Parapsychologie als pionier voor de psychologie

Het vooraf registreren van studies, zoals veel psychologen tegenwoordig bepleiten, kan een oplossing zijn voor de huidige replicatiecrisis, zo blijkt uit parapsychologisch onderzoek.

Martin Johnson

Hadden de psychologen in de jaren zeventig maar beter geluisterd naar de parapsychologen. Dan zouden ze nu vast niet zo worstelen met dubieuze onderzoekspraktijken, significantieproblemen en publicatiebias. Alsof hij de crisis in de psychologie voorvoelde, hamerde de Utrechtse hoogleraar parapsychologie Martin Johnson al in zijn oratie in 1974 op het belang van methodologische strengheid als enige manier om zijn vak uit het slop te halen. Hij had het vandaag kunnen zeggen:

De onderzoeker moet zijn probleem definiëren, zijn hypothesen formuleren en zijn experiment schetsen voordat hij aan zijn studie begint. Hij moet zijn manuscript schrijven, met op zijn minst vermelding van essentiële feiten, voordat hij zijn onderzoek uitvoert. Dit manuscript, waarin in principe alleen gegevens in de tabellen, resultaten en conclusies ontbreken, moet naar een of meer redacteuren worden gestuurd, en de onderzoeker mag zijn studie niet aanvangen voordat ten minste een van de redacteuren heeft beloofd het onderzoek te publiceren, ongeacht de uitkomst van het experiment. Op deze manier kunnen we selectieve rapportage vermijden. Bovendien krijgt de onderzoeker niet de kans om zijn hypothesen zodanig te veranderen dat ze ‘passen’ bij de uitkomst van het experiment.

Meer lezen

Het Mars-effect van Gauquelin

For English version click on flag.

UK-vlag

 

Michel Gauquelin (bron: https://www.astro.com/astro-databank/Gauquelin,_Michel )

Het Mars-effect heeft de skeptische gemoederen behoorlijk lang bezig gehouden. Het is verbazingwekkend, ook bij herlezing van de oorspronkelijke bronnen, hoezeer skeptici zich allerlei raderen voor ogen lieten draaien en zich halsoverkop in onderzoek stortten zonder de bron van dat effect goed te bestuderen.

Over deze zaak heb ik diverse artikelen geschreven. Het ene verscheen in Skeptical Inquirer in 1997 en staat elders op deze site, voor twee andere geef ik nu de referenties en de link.

 

 

  1. Paul Kurtz, Jan Willem Nienhuys, Ranjit Sandu (1997) Is the “Mars Effect” genuine? Journal of Scientific Exploration 11 (1), p, 19-39.
  2. Jan Willem Nienhuys (1997) Ertels “Mars Effekt”: Anatomie einer Pseudowissenschaft. Skeptiker 10 (3), p.92-98. Dit is een vertaling van een oorspronkelijk Engelse versie, die nu nog eens nagekeken en becommentarieerd is.

De aanleiding (voor mij) om er nu over te beginnen is de recente publicatie van vele brieven tussen Martin Gardner en Marcello Truzzi. Gardner vond de bedenker van het Mars-effect, de Franse psycholoog Michel Gauquelin, een crank omdat hij duidelijk zo hartstochtelijk geloofde in zijn eigen onzinnige theorie. Gardner vergeleek het met het voorbeeld van de man die gelooft dat het centrum van de aarde uit jam bestaat. Op 5 maart 1978 schreef Gardner waarom het draaide: ‘He presents nothing but one man’s analysis of one man’s accumulation of French statistics. … Claims of statistical correlations, to support wild theories, are a dime a dozen.’ Volgens Gardner was de golf van belangstelling voor astrologie de reden dat Gauquelins boeken goed verkocht werden.

Meer lezen

Het helderziende hondje

UK-vlag

Een persoonlijke herinnering.Hondje

Het zal 1941 geweest zijn. Ik was toen leerling op de RHBS te Veendam. (In die tijd legde je extra nadruk op die R, staande voor Rijks-; het gold als kwaliteitskenmerk, dat dachten we tenminste). Eén van onze wiskundeleraren was een kleine wat gezette man met een rechtopstaande weerbarstige haardos en een ‘five o’clock shadow’, geaccentueerd door zijn wat gelige huidskleur. Althans, zo herinner ik het me. Maar zoals gezegd, het is lang geleden.

Deze leraar had als gewoonte om zo nu en dan de eigenlijke lessen maar te laten voor wat ze waren, en liever wat raadseltjes op te geven of wat meer algemene problemen aan te snijden. Wat me in dit verband nog zeer helder voor de geest staat, is zijn verhaal over zijn helderziende hondje. Het kwam er op neer, dat hij, toen hij studeerde aan de universiteit Groningen, een hondje had. Een zeer bijzonder hondje! Het ‘voorvoelde’ wanneer zijn baasje ’s avonds zijn studie zo goed als beëindigd had, en het dus tijd werd om uitgelaten te worden. Hij sprong dan op, rende naar de deur en kwispelde enthousiast, iets wat overigens ook normale hondjes eigen is.

Dit was zo enkele weken doorgegaan, aldus de helderziende gaven van het hondje bevestigend: studie zo goed als klaar, hondje anticipeert en staat bereid. Nu studeer je natuurlijk niet voor niets wiskunde. Het scherpt je kritische vermogens en laat je de problemen systematisch benaderen. Stiekeme observatie van het hondje bracht niets aan het licht. Het beestje lag gewoon te slapen tot het zover was. Eindelijk daagde het onze student. Hij had de gewoonte om een sigaret te rollen als beloning voor een volbrachte prestatie. Als goed georganiseerd persoon draag je daartoe shag bij je in een doosje. En het openen en sluiten van zo’n doosje . . . . De rest laat zich raden.

Meer lezen

The clairvoyant dog

NL-vlag

A personal reminiscenseHondje

It must have been in 1941 or thereabouts. I was a pupil at the highschool in Veendam, a little provincial town near Groningen in the North of the Netherlands. One of our teachers in mathematics was a compact somewhat sturdy gentleman with an unruly head of hair and a five o’clock shadow, accentuated by his slightly yellowish complexion. At least, that’s how I remember him. But as you can gather, it all happened a long time ago.

This teacher was in the habit of straying from his subject, and to pose riddles or to broach areas of general interest. One of these occasions is indelibly printed on my mind: the case of the clairvoyant dog. What it boiled down to was that during his study at the University of Groningen he owned a little dog. And not one of your run-of-the-mill dogs (if dogs can ever be that). This particular dog felt when his master had almost finished his studies for the day, making it time to be taken for a walk. It was the moment to jump up, run to the door and wag its tail. Something normal dogs do as well, by the way.

This ritual was repeated for several weeks, thus confirming the clairvoyance of the dog: studies practically (but not quite) finished, dog anticipates and stands prepared. Now, you don’t study mathematics without any benefit. It sharpens your critical faculties and teaches you to approach problems in a systematical way. Covert observation of the dog did not enlighten our student. The dear animal just slept until the moment suprème. At long last it dawned upon our student: he was in the habit of lighting a cigarette as a reward for his endeavours. And he kept his cigarettes in a metal cigarette case. And closing the lid of the case . . .
The rest you can guess. (1)

(read on)

Meer lezen