Spinazie bevat eigenlijk niet zoveel ijzer. Het tegenovergestelde idee wordt toegeschreven aan een domme drukfout uit de negentiende eeuw. De maker van Popeye zou het vermeende hoge ijzergehalte hebben gepopulariseerd. Dit verhaal raakt kant nog wal, maar het is een hardnekkige mythe, waarvan de oorsprong pas recent ontrafeld is door Mike Sutton.
Eerst maar de feiten over spinazie. Verse, net geplukte spinazie bevat 2,75 mg ijzer per 100 gram. Gekookte spinazie is al wat vocht kwijt (met daarin trouwens nogal wat mineralen), en die bevat 3,57 mg per 100 gram. Als men de spinazie in gedroogde vorm nameet, komt er ongeveer 45 mg per 100 gram uit. De gekookte spinazie bevat daarmee ongeveer even veel ijzer als rundvlees, maar dat wekt een verkeerde indruk. Het ijzer in spinazie en andere plantaardige bronnen is niet in de vorm waarin het zich in vlees bevindt (heemijzer), en kan daardoor niet goed worden opgenomen. Het oxaalzuur dat ook in spinazie zit, maakt de opname nog moeilijker. Feitelijk kan maar hooguit een zesde van het ijzer in spinazie door de darmen worden opgenomen, en afhankelijk van de ijzerbehoefte van het lichaam en het overige voedsel misschien zelfs maar 2 percent. (Er wordt meer opgenomen als men meer behoefte heeft, en in een zure omgeving wordt non-heemijzer iets beter opgenomen, maar in geval van bloedarmoede zet dat geen zoden aan de dijk.) Wie ijzer wil bijspijkeren, moet bloedworst of varkenslever (beide ongeveer 20 mg per 100 gram) overwegen. Van het heemijzer wordt ongeveer een kwart opgenomen.