvoer van afvalstoffen en de smering van gewrichten.
Dit terwijl kruidenmengsels nooit zijn uitgeprobeerd op dier of mens en het mengsel waarvan hier sprake is bovendien nog twee of drie kruiden bevatte die niets nuttigs doen terwijl één kruid, Solanum dulcamara, een allergische reactie kan oproepen.
Bij het aanprijzen van voedingsupplementen wordt vaak gebruik gemaakt van wetenschappelijke resultaten. Deze worden al dan niet opzettelijk óf verkeerd geïnterpreteerd óf zodanig herschreven dat het oorspronkelijke werk niet meer herkenbaar is. Een schoolvoorbeeld is haaienkraakbeenpoeder. In het kraakbeen van gewervelde dieren zitten stoffen die, indien ze bij muizen geïnjecteerd worden, een bepaald soort tumor kan helpen verwijderen. Het onderzoek hiernaar loopt al dertig jaar, en op een gegeven moment werd hierbij overgestapt van kalfskraakbeen naar haaienkraakbeen omdat dit beter beschikbaar was; níét omdat haaienkraakbeen bepaalde eigenschappen had welke het geschikter maakte dan kalfskraakbeen. Niet lang daarna werd haaienkraakbeenpoeder verkocht zowel ter voorkoming als ter genezing van alle soorten kanker bij mensen. Inspuiten was niet nodig; men kon het gewoon slikken.
De redenering luidde dat haaien a) een skelet hebben dat volledig uit kraakbeen bestaat en b) nooit kanker krijgen en dat daarom c) het eten van haaienkraakbeenpoeder deze ziekte voorkomt en geneest. Van de oorspronkelijke gedachte achter het medisch onderzoek was geen spoor meer te bekennen maar het werd in de populaire literatuur wel aangehaald. Jammer genoeg krijgen haaien wel degelijk kanker. (Zie Skepter, juni 1997.)
Slapend slank
De verkoop van vermageringskuren vormt een rijke bron van inkomsten voor handelaren in supplementen. De advertenties hiervoor staan niet alleen in roddel-, dames- en huis-aan-huisbladen maar zelfs in respectabele kranten als NRC Handelsblad, Trouw, Het Parool, de Volkskrant en het Algemeen Dagblad (1). In sommige landen wordt vermageren beschouwd als een verandering in de lichamelijke gesteldheid en vallen vermageringsmiddelen daarom onder geneesmiddelen. Voedingssupplementen mogen daar niet als vermageringsmiddel worden aangeprezen (al gebeurt dat bijvoorbeeld in Duitsland toch nog regelmatig). In Nederland is dit echter gewoon toegestaan.
Wie wil vermageren moet minder eten en meer bewegen (dat laatste om te voorkomen dat het lichaam spiereiwitten als energiebron gaat aanspreken). Eetlustonderdrukkers zijn alleen op recept verkrijgbaar want ze vertonen vaak gevaarlijke bijwerkingen. Kwakzalvers prijzen vaak laxeer- en plasmiddelen als vermageringsmiddelen aan. Andere stoffen die regelmatig terugkeren worden, vreemd genoeg, ook gebruikt door bodybuilders om de spiermassa te vergroten, onder meer chroompicolinaat, arginine en ornithine.
Het valt zeer te betwijfelen of deze middelen het door bodybuilders gewenste effect hebben. L-arginine en L-ornithine worden in de geneeskunde gebruikt (maar dan wel door middel van injecties in veel grotere hoeveelheden) om verlies van spiermassa bij ziekte of verwonding te herstellen. Dat is dus het tegenovergestelde van een vermageringskuur. Misschien willen de producenten daarmee verlies van spiermassa tegengaan bij klanten die niet extra bewegen (al zullen ze nooit zeggen dat ze iets hebben bedacht om luierende klanten te gerieven).
Met een beetje meer fantasie is een andere reden te bedenken: de nieuwe spieren worden gevormd… door afbraak van vetweefsel. Een ander beweert dat arginine de stofwisseling verjongt (wat dat ook moge betekenen). In weer andere advertenties wordt beweert dat arginine en ornithine werkzaam zijn tijdens de slaap. (In de tweede helft van 1998 stond in kwartpaginagrote advertenties in vele Nederlandse dagbladen te lezen: ‘Slank terwijl u slaapt’.)
