Dirk Koppenaal vult de flesjes met Vitalisator

Digitale drugs

Hallucineren met binaurale beats

I-DOSER is een computerprogramma waarmee je high of stoned kunt worden. Het werkt met speciale geluidsbestanden. Zo’n bestand noemt men een ‘dose’ en er zijn verschillende soorten te koop. Er wordt beweerd dat ze uiteenlopende effecten in de hersenen teweegbrengen. Het Amerikaanse Monroe Instituut biedt de methode al meer dan dertig jaar aan.

door Dirk Koppenaal en Rob Nanninga – Skepter 23.1 (2010)

ER heerst enige paniek onder Amerikaanse ouders sinds ze hebben ontdekt dat kinderen tegenwoordig experimenteren met een nieuw soort verdovende middelen: digitale drugs. De pubers zetten hun koptelefoon op en gaan met gesloten ogen in het donker op bed liggen om een kwartier of langer te luisteren naar kosmische klanken met achtergrondgeruis. Na afloop moet je stil blijven liggen, dan voel je je alsof je zojuist marihuana, ecstasy, LSD, speed, cocaïne, opium of peyote hebt gebruikt. Het effect is afhankelijk van het gekozen geluidsbestand. (Driessen, 2010)

De sensaties kunnen legaal en relatief goedkoop worden opgewekt met I-Doser, een programma dat op de pc of op mobiele apparatuur zogenoemde binaurale beats toevoegt aan mp3-bestanden. De beats ontstaan door via het rechter- en linkerkanaal van een koptelefoon twee afzonderlijke tonen aan te bieden die in frequentie slechts klein beetje van elkaar verschillen. Je hoort dan een toon die in een bepaald ritme vibreert, klopt of zweeft. Als het frequentieverschil 5 hertz bedraagt, hoor je hem vijf keer per seconde aanzwellen. De frequenties moeten naar men zegt heel nauwkeurig worden bepaald en je hebt een hoogwaardige koptelefoon nodig om het effect ten volle te kunnen ervaren.

De I-Doser pc-applicatie is gratis, maar de populaire iPhone-versie kost momenteel 4 euro. Volgens de gebruiksaanwijzing kunnen de bijgeleverde geluidsbestanden onder meer depressieve gevoelens verdrijven en innerlijke rust bevorderen. Wie op zoek is naar drugservaringen, moet voor elke drug nog circa 3 euro bijbetalen. De duurste dosis kost 150 euro en heet ‘Black Sunshine’. Deze is bedoeld voor spirituele zoekers en brengt je in contact met je ziel. Aanvankelijk verkocht I-Doser bestanden die slechts eenmalig konden worden afgespeeld, maar de huidige digitale shots kunnen onbeperkt worden beluisterd. Voor smartphones zijn inmiddels tientallen goedkopere en gratis applicaties beschikbaar, waarmee je soms ook onofficiële i-doses kunt beluisteren.

Er wordt beweerd dat de geluidsbestanden van I-Doser uitgebreid zijn getest door een team van ervaringsdeskundigen. De website van het bedrijf werd in oktober 2003 geregistreerd door Christopher Canavan, maar staat momenteel op naam van een zekere Nick Ashton, een jonge twintiger die het product in 2005 zou hebben ontwikkeld. Hoewel nadere gegevens ontbreken en het zelfs niet bekend is waar het bedrijf is gevestigd, presenteert I-Doser zichzelf als wereldleider op het gebied van binaurale hersengolftechnologie. Door middel van binaural beats zou het mogelijk zijn de hersenactiviteit te synchroniseren. Het klinkt als een fraai verkoopverhaal dat riekt naar onzin. Toch bestaan de beats wel degelijk, al is dat niet meteen een reden voor paniek.

Het ritme van binaurale tonen

Een pianostemmer kan een stemvork van 440 hertz gebruiken om de A te stemmen. Zolang de toonhoogte nog een klein beetje afwijkt, kan hij horen dat de geluidssterkte fluctueert. De golven zijn dan niet helemaal met elkaar in fase, waardoor ze elkaar afwisselend versterken en verzwakken. Dit zijn monaurale beats, die ontstaan doordat de geluidsgolven met elkaar interfereren. Je hebt er geen koptelefoon voor nodig en kunt ze ook met één oor horen.

