De grondlegger van de Amerikaanse skeptische beweging, Paul Kurtz, is op 20 oktober 2012 overleden op de leeftijd van 86. Hij was het die in de VS het zogeheten seculiere humanisme (humanisme minus religie) introduceerde. Hij vervulde tal van functies als hoofdredacteur en voorzitter in humanistische organisaties, sommige door hemzelf opgericht. In een van zijn boeken, The Transcendental Temptation (1991) betoogde hij dat geloof in het paranormale en religie ontspruiten uit eenzelfde bron, namelijk de hang naar het bovennatuurlijke. Met andere woorden, voor Kurtz lagen religiekritiek en strijd tegen lepelbuigers en andere paranormale oplichters in elkaars verlengde.
Op het eind van zijn leven vond hij nadrukkelijk dat het humanisme toch duidelijke ethische waarden moet ontwikkelen. Het afschaffen van religie voert niet automatisch tot verlichting, zoals het sovjetexperiment tot zijn afgrijzen had laten zien. In mijn woorden: moraliteit kun je niet aan religie overlaten, maar vanzelf komt het ook niet. Dat vonden zijn vrienden kennelijk niet, en die hielden zich teveel bezig met de agressieve versies van atheïsme. Althans, zo lees ik zijn afscheidsbrief van 18 mei 2010.