HCG als afslankmiddel is onzin, een afslankwens is bovendien geen ziekte en daarom mag het. Dat is kort door de bocht wat de rechter – de Raad van State in een uitspraak van 7 mei 2014 – ervan vindt. De acties van de Inspectie voor de Gezondheidszorg hebben redelijk succes gehad. Maar de daders pakken omdat zij ‘geneesmiddelen’ zonder vergunning verkochten, dat blijkt niet te werken. Maar nu de aanbieders zelf zeggen dat HCG in lage doses niets doet, is de Wet oneerlijke handelspraktijken misschien van toepassing. (Afbeelding: het HCG-molecuul)
Laurens Dragstra
Water raden met homeopaten
De veronderstelde werking van homeopathische geneesmiddelen is gebaseerd op het similia-principe: middelen die bij gezonde personen bepaalde (ziekte)verschijnselen opwekken, kunnen gebruikt worden om gelijksoortige verschijnselen bij zieke personen te genezen. Van dit basisprincipe van de homeopathie blijft weinig over als je het test, tenminste als je dat doet met een placebogroep als controle in een gerandomiseerd en geblindeerd onderzoek. De ziekteverschijnselen zogenaamd opgewekt door het innemen van de ‘echte’ middelen onderscheiden zich dan niet van de verschijnselen die in de placebogroep worden gerapporteerd. Zie bijvoorbeeld deze proef van het middel Okoubaka aubrevillei C12 (daar ook door te linken naar het volledige artikel). Onverdund heet de bast van deze boom een universeel tegengif te zijn. Daar komt bij dat zelfs overtuigde homeopaten moeten toegeven dat het repliceren van geneesmiddelproeven lang niet altijd dezelfde ziekteverschijnselen oplevert, zelfs niet wanneer de proeven met dezelfde proefpersonen worden uitgevoerd. Dit gegeven was voor de homeopaat Jeremy Sherr (foto) aanleiding om een nieuwe proefopzet te bedenken. Het is echter zeer de vraag of homeopaten met die nieuwe opzet ook maar iets kunnen bewijzen.
De toverkracht van rectale koffie
In Do You Believe in Magic maakt de Amerikaanse arts en onderzoeker Paul Offit korte metten met de industrie van megavitamines en kruiden, van koffieklysma’s en ontelbare waardeloze middelen tegen kanker. De industrie wordt geholpen door tv-beroemdheden die beter hadden moeten weten.
Bespreking van Paul A. Offit, Do You Believe in Magic? The Sense and Nonsense of Alternative Medicine, New York: Harper Collins 2013
De rechter en de alternatieve geneeskunde
Van tijd tot tijd wordt de rechter geroepen een oordeel te geven over medisch handelen. Dat kan zich voordoen in strafzaken, waarin bijvoorbeeld een arts beschuldigd wordt van het opzettelijk stellen van verkeerde diagnoses, maar ook in civiele zaken, waarin bijvoorbeeld een patiënt schadevergoeding vordert omdat een cosmetische operatie totaal mislukt is. Een probleem voor rechters bij dit soort zaken is dat zij weliswaar over grondige kennis van het recht beschikken, maar doorgaans leken op medisch gebied zijn. Omdat zij gelet op hun specialisme geen gezaghebbend oordeel kunnen geven over de aanvaardbaarheid, het risico, het nut of de effectiviteit van medisch handelen, is het van belang dat zij door de procespartijen daarover met behulp van deskundigen goed worden voorgelicht. Dit geldt niet minder, en misschien nog wel veel meer, wanneer aan de rechter een zaak wordt voorgelegd waarin het niet om reguliere, maar om alternatieve geneeskunde gaat.
Recent hebben twee rechtszaken rond alternatieve behandelaars het nieuws gehaald. In beide gevallen gaat het om artsen en/of therapeuten die menen recht te hebben op vrijstelling van de verplichting omzetbelasting (beter bekend als btw) te betalen.