De binaurale beats werden in 1839 ontdekt door de Pruisische natuur- en weerkundige Heinrich Wilhelm Dove. Ze kunnen niet door interferentie ontstaan omdat beide tonen met behulp van een koptelefoon gescheiden worden aangeboden. Uiteraard beschikte Dove nog niet over zo’n koptelefoon. Hij gebruikte twee stemvorken die hij voor beide oren hield. Bij latere proeven plaatste men de stemvorken in twee afzonderlijke kamers. De proefpersoon zat in een derde kamer en het geluid van de stemvorken werd via buizen naar zijn linker- en rechteroor geleid. Het was echter niet uitgesloten dat de tonen zich op de een of andere manier in het oor met elkaar vermengden, bijvoorbeeld door botgeleiding. De binaurale beats werden pas serieus genomen toen bleek dat ze ook optreden wanneer je een goede koptelefoon met oorkussens gebruikt. Blijkbaar ontstaan ze pas wanneer de hersenen de binnenkomende signalen verwerken.

Het fenomeen wekte meer belangstelling nadat de biofysicus Gerald Oster er in 1973 een uitgebreid artikel over publiceerde in Scientific American. Hij rapporteerde dat binaurale beats het duidelijkst worden waargenomen rond de 440 hertz. Geen van zijn testpersonen kon onder 90 hertz of boven 900 hertz nog beats of zwevingen horen en het frequentieverschil tussen beide tonen mocht niet groter zijn dan 30 hertz. Binaurale beats zijn minder duidelijk waarneembaar dan monaurale beats en kunnen niet worden versterkt door het geluid harder te zetten. Ze worden beter opgemerkt als men ruis toevoegt. (iPhone-bezitters kunnen dit verifiëren met de app Brain Wave, want die biedt de mogelijkheid de sterkte van het ruissignaal zelf in te stellen.)

Gewone, monaurale beats zijn minder goed hoorbaar naarmate de geluidssterkte van beide tonen meer van elkaar verschilt. Dat is bij binaurale beats niet het geval. Een Nederlands onderzoek uit 1964 scheen zelfs te hebben aangetoond dat de binaurale beats ook nog kunnen worden waargenomen wanneer een van beide signalen onder de gehoorgrens ligt. Dit wordt echter tegengesproken door recenter onderzoek.

Om de herkomst van een geluid te kunnen plaatsen moeten de hersenen een relatie leggen tussen kleine verschillen in de geluiden die beide oren ontvangen. Het ligt voor de hand dat binaurale beats als gevolg van dit lokalisatiemechanisme tot stand komen, al meende Oster te hebben aangetoond dat beide processen verschillend zijn en plaatsvinden in andere hersengebieden. Modern onderzoek wijst uit dat binaurale beats een bijproduct zijn van een gespecialiseerd systeem in de hersenstam dat zorgt voor geluidslokalisatie. Ze worden op dezelfde manier verwerkt (gehoord) als akoestische geluiden.

Oster ontdekte dat patiënten met bepaalde neurologische afwijkingen, waaronder de ziekte van Parkinson, geen binaurale beats kunnen waarnemen. Zo zouden de beats als diagnostisch hulpmiddel kunnen dienen. De waarde van deze methode is echter nog niet door andere onderzoekers bevestigd.

Gratis beatgenerator

I-Doser maakt gebruik van SBaGen, een binaurale beatgenerator die in 1997 werd ontwikkeld door de Engelsman Jim Peters. Hij stelde zijn computerprogramma beschikbaar onder een zogenoemde copyleft-licentie. Dit betekent dat men de software desgewenst mag aanpassen en verkopen, mits dit recht ook aan anderen wordt doorgegeven. Men is verplicht om de broncode bij te voegen en moet duidelijk aangeven waar de software oorspronkelijk vandaan kwam. De ontwikkelaars van I-Doser hadden hier echter lak aan. Nadat Jim Peters door gebruikers van zijn programma was aangespoord om actie te ondernemen, schikte hij de zaak in 2007 voor het symbolische bedrag van duizend dollar. (Finley, 2010)

Peters erkende dat hij met hulp van een goede advocaat veel meer had kunnen eisen van het miljoenenbedrijf. Maar dat leek een moeizame weg omdat hij zelf niet in de VS woont en het hem niet duidelijk werd met wie hij te maken had. Naast SBaGen is er meer ‘vrije’ software om binaurale beats te genereren. Een bekend voorbeeld is Gnaural, waaraan meerdere programmeurs al sinds het midden van de jaren 1990 vrijwillig meewerken.

