De homeopathie ontstond na een informele proef met kinabast, waaruit Samuel Hahnemann een onjuiste conclusie trok. Homeopaten noemden het een vruchtbare vergissing.
Samuel Hahnemann was 35 jaar toen hij in 1790 een boek van de Schotse farmaceut William Cullen vertaalde. Hij voegde er noten en commentaren toe, waaronder een stukje over kinabast, dat sinds 1650 werd gebruikt als een middel tegen malaria. Cullen dacht dat kinabast de maag versterkte omdat het zo bitter was, maar Hahnemann betwijfelde of dit de werking kon verklaren. Hij schreef dat hij als proef tweemaal daags 15 gram had ingenomen en toen allerlei symptomen kreeg die sterk op malaria leken.