Vroeger dachten sommigen dat je van hoogspanningslijnen en huishoudelektriciteit kanker krijgt. Er was zelfs een theorie van ene Abraham Liboff (foto) dat bepaalde moleculen in het lichaam konden meetrillen met broodroosters. Na jaren van onderzoek bleek er niets van dat verband tussen huishoudvelden en kanker te kloppen. Ondertussen zijn er tal van rare apparaten ontwikkeld die zogenaamd ziekten kunnen genezen, en die ideeën van Scientology combineren met onzintheorieën. Ze ‘genezen’ met die voorheen enge elektrischedekenvelden. Die heilzame werking wordt ‘verklaard’ door diezelfde Liboff-theorie die eerder vertelde waarom die velden kankerverwekkend waren: de ion cyclotron resonance.
Het Mars-effect van Gauquelin
For English version click on flag.
Het Mars-effect heeft de skeptische gemoederen behoorlijk lang bezig gehouden. Het is verbazingwekkend, ook bij herlezing van de oorspronkelijke bronnen, hoezeer skeptici zich allerlei raderen voor ogen lieten draaien en zich halsoverkop in onderzoek stortten zonder de bron van dat effect goed te bestuderen.
Over deze zaak heb ik diverse artikelen geschreven. Het ene verscheen in Skeptical Inquirer in 1997 en staat elders op deze site, voor twee andere geef ik nu de referenties en de link.
- Paul Kurtz, Jan Willem Nienhuys, Ranjit Sandu (1997) Is the “Mars Effect” genuine? Journal of Scientific Exploration 11 (1), p, 19-39.
- Jan Willem Nienhuys (1997) Ertels “Mars Effekt”: Anatomie einer Pseudowissenschaft. Skeptiker 10 (3), p.92-98. Dit is een vertaling van een oorspronkelijk Engelse versie, die nu nog eens nagekeken en becommentarieerd is.
De aanleiding (voor mij) om er nu over te beginnen is de recente publicatie van vele brieven tussen Martin Gardner en Marcello Truzzi. Gardner vond de bedenker van het Mars-effect, de Franse psycholoog Michel Gauquelin, een crank omdat hij duidelijk zo hartstochtelijk geloofde in zijn eigen onzinnige theorie. Gardner vergeleek het met het voorbeeld van de man die gelooft dat het centrum van de aarde uit jam bestaat. Op 5 maart 1978 schreef Gardner waarom het draaide: ‘He presents nothing but one man’s analysis of one man’s accumulation of French statistics. … Claims of statistical correlations, to support wild theories, are a dime a dozen.’ Volgens Gardner was de golf van belangstelling voor astrologie de reden dat Gauquelins boeken goed verkocht werden.
Getallen, geschiedenis en de piramide van Gizeh
Toen ik Freudenthal om een kopie vroeg van zijn artikel over Velikovsky (zie vorig blog), zond hij me nog meer materiaal, onder meer een stuk (klik hier om het te downloaden) over piramidologie, dus het gereken aan de piramide van Gizeh, de zogeheten Grote Piramide of piramide van Cheops / Khufu.
Dit stuk is waarschijnlijk nooit gepubliceerd, althans niet voor vandaag. De aanleiding moet haast wel geweest zijn dat er in juni 1950 een serie van zes lezingen van 20 minuten op de AVRO-radio liep, waar majoor b.d. Van der Vecht sprak over zijn boek De Steenen Spreken, dat op dat ogenblik alweer zijn zesde druk beleefde.
Velikovsky
Immanuel Velikovsky (1895-1979) maakte rond 1950 furore met een boek getiteld Worlds in Collision. Hij begint met enkele Bijbelse wonderen: een zware stenenregen die de vijanden van Israël uitdunt, niet lang nadat de zon en de maan een tijd hebben stilgestaan. Velikovsky vulde dit verhaal aan met tal van andere rampen in het verleden die volgens hem door een komeet zijn veroorzaakt. Details hoe een komeet de aardrotatie even kan stoppen en daarna weer kan later doorgaan ontbreken. Velikovsky concludeert uiteindelijk dat die komeet de planeet Venus geweest moet zijn. Die maakte zich rond 1500 v.C. los van Jupiter.
Gifgroen kunstgras
Gisteren heeft het RIVM haar onderzoek naar sporten op kunstgras met rubberkorrels afgerond. Een speelverbod is niet noodzakelijk, er zijn weliswaar giftige stoffen in het rubber aangetroffen, maar het risico op kanker is verwaarloosbaar. De ophef over het gevaar van spelen op kunstgrasvelden is het paard achter de wagen spannen. De kankerverwekkende gifstoffen van de autobanden zijn namelijk al veel eerder – als fijnstof – in ons milieu gekomen.