Binaurale beats zijn ‘in’. Ook enkele Nederlandse bedrijven maken er op internet reclame mee. Een voorbeeld is de firma Helende Klanken van ‘klankhealer’ Coen Tuerlings en ‘klanktherapeut’ Kees Peters. Zij beschikken over een cd met ‘eenheidsgevoel’, die zorgt voor een neurobiologische verandering en een toename van verbondenheid met je ware ‘ik’. De tranceklanken zijn afgestemd op de energiesystemen van je lichaam en van de kosmos. ‘De ultralage aarde frequenties openen poorten naar inzicht, balans en harmonie’. Het kost slechts €12,50 om dit alles te kunnen ervaren.

Iets duurder (€18) zijn de Hemi-Medi cd’s van de hypnotherapeut Wim Kijne, maar dat is inclusief kabbelende riviertjes en vogelgeluiden. De cd’s zijn speciaal gemaakt voor ontspanning en meditatie, al meent Kijne ook te mogen stellen dat het dagelijks beluisteren van de cd’s allerlei helende effecten heeft, die helaas ‘door gebrek aan interesse van wetenschappers nog niet zijn aangetoond’.

Een WishDisc van het Nederlands Instituut ter Bevordering van Relaxatie en Persoonlijke Groei kan je met behulp van binaurale klanken binnen enkele minuten naar het alfabewustzijn leiden. De cd bevat bovendien subliminale boodschappen, die rechtstreeks in het onderbewustzijn worden verankerd. Je kunt kiezen uit een ruime collectie affirmaties, zoals ‘ik weet wie ik ben, ik ben een winnaar, mijn lichaam herstelt zichzelf…’ Als je eigen teksten wilt gebruiken, betaal je twintig euro meer en kost de cd €47,50.

Het gebruik van muziek of speciale geluiden om een bepaalde gemoedstoestand op te wekken is natuurlijk niets nieuws. Bij muziek is de reactie afhankelijk van de persoonlijke voorkeur: de een zweeft weg bij minimal music, terwijl een ander daar juist nerveus van wordt. De binaurale beats zouden daarentegen een techniek zijn waarmee men, afhankelijk van de geluidsfrequenties, bij iedereen gelijksoortige bewustzijnsveranderingen teweeg kan brengen. I-Doser zou zelfs in staat zijn met een geheim, empirisch vastgesteld algoritme – gebaseerd op tijdsduur, amplitude en frequentie – selectief drugsgerelateerde systemen in de hersenen te beïnvloeden. Er bestaat echter geen enkele theorie of hypothese die een link tussen binaurale beats en verhoogde neuropeptiden (opiaten) of neurotransmitters (cocaïne, LSD) kan leggen. Het lijkt aannemelijk dat de effecten die gebruikers ervaren in hoge mate beïnvloed worden door hun verwachtingen.

Wetenschappelijk onderzoek naar I-Doser bestaat niet, maar de site heeft een forum waar gebruikers ervaringen uitwisselen. Het merendeel van de bezoekers is er zeker van dat I-Doser ‘iets’ doet. Dit hoeft geen verbazing te wekken als men zich tijdens een sessie afsluit van de buitenwereld in de verwachting ‘iets’ ongewoons te zullen ervaren. De gebruikers zijn het er overigens over eens dat het effect niet te vergelijken is met de chemische tegenhanger, waaraan ze de voorkeur geven.

Jim Peters heeft nooit ervaren dat binaurale beats konden leiden tot gerichte bewustzijns- of drugeffecten en Gerald Oster schreef daar ook niets over. Uiteraard hebben we zelf een aantal digitale shots geprobeerd: drie kwartier met de ogen dicht luisteren naar ruis en ‘woewoewoe’. En ja, het doet wel ‘iets’: het versterkt ons skeptisch denken. Verontruste ouders kunnen gerust meeluisteren.