Het gebeurt nogal eens dat vol trots melding wordt gemaakt van indrukwekkende resultaten in vitro (in het laboratorium). Zulke experimenten moeten natuurlijk gevolgd worden door dierproeven en uiteindelijk ook tests op mensen voordat er iets met zekerheid gezegd kan worden. Een voorbeeld is chitosan, een stof die onder andere gewonnen wordt uit de schalen van garnalen, krabben en kreeften. Chitosan absorbeert vetten en er bestaat een flink aantal praktische toepassingen voor deze eigenschap, maar vermagering hoort daar niet bij. Het vet wordt na opname door chitosan alsnog door de spijsvertering opgenomen. (2) Mensen die allergisch zijn voor schaaldieren kunnen uiteraard geen chitosan gebruiken. En dan maar hopen dat dit op de verpakking staat.>
‘Vetsplitsend’
Een ander product dat veel gebruikt wordt zijn blauw-groene algen, met name spirulina. Deze plantjes zijn een hoogwaardige, eiwitrijke plantaardige voeding. (Men heeft lang gedacht dat dit de enige plant was die vitamine B12 bevatte, maar ze wordt druk bezocht door insecten en die worden weer graag gegeten door vogels en men vermoedt nu dat de vitamine van stukjes insect en vogelpoep komt.) Spirulina wordt in gebieden waar een voedseltekort heerst gebruikt als probaat middel tegen ondervoeding.
Spirulina wordt ook aangeprezen als middel om gewicht te verliezen omdat het fenylalanine bevat, een stof die de eetlust zou onderdrukken. Hiervoor bestaat geen enkel bewijs. Anderen beweren op hun beurt dat spirulina het bloedsuikergehalte verhoogt en zo het hongergevoel onderdrukt. (Blijkbaar gebeurt dat niet bij slachtoffers van een hongersnood.) Verder zou spirulina helpen tegen suikerziekte, geelzucht, staar, maagzweren en kaalheid. (De firma die dit beweerde kreeg een boete van bijna een kwart miljoen dollar voor de kiezen; nog steeds slechts een fractie van de winst.)
Is thee een voedingssupplement? Dat hangt er van af waarom het gedronken wordt. Iedereen weet dat thee een licht opwekkend effect heeft en velen weten dat het licht diuretisch is (je gaat er meer van plassen). Volgens diverse kwakzalvers zijn groene en rode thee fantastische afslankmiddelen. Rode thee is afkomstig uit de Chinese provincie Yunnan en wordt verkocht onder de naam Pu-Ehr naar het stadje dat vanouds in de productie hiervan was gespecialiseerd. De thee is half gefermenteerd, in tegenstelling tot groene thee, die ongefermenteerd is.
Volgens verschillende adverteerders is deze rode thee een echte vetvreter: ‘Vetkussentjes verdwijnen als sneeuw voor de zon.’ Een concurrerende firma beweert dat Pu-Ehr ‘vetsplitsend’ is. Weer een ander beweert dat het een complexe substantie bevat die zich in de ingewanden met vet verbindt tot een onverteerbare stof. Een mogelijke basis voor deze verhalen is dat de Chinezen Pu-Ehr bij voorkeur drinken na het eten van een zware maaltijd.
Groene thee bevat polyfenolen, stoffen die kanker kunnen tegengaan (in hoeverre deze relevant zijn voor de mens is onduidelijk), maar deze eigenschap is nog niet tot de advertenties doorgedrongen. Daarin worden polyfenolen geprezen omdat ze de vitaliteit zouden verhogen en de vetverbranding stimuleren (waardoor u vermagert), de bloeddruk en cholesterolspiegel laag houden en de conditie van de bloedvaten verbeteren. Lezers die dit wondermiddel redelijk vaak gedronken hebben zullen helaas weinig van deze effecten hebben gemerkt. Die worden pas zichtbaar vanaf tien kopjes per dag.
‘Geeft vitaliteit!’
Er zijn een klein aantal kruiden waarvoor er een redelijk vermoeden bestaat (maar nog geen sluitend bewijs) dat ze als geneesmiddel bruikbaar zijn. De belangrijkste zijn knoflook, kava-kava, saw palmetto, ginkgo biloba en sint-janskruid. Hierbij gebeurt vaak hetzelfde als bij paranormale verschijnselen: hoe beter het onderzoek, hoe kleiner het effect. Maar er zijn uitzonderingen.
