De veronderstelde werking van homeopathische geneesmiddelen is gebaseerd op het similia-principe: middelen die bij gezonde personen bepaalde (ziekte)verschijnselen opwekken, kunnen gebruikt worden om gelijksoortige verschijnselen bij zieke personen te genezen. Van dit basisprincipe van de homeopathie blijft weinig over als je het test, tenminste als je dat doet met een placebogroep als controle in een gerandomiseerd en geblindeerd onderzoek. De ziekteverschijnselen zogenaamd opgewekt door het innemen van de ‘echte’ middelen onderscheiden zich dan niet van de verschijnselen die in de placebogroep worden gerapporteerd. Zie bijvoorbeeld deze proef van het middel Okoubaka aubrevillei C12 (daar ook door te linken naar het volledige artikel). Onverdund heet de bast van deze boom een universeel tegengif te zijn. Daar komt bij dat zelfs overtuigde homeopaten moeten toegeven dat het repliceren van geneesmiddelproeven lang niet altijd dezelfde ziekteverschijnselen oplevert, zelfs niet wanneer de proeven met dezelfde proefpersonen worden uitgevoerd. Dit gegeven was voor de homeopaat Jeremy Sherr (foto) aanleiding om een nieuwe proefopzet te bedenken. Het is echter zeer de vraag of homeopaten met die nieuwe opzet ook maar iets kunnen bewijzen.
Gezondheid
Zwarte zalf voor de rechter
Heden donderdag 8 mei 2014 diende bij de politierechter in Rotterdam de zaak van zwartezalfverkoopster Goverina (Rineke) van den Berg. Ze stond terecht voor het verkopen van voor de gezondheid schadelijke waren en van overtreding van de Geneesmiddelenwet, meer precies het aanbieden en verkopen van geneesmiddelen zonder de vereiste handelsvergunning en ook het in voorraad hebben daarvan. Na een zitting van drie uur (die ook nog eens drie uur te laat begon) werd ze veroordeeld tot een voorwaardelijke taakstraf van 120 uur, met een proeftijd van twee jaar.
Hoger beroep titelmisbruik Molina
Chiropractor Molina of beter zijn advocaat tekende hoger beroep aan, tegen de uitspraak van de kantonrechter op 6 februari 2013. Op 28 maart 2014 diende het hoger beroep in Leeuwarden (foto: gerechtshof), en nog wel voor een meervoudige kamer. Er was een nieuwe advocaat met een herhaling van oude zetten.
Verkouden van de kou
Robinson Crusoe had het soms behoorlijk koud, maar hij werd nooit verkouden. Toch hebben kou en verkoudheid wel iets met elkaar te maken.
Mijn grootmoeder zei het al: ‘Kind trek wat aan, anders vat je kou!’ Ook toen ik jaren later in een snikhete bus door Marokko reisde en snakkend naar een briesje een raampje opende, waren er vele handen die het meteen weer dicht duwden. Iedereen wist dat je van tocht ziek wordt. Dit is een wijdverbreide volkswijsheid. Niet alleen in het Nederlands zit de kou in het woord ‘verkoudheid’. Dit geldt ook voor het Engels (cold), Duits (Erkältung), Spaans (resfriado) en Italiaans (raffreddore). Zelfs in het Zoeloe (unomkhuhlane) en Swahili (baridi) gebruiken mensen kou om een veel voorkomende infectie van de luchtwegen te omschrijven. Ik wist niet eens dat men het daar koud kon hebben.
De toverkracht van rectale koffie
In Do You Believe in Magic maakt de Amerikaanse arts en onderzoeker Paul Offit korte metten met de industrie van megavitamines en kruiden, van koffieklysma’s en ontelbare waardeloze middelen tegen kanker. De industrie wordt geholpen door tv-beroemdheden die beter hadden moeten weten.
Bespreking van Paul A. Offit, Do You Believe in Magic? The Sense and Nonsense of Alternative Medicine, New York: Harper Collins 2013