Alfagolven

Het Amerikaanse Centrepoint Research Instituut ziet meditatie als de sleutel tot persoonlijke ontwikkeling, verhoogd bewustzijn en een betere gezondheid. Het instituut werd in 1989 opgericht door twee beoefenaars van Transcendente Meditatie. Ze gingen ervan uit dat meditatie voor veel dingen goed is: het vermindert stress, wat helpt om de bloeddruk te verlagen en hartklachten te voorkomen. Het vergroot ook je creativiteit, doelgerichtheid en levensgeluk. Maar het is een langdurig proces, waarbij het jaren kan duren voordat je het gewenste stadium bereikt. Het artikel van Oster inspireerde de oprichters om met binaurale beats een vergelijkbare bewustzijnstoestand op te wekken. Dit leidde uiteindelijk tot Holosync, een methode die iedereen in staat stelt om razendsnel de moeilijkste meditatiefases te bereiken. Het idee hierachter klinkt logisch en eenvoudig. Diepe meditatie leidt tot een toename van langzame hersengolven. Als je die golven via binaurale beats kunt opwekken, dan kun je ervoor zorgen dat iemand moeiteloos in een meditatieve toestand raakt.

De neuronen in de hersenen produceren zwakke elektrische stroompjes. Wanneer groepen neuronen tegelijkertijd actief zijn, kan men dit op de hoofdhuid meten in de vorm van het elektro-encefalogram (EEG). Analyse van het EEG laat zien dat de elektrische stroompjes soms met een vast ritme fluctueren door ritmische ontladingen van groepen neuronen. Dit noemen we hersengolven. Op basis van de frequentie worden de golven opgedeeld in verschillende types: delta (0-5 Hz), thèta (4-7 Hz), alfa (8-12 Hz), smr (12-15 Hz), bèta (16-30 Hz), gamma (30-80 Hz). In het algemeen geldt dat de frequentie hoger is naarmate je actiever en alerter bent.

Het EEG is tegenwoordig zo’n goede diagnostische tool voor de bestudering van hersenfuncties, dat het niet meer dan redelijk lijkt te veronderstellen dat hersengolven zelf nut hebben. De golven spreken tot de verbeelding, al zijn ze slechts een bijproduct van neurale activiteit. Wanneer tijdens een meditatieoefening de alfagolven in de hersenen toenemen en sterker worden, dan is men geneigd om alle effecten van de meditatie aan deze golven toe te schrijven. Het opwekken van alfagolven zou dan een makkelijke manier kunnen zijn om het heil te verkrijgen.

Alfagolven zijn echter niet voorbehouden aan mensen die in een speciale meditatieve bewustzijnstoestand verkeren. Velen kunnen ze eenvoudig opwekken door de ogen te sluiten en zich nergens op te concentreren. Het verwerken van visuele informatie gaat moeilijk samen met alfagolven. De golven treden niet onvermijdelijk op wannneer men zich ontspannen voelt en zijn ook niet onmisbaar. Er bestaan ‘normale’ mensen die maar zelden alfagolven produceren. Bovendien kunnen ze ook voorkomen bij personen die allerminst lekker in hun vel zitten. Allerlei positieve ervaringen en bijzondere effecten die aan de golven worden toegeschreven, blijken zich eveneens voor te doen wanneer mensen ten onrechte geloven of te horen krijgen dat hun hersenen op een bepaald moment veel alfagolven produceren. (Beyerstein, 1999)

De psycholoog Dale Foster (1990), een onderzoeker van het Monroe Instituut, probeerde alfagolven op te wekken door proefpersonen te laten luisteren naar binaurale beats met een frequentie van 10,5 hertz. Zijn EEG-metingen toonden aan dat het goed lukte. Maar een groep proefpersonen die hij naar het geluid van de ruisende zee liet luisteren, deed het zelfs nog iets beter. Ze vonden dit geluid ook aangenamer dan de beats.

