Homeopaten beweren dat hun leer teruggaat op de aartsvader van de geneeskunst, namelijk op Hippocrates. Iets in deze trant staat al in vroeg werk van Hahnemann. Maar er klopt niets van.
Laten we maar beginnen met Hahnemann, de bedenker van de homeopathie. In 1805 publiceerde hij het geschrift ‘Heilkunde der Erfahrung’. Daar schrijft hij op pagina 33:
Soms vermoedden echter de artsen dat het dat vermogen was … waardoor ze echte genezing tot stand brachten’
en in een voetnoot schrijft hij:
Zo zegt Hippocrates, of althans de auteur van het boek ‘Peri topoon toon kata anthropoon’ de merkwaardige woorden:
(volgt een Grieks citaat zonder vertaling of toelichting; Hahnemann durft zijn lezers niet te beledigen door te veronderstellen dat ze wellicht geen Grieks kennen). Hetzelfde citaat vinden we ook tegen het eind van de inleiding van Hahnemanns Organon. In de Nederlandse versie staat er een Nederlandse vertaling tussen haakjes achter. Het citaat klopt niet helemaal, want Hahnemann verving doodleuk een stuk van ongeveer 90 woorden door een gedachtestreepje.