Francesco Forgione, oftewel de kapucijner padre Pio (1887-1968), stond bekend om zijn stigmata, wonden op plaatsen waar de gelovige denkt dat de gekruisigde Jezus die ook had, vooral op handen, voeten en in de zij.
door Jan Willem Nienhuys (23/11/2007)
STIGMATA kwamen in de mode samen met beeltenissen van de lijdende Jezus, zoals op de befaamde Lijkwade van Turijn. De eerste stigmaticus was Franciscus van Assisi. Het ligt voor de hand dat stigmata bijzondere vormen van automutilatie zijn. In elk geval is er bij deugdelijk onderzoek nog nooit ook maar één overtuigend stigma gevonden.
Padre Pio is geen uitzondering, zoals Joe Nickell verhaalt in Skeptical Inquirer 24.4 (2000). De vraag is hoe Pio het deed. Nickell merkt op dat heel oppervlakkige wondjes al een indrukwekkend effect hebben, en hij noemt in een voetnoot de mogelijkheid om met agressieve substanties het bloeden aan de gang te houden.
Er zijn vele onvriendelijke verhalen over Padre Pio. Zo schrijft Malcolm Day in Fortean Times van september 2002: ‘Maar een wantrouwig Vaticaan begon in 1960 onder leiding van Johannes XXIII met een serie onderzoeken. De biechtstoel van Pio werd zelfs afgeluisterd. […] Het eindrapport beweerde dat hij salpeterzuur gebruikte om zijn wonden te veroorzaken. Hij zou ook afspraken met vrouwen hebben in zijn cel. De stichter van het Katholieke Universiteitsziekenhuis van Rome zei dat de monnik een gekke automutilerende psychopaat was die door de duivel bezeten was en die de lichtgelovigen uitbuitte. De zogenaamde geur van heiligheid was gewoon eau de cologne.’
Onlangs verscheen er in Italië Padre Pio. Miracoli e politica nell’ Italia del Novecento (Padre Pio. Wonderen en politiek in de twintigste eeuw) door de historicus Sergio Luzzatto, die er ook een stuk over schreef in de Corriere della Sera. Hij voegt aan eerder bekende feiten een ander detail toe. Het blijkt dat het Vaticaan in het bezit was van een getuigenis van een apothekeres genaamd Maria de Vito. Padre Pio vroeg haar in 1919 om een leeg flesje met een doodskop erop voor hem te vullen met 100 gram fenol en het te laten terugbezorgen door de chauffeur van de bus van Foggia naar San Giovanni Rotondo. Dit verzoek werd gedaan in het diepste geheim, hoewel de fenol slechts zou dienen om er injectienaalden mee te ontsmetten. Maria vroeg haar oom dr. Valentini Vista, ook apotheker, om haar die fenol te verschaffen. Een paar weken later klopte Maria weer bij haar oom aan met een Pio-verzoek, ditmaal om een enorme portie (vier gram, 1000-2000 maal de normale dosis) van de toen als pijnstiller gebruikte stof veratrine (een gevaarlijke prikkelende stof die vroeger als contra-irritant werd gebruikt voor reumatische pijn, en die alleen op doktersvoorschrift mag worden verstrekt). Door bemiddeling van de oom legde Maria een schriftelijke verklaring af bij aartsbisschop Salvatore Bella. Bella geloofde dat Pio een bedrieger was, en heeft dit document aan het Vaticaan overhandigd, tezamen met twee kattebelletjes waarop Pio hetzelfde verzoek samenvatte.
Fenol (C6H5OH, ook wel carbolzuur genoemd) is een behoorlijk giftige stof die bij contact met de huid brandwonden veroorzaakt. Verdedigers van Pio beweren dat het bekend was dat Pio wel eens naar fenol rook, en dat de arme man zijn stigmata liever kwijt dan rijk was, en allerlei dingen probeerde om er vanaf te komen, en dat de fenol er daar een van was. Dat verklaart niet dat hij het chronisch gebruikte want het is geen wondgeneesmiddel, en dat verklaart evenmin die smoes over injectienaalden. Of hij zijn huisarts om advies heeft gevraagd weten we natuurlijk niet, want de dokter heeft geheimhoudingsplicht, maar het lijkt me tamelijk zeker dat de dokter zoiets niet zou hebben voorgeschreven.
Oorspronkelijk was dit artikel gepubliceerd op het (oude) Skepsis-blog en bestond de mogelijkheid om daaronder in discussie te gaan, waar geregeld uitvoerig gebruik van werd gemaakt. De discussie onder dit bericht kan de geïnteresseerde teruglezen in deze pdf (4 pagina’s).