Het effect van intense externe stimuli op het EEG wordt al sinds de jaren 1930 onderzocht. Gebleken is dat het EEG een relatieve toename van het alfaritme toont wanneer iemand zich concentreert op stroboscopisch licht met een frequentie van 10 hertz. Neurologisch gezien is dit niet bijzonder; zenuwcellen reageren op een audiovisuele prikkel, zodat bij een sterke stimulus het EEG een hersengolffrequentie toont in het ritme van de aangeboden stimulus. Het is ook bekend dat je door monotone geluidsritmes in een enigszins veranderde bewustzijnstoestand kunt raken.

Met gevoelige EEG-metingen en speciale algoritmes is men er in geslaagd hersengolven te onderscheiden die overeenstemmen met het ritme van binaurale beats, al waren er ook onderzoekers die ze niet konden vinden. Met de huidige technologie is men eigenlijk nog niet goed in staat om signalen uit auditieve en niet-auditieve gebieden van elkaar te onderscheiden. Vooralsnog geldt dat het beste EEG-onderzoek hoogstens zwakke signalen heeft kunnen aantonen. Deze lijken op de signalen die opgewekt worden door monaurale beats en ze komen uit gebieden waarvan bekend is dat ze bij het verwerken van geluiden betrokken zijn. (Pratt, 2010)

Hemi-Sync

Het Monroe Instituut

Robert A. Monroe (1915-1995) was de eerste die binaurale beats propageerde als een middel om bijzondere bewustzijnstoestanden te creëren. Monroe behaalde in 1937 een bachelorgraad in techniek en werkte aanvankelijk als regisseur en tekstschrijver voor radiozenders. In de jaren 1950 startte hij een eigen bedrijf dat radioshows produceerde en eigenaar werd van meerdere stations. Hij componeerde ook achtergrondmuziek en probeerde geluidsbanden te ontwikkelen waarmee je in je slaap dingen kon leren. Tijdens het inslapen voelde hij vaak vreemde vibraties en in 1958 kreeg hij zijn eerste out-of-body experience toen hij ’s avonds in bed aan zweefvliegen dacht. In de loop der jaren lukte het hem steeds beter om een uittredingstoestand op te wekken.

Monroe schreef een boek over zijn astrale reizen naar andere dimensies, dat met hulp van de parapsycholoog Charles Tart in 1971 werd uitgegeven. Hij richtte ook een eigen laboratorium op en slaagde erin om dit parttime te bemannen met twee jonge wetenschappers, de fysicus Thomas Campbell en de elektrotechnicus Dennis Mennerich. Monroe leerde hun hoe ze moesten uittreden en in ruil daarvoor ontwikkelden ze nieuwe methoden om het bewustzijn te veranderen, die ze op zichzelf uitprobeerden. Het artikel van Gerald Oster zette hen op het spoor van de binaurale beats. De eerste proefnemingen met deze beats, waaraan een groep vrijwilligers meedeed, leverden fantastische resultaten op. De geluiden schenen niet alleen uittredingservaringen maar ook helderziende waarnemingen te kunnen opwekken.

Na het vertrek van Campbell en Mennerich werd het onderzoek door anderen voortgezet, waaronder Fred Holmes “Skip” Atwater, de huidige leider van het in 1978 opgerichte Monroe Instituut. Hij was eerder luitenant in het leger en betrokken bij de opzet van parapsychologische experimenten van de CIA, waaraan hij als remote viewer meedeed. Het Monroe Instituut ontwikkelde vanaf de jaren 1980 een ruime collectie audiocassettes en cd’s met binaurale beats, die werden verkocht onder de gepatenteerde merknaam Hemi-Sync. Meestal bevatten ze ook geleide visualisaties of andere verbale suggesties. De cd’s richten zich vooral op persoonlijke en spirituele groei. Het instituut biedt op dit terrein tevens allerlei workshops, cursussen en opleidingen aan.

Volgens Monroe en zijn navolgers zijn de Hemi-Sync geluiden bevorderlijk voor de synchronisatie van de linker- en rechterhersenhelft. Monroe was ervan overtuigd dat gesynchroniseerde hemisferen tot een veranderde staat van bewustzijn leiden en het geestelijk welzijn verbeteren. Ze zouden ook kunnen helpen om het immuunsysteem te versterken, de bloeddruk te verlagen, pijn te verlichten, allergieën te onderdrukken en chemotherapie dragelijker te maken. Het Monroe Instituut deed onderzoek naar de effecten, maar dit waren geen gerandomiseerde en geblindeerde studies met een controlegroep. Het onderzoek was vooral bedoeld was om producten te ontwikkelen waarover de gebruikers tevreden waren.