Een voorbeeld is Ginkgo biloba. In Nederland is één ginkgopreparaat geregistreerd als een geneesmiddel voor ‘etalagebenen’ (claudicatio intermittens, snelle vermoeidheid van de beenspieren door een gebrekkige zuurstoftoevoer). Het wetenschappelijk bewijs hiervoor is gering. Ginkgopreparaten zouden ook helpen tegen geheugenverlies bij ouderen. Het bewijs hiervoor is iets sterker, maar volslagen onvoldoende om te zeggen (zoals de kwakadvertenties doen) dat het de concentratie, de reactiesnelheid van verstand en ledematen, het gehoor en het verstandelijk prestatievermogen verbetert. Omdat het alleen bij ouderen werkt (waarschijnlijk door de bloedsomloop in de hersenen te verbeteren) is het voor jonge mensen (bijvoorbeeld als geheugensteun bij de voorbereiding van examens) nutteloos.
Ginseng (Panax ginseng) heeft een lange geschiedenis als geneesmiddel en misschien is er daarom een lange lijst van aandoeningen waarbij het zou helpen. Ginseng heeft waarschijnlijk een licht positief effect op het functioneren van de hersenen. Wat maken de advertenties daarvan? ‘Meer lichamelijke en geestelijke energie, tegen prestatievermindering en vermoeidheid, verhoogt het uithoudingsvermogen, helpt bij geestelijke druk en inspanning’. Een stapje verder is: ‘Topconditie, vitaliteit, levenslust en energie’. (De adverteerder die ginseng omschreef als een ‘belangrijke bouwstof voor het lichaam’ lijdt aan een overactieve fantasie.)
Knoflook (Allium sativum) verlaagt het cholesterolgehalte in uw bloed; dat is nagenoeg zeker. Hoeveel verse teentjes daarvoor per dag ingenomen moeten worden is onzeker omdat het ene teentje sterker is dan het ander. Wat vermelden de advertenties? ‘Houdt de bloedvaten elastisch; bij vermoeide benen en voeten; verkwikkend voor het hart; houdt de bloedvaten schoon; voor het behoud van een elastische vaatwand; helpt het cholesterol laag te houden; goed voor het geheugen; gunstig voor de bloeddruk; beschermt bij veroudering; verbetert de concentratie; verhoogt de vitaliteit; bevordert het natuurlijke afweersysteem – allemaal door de KAG toegestane ‘gezondheidsaanprijzingen’.
Weer een andere firma zegt: ‘Een zegen voor het ademhalingsstelsel, geeft uw lichaam vitaliteit. Ook uw spijsverteringsstelsel zal u dankbaar zijn.’ Spijsverteringsklachten zijn nu net een van de neveneffecten. Maar het betreft hier dan ook oliecapsules. Zuivere nep, dus.
Er zijn goede aanwijzingen dat moederkruid (Tanacetum parthenium) een gunstig effect heeft op het aantal en de hevigheid van migraineaanvallen, mits men het dagelijks inneemt. Het doet niets als de aanval eenmaal begonnen is. Maar migrainelijders (zeker zij die lijden aan niet veel maar hevige aanvallen) willen juist iets innemen als de aanval op het punt staat te beginnen. Dus prijzen de adverteerders de snelle werking. ‘Deze capsules werken binnen luttele minuten’. Dat is dus een leugen. Er zit gember bij, tegen de misselijkheid, en een aminozuur (DLFA) als extra pijnbestrijder. En met onderhoudscapsules kunnen verdere aanvallen helemaal worden voorkomen. Dat laatste klopt dus min of meer, alleen bestrijden aminozuren geen pijn en gember moge dan helpen bij zeeziekte, voor andere soorten van misselijkheid zijn de onderzoeksresultaten voorlopig nog erg tegenstrijdig. Over één ding is geen discussie mogelijk: moederkruid kan een allergische reactie oproepen.
Sint-janskruid (Hypericum perforatum) heeft (zo meldt Medisch Contact op 8 januari 1999) ‘een goed gedocumenteerde werkzaamheid bij depressies en het bijwerkingsprofiel is acceptabel.’ Wat maken de verkopers daar van? Sommigen stellen zich heel bescheiden op: ‘voor een opgewekt gevoel; bij lusteloosheid en een neerslachtig gevoel; bij rusteloosheid als gevolg van de overgang’. Het zou ook goed zijn bij incontinentie: ‘rustgevend voor blaas en nier’.
Ze blijven op deze manier binnen de grenzen van de Leidraad KOAG/KAG. Maar niet iedereen doet dat: ‘Een plantaardig middel voor de aanmaak van melatonine in ons lichaam. Het middel dat de natuur zelf heeft bedacht voor – betere slaap – een betere gezondheid – betere seks – en een langer leven.’ Deze firma heeft er valeriaan (Valeriana officinalis) aan toegevoegd om snel en rustig te slapen. Wat voor effect die twee middelen op elkaar hebben weet geen hond en waarom je bij al dat moois dat sint-janskruid te bieden heeft nog een placoboslaapmiddel bij zou doen is ook een raadsel. Maar u begrijpt wel dat bij mij het sint-janskruid, dat een gewoon onkruid is, niet meer op de composthoop gaat. En valeriaan staat ook in mijn tuin, dus dat komt mooi uit.