Op de website van het instituut staat een zogenaamde neuromap, die laat zien dat de hersengolven na afloop van een Hemi-Sync behandeling opmerkelijk symmetrisch en evenwichtig over beide hersenhelften zijn verdeeld. Het plaatje (zie boven) is door meerdere websites overgenomen, maar er staat nergens bij welk onderzoek zulke resultaten heeft opgeleverd. Ik (dk) stuurde hierover een e-mail naar het Monroe Instituut en ontving een eerlijk antwoord van de psychologe Hillary Webb, de huidige onderzoeksdirecteur. Ze dacht dat de afbeelding tot stand was gekomen door met 24 elektroden gedurende een minuut elke seconde de thèta-activiteit te registeren en daar het gemiddelde van te nemen. Maar ze merkte daarbij op dat het niet gaat om een typerend resultaat van zulke metingen. Het plaatje werd uitgekozen omdat het er fraai uitzag. Er is nooit een onderzoeksartikel over verschenen en er bestaan zelfs helemaal geen publicaties waarin wezenlijke veranderingen in het hersengolfpatroon van de hele hersenen werden aangetoond.

Synchronisatie van beide hersenhemisferen lijkt geen wenselijk doel, behalve wanneer je ernaar streeft iemand een epileptische ‘grand mal’ aanval te bezorgen. De hersenen kunnen niet goed functioneren als afzonderlijke gebieden met uiteenlopende functies in hetzelfde tempo gaan marcheren. Synchrone hersenritmes zullen hooguit op kleine schaal tijdens het uitvoeren van een functie waarneembaar zijn en zich beperken tot gespecialiseerde, samenwerkende hersengebieden, die in beide hersenhelften kunnen liggen.

Entrainment

Het effect van binaurale beats wordt vaak toegeschreven aan entrainment, waarbij de frequentie van neuronen die in een bepaald ritme vuren door andere hersencellen wordt overgenomen. Wetenschappers spreken in dit verband ook over de frequency following respons (FFR). Kunnen de zenuwcellen die betrokken zijn bij de binaurale beats inderdaad grote groepen hersencellen die niet betrokken zijn bij de auditieve signaalverwerking synchroom laten meevuren?

Christiaan Huygens was de eerste die over entrainment schreef. In 1665 beschreef hij hoe de slingers van twee gelijke uurwerken die aan dezelfde muur waren bevestigd na enige tijd in (anti)fase van elkaar slingerden. De verklaring wordt gezocht in energieoverdracht via de muur. In de natuur komt het verschijnsel wijdverbreid voor. Zo kunnen gistcellen elkaar zodanig beïnvloeden dat ze een toenemende regelmaat in levensstadia vertonen. Een zwerm vuurvliegjes kan gelijktijdig oplichten, en veel natuurlijke gebeurtenissen worden gesynchroniseerd door het dag-nacht ritme. Entrainment is een breed begrip en omdat de oorzaak niet altijd begrepen is, lijkt het een mysterieus verschijnsel. Misschien wordt entrainment daarom genoemd als een mogelijk werkingsmechanisme voor alternatieve methoden zoals NLP en Quantum Touch. Brainwave entrainment is de favoriete verklaring voor de veronderstelde bewustzijnsveranderende effecten van binaurale beats.

Volgens Skip Atwater van het Monroe Instituut staan de hersenkernen die de binaurale beats verwerken in verbinding met de reticulaire formatie. Deze bestaat uit een netwerk van verbonden neuronen en is verantwoordelijk voor de regulatie van de activatietoestand van het zenuwstelsel. Zo speelt de reticulaire formatie een belangrijke rol bij het regelen van het bewustzijnsniveau en het slaap-waakritme. Zij is ook betrokken bij de regulatie van motivationele processen, spierrekkingsreflexen en de coördinatie van autonome functies als ademhalen, hartslagfrequentie en pijnbeleving. Wat Atwater vergeet, is dat dit niets bijzonders is; de kernen die visuele prikkels verwerken of bijvoorbeeld het evenwicht regelen zijn er eveneens mee verbonden. Bovendien worden binaurale beats op dezelfde wijze verwerkt als andere geluiden.

Eigenlijk is er geen fysiologisch mechanisme bekend dat brainwave entrainment kan verklaren en heeft men ook niet met een EEG overtuigend kunnen aantonen dat het daadwerkelijk plaatsvond. De hersenen zijn een complex orgaan dat we in zekere zin kunnen vergelijken met een ingewikkelde schakelkast. Net als in de schakelkast wordt een signaal verwerkt door speciaal daarvoor beschikbaar gestelde leidingen (hersenbanen) en schakelrelais (hersenkernen). Nog meer dan in de rest van het lichaam beschikken de hersenen over controlemechanismen om iedere vorm van onbeheerste signaalverwerking – in schakelkasttermen: kortsluiting genoemd – tegen te gaan.

Af en toe gaat het fout. In de neurologie wordt gebruik gemaakt van lichtflitsprikkeling (intermittent photic stimulation) om een bepaalde vorm van epilepsie op te sporen. Naar schatting acht procent van de kinderen en jongvolwassenen is gevoelig voor deze vorm van epilepsie. Dat velen van deze potentiële patiënten zelf niet op de hoogte zijn van hun gevoeligheid, geeft aan dat deze vorm van brainwave entrainment zelfs onder pathologische omstandigheden een zeldzaam verschijnsel is. En dat is maar goed ook, want als ieder ritmisch signaal tot synchronisatie van grote delen van de hersenen zou leiden, zou epilepsie volksziekte nummer één zijn.

Sommige beoefenaars van meditatie maken gebruik van een vorm van audiovisuele input om in trance te geraken. In analogie hiermee is het denkbaar dat concentratie op binaurale beats andere hersensystemen beïnvloedt die niets met het gehoor te maken hebben. Dit is echter niet de brainwave entrainment die de aanhangers van binaurale beats propageren, want waarom zijn deze beats dan zo speciaal en is een drum niet veel beter geschikt?

Hemi-Sync bij operaties

Uit enkele gecontroleerde proeven bleek dat patiënten tijdens een operatie minder pijnstilling nodig hadden als er binaurale beats van Hemi-Sync werden afgespeeld. Deze experimenten verdienen de aandacht omdat ze in serieuze wetenschappelijke tijdschriften verschenen. Er werd ook een controlegroep gebruikt. De patiënten waren niet bekend met Hemi-Sync en de anaesthesist wist niet wat ze via een koptelefoon te horen kregen.

In een studie van Kliempt (1999) werden patiënten met propofol onder narcose gebracht en kregen ze de pijnstiller fentanyl, die aanzienlijk sterker is dan morfine. Door de hartslag en de bloeddruk continu te meten, bepaalde de anaesthesist hoeveel fentanyl er tijdens de operatie moest worden toegediend, een methode die niet erg nauwkeurig is. Patiënten die men onder narcose naar rustige klassieke muziek of een lege geluidsband liet luisteren, hadden vierenhalf keer zoveel fentanyl nodig als de 25 patiënten die de geluiden van Hemi-Sync te horen kregen – een onwaarschijnlijk groot verschil.

De cassetterecorder werd pas aangeschakeld nadat de patiënt onder narcose was en de onderzoekers schrijven dat de anaesthesist niet kon horen wat er werd afgespeeld. Zelfs bij volledig verdoofde patiënten is het echter niet is uitgesloten dat ze onbewust kunnen herkennen welke behandeling ze krijgen omdat hun gehoor niet helemaal is uitgeschakeld. Als het onderzoek niet goed geblindeerd was, zou er een placebo-effect kunnen optreden. Om te onderzoeken of het effect werkelijk aan binaurale beats te danken is, kan men deze beter met soortgelijke monaurale beats vergelijken. Een ander kritiekpunt was dat de patiënten verschillende soorten operaties ondergingen, met uiteenlopende pijnsensaties.