Kruidenmengsels zijn altijd af te raden. Ze zijn nooit uitgeprobeerd en niemand weet hoe de verschillende kruiden op elkaar reageren. Maar soms zijn de mengsels zelf, op zijn zachtst gezegd, vreemd. Een voorbeeld: een mengsel tegen lichte incontinentie bij vrouwen bevat pompoen, ratelpopulier, heermoes, sumak, sint-janskruid, zink, magnesium, mangaan en vitamine E. Het vreemde is dat heermoes een licht diuretische werking heeft en dat is wel het laatste wat gewenst is. De ratelpopulier bevat stoffen die de nieren beschadigen. Dat is nooit aan te bevelen, maar hier helemaal niet. De pompoenzaden helpen (heel misschien) heren met prostaatproblemen (ook zij bevorderen het plassen). Eén sumaksoort, Rhus radicans, heeft in de herfst fel rood gekleurde bladeren en veroorzaakt bij aanraking fellere irritatie dan de brandnetel. Andere werkingen bij de diverse sumaksoorten zijn onbekend. Dit mengsel is al met al volslagen zinloos.
Zo kunnen we nog wel even door gaan, bijvoorbeeld over de meestal nutteloze toevoeging van vitaminen en mineralen. In ieder geval is duidelijk dat de aanprijzing van al deze middelen in de regel ver verwijderd is van wat werkelijk bewezen is. En er mag aan worden getwijfeld of de verkopers van deze spullen hun verhaaltjes werkelijk geloven.
Niet zo slimme Smart Shops
Er zijn nog al wat planten die bewustzijnsverruimend zijn, opgewekt maken of juist kalmeren. Koffie, hennep, tabak en opium zijn de voor dit doel meest gebruikte planten. De grens tussen genees- en genotmiddel is vaag. Een voorbeeld is efedrine, een middel tegen astma en hooikoorts dat alleen op recept verkrijgbaar is. Het is tamelijk effectief en hoeft niet te worden ingespoten, maar verhoogt de bloeddruk. Het is het werkzame ingrediënt in Ma Huang, een plant die openlijk in Smart shops wordt verkocht. Zolang de efedrine in de (eventueel gedroogde) plant zit, mag het vrij verkocht worden. Dat is raar, maar nóg vreemder is dat er op de verpakking geen enkele waarschuwing hoeft te staan tegen gebruik bij hoge bloeddruk of diabetes. Sommige Smart-Shopeigenaars propageren het gebruik van zwaar giftige planten zoals bilzekruid en doornappel omdat het toch algemeen voorkomende onkruiden zijn. Dat klopt. Doornappel, Datura stramonium, komt in de VS veel in het wild voor. De EHBO-afdelingen van de ziekenhuizen daar weten dat dan maar al te goed. Elk jaar zien ze vele slachtoffers van vergiftiging (waaronder ook enkele dodelijke), meestal jonge mensen die hun geest wilden verruimen met behulp van dit jimson weed. |
Noten
(1) De geciteerde advertenties verschenen in ANBO Vizier, Eindhovens Dagblad, De Faam/Vlissinger, Noordhollands Dagblad, NRC Handelsblad, de Scheldebode, Trouw, de Volkskrant van 1 mei 1999 tot en met 31 oktober 1999.
(2) Zie Review of Natural Product, maart 1998. De fabrikanten lijken te weten dat de vermageringskuren gebaseerd op chitosan niets uithalen, want vaak leveren ze de klant de in vet oplosbare vitaminen (A, D, E en K) er niet apart bij, terwijl die toch met het vet verwijderd zouden zijn.
Literatuur
Carles W. Fetrow en Juan R. Avila, Professional’s Handbook of Complementary & Alternative Medicines. Springhouse, PA: Springhouse Corp., 1999.
Varro E. Tyler, The Honest Herbal. Binghamton, NY: The Haworth Press, 1993
James E. Robbers en Varro E. Tyler, Tyler’s Herbs of Choice. Binghamton, NY: The Haworth Press,1999.
Dr. J. Mennema, Heimans, Heinsius en Thijsse’s Geïllustreerde Flora van Nederland. Baarn: Uitgeverij Versluys, 23ste druk, 1994.
K. Federspiel en Vera Herbst, Die andere Medizin. Stiftung Warentest, 4e druk, 1996.