Lewis en collega’s (2003) besloten de studie van Kliempt te herhalen met een betere proefopzet. De narcosediepte werd bepaald op basis van een soort EEG-maat en alle patiënten ondergingen gelijksoortige operaties. De onderzoekers rapporteerden dat het gebruik van Hemi-Sync de dosis fentanyl met 30% kon reduceren bij patiënten die een maagverkleining ondergingen. De controlegroep luisterde naar een lege tape. De binaurale beats hadden daarentegen geen effect op patiënten die aan de rug werden geopereerd.

Dabu-Bondoc en collega’s (2003) onderzochten of er met Hemi-Sync minder propofol nodig was om patiënten onder narcose te houden, maar de resultaten verschilden niet van de controlegroep.

In een tweede studie van Dabu-Bondoc (2010) werd naar het pijnstillend effect van fentanyl gekeken. De patiënten werden in drie groepen verdeeld en mochten al een half uur voordat de operatie begon luisteren naar witte ruis, muziek of een Hemi-Sync cassettebandje dat speciaal bedoeld was voor ‘surgical support’. Het Monroe Instituut vermeldt dat deze tape ook verbale suggesties bevat om de patiënt naar een toestand van ontspanning te leiden. Het onderzoek was dus niet geblindeerd. Met Hemi-Sync kon de dosis fentanyl tijdens de operatie met ruim 25% worden teruggebracht, een verschil dat net significant was (p=0,046).

Het lijkt logisch om het effect op pijnstilling te onderzoeken, omdat bekend is dat meer stress leidt tot een hogere pijnsensatie. Opiaatbehoefte als maat voor pijnstilling staat binnen de anaesthesiologie echter bekend als een notoir onbetrouwbare techniek. In twee van de bovenstaande studies is het EEG gebruikt om de diepte van de narcose te meten. De narcose is diep genoeg als er relatief veel laagfrequente golven optreden. Maar als binaural beats ook zulke golven kunnen opwekken, dan zou de anaesthesist ten onrechte kunnen oordelen dat de patiënt voldoende verdoofd is: een pijnlijke vergissing!

Literatuur

Atwater, F. Holmes (1997). Accessing binaural states of consciousness with a binaural beat technology. Journal of Scientific Exploration, 11(3), 263-274.
Beyerstein, B. (1999). Pseudoscience and the brain. In Sergio Della Sala (ed.), Mind-Myths. New York: John Wiley and Sons, 59-82.
Dabu-Bondoc S. et al. (2003). Hemispheric synchronized sounds and intraoperative anesthetic requirements. Anesthesia & Analgesia, 97, 772-775.
Dabu-Bondoc S. et al. (2010). Hemispheric synchronized sounds and perioperative analgesic requirements. Anesthesia & Analgesia, 110, 208-210.
Driessen, C. (2010). Amerikaanse jeugd is totaal de weg kwijt dankzij iDrugs. De Pers, 18 juli.
Finley, K. (2010). Binaural beats with SbaGen beat generator Jim Peters. Technoccult.net, blog van 22 juli.
Foster, D.S. (1990). EEG and subjective correlates of alpha-frequency binaural-beat stimulation combined with alpha biofeedback. Hemi-Sync Journal Online, 8(2), 1-2.
Kliemp, P. et al. (1999). Hemispheric-synchronisation during anaesthesia: a double-blind randomised trial using audiotapes for intra-operative nociception cobtrol. Anasthesia, 54, 769-779.
Lewis A.K. et al. (2004). The effect of hemispheric synchronization on intraoperative analgesia. Anesthesia & Analgesia, 98, 533-536.
Oster G. (1973). Auditory beats in the brain. Scientific American, 229, 94-102.
Pratt, H. et al. (2010). A comparison of auditory evoked potentials to acoustic beats and to binaural beats. Hearing Research, 262, 34-44.

Met dank aan Gerard Borst, Neurowetenschappen, Erasmus MC, Rotterdam.

Uit: Skepter 23.1 (2010)

Vond u dit artikel interessant? Overweeg dan eens om Skepsis te steunen door donateur te worden of een abonnement op Skepter te nemen.

Steun Skepsis

Dirk Koppenaal was tot mei 2017 redacteur van Skepter en bestuurslid van Skepsis
Rob Nanninga was hoofdredacteur van Skepter van 2002 